Meningen
Hier kun je zien welke berichten Metalfist als persoonlijke mening of recensie heeft gemarkeerd.
I Am Number Four (2011)
I hope you can throw with your left arm
Het is vreemd maar nieuwe films blijken nooit echt lang in mijn geheugen zitten. Vaak zijn het titels die me wel interesseren maar ik om de een of andere reden gaat mijn voorkeur vaker uit naar oudere films waardoor de nieuwe generatie naar achter wordt geschoven. Gisteren schoot het me ineens weer te binnen dat ik eigenlijk nog altijd benieuwd was naar deze I Am Number Four dus ineens maar eens opgezet.
De reden dat ik hier in geïnteresseerd was, is voornamelijk Dianna Agron. Ik was haar al meerdere keren tegen gekomen in kleine bijrolletjes in Heroes en Veronica Mars maar eenmaal in Glee viel ze me helemaal op. Het schattige gezicht en een enorm grote charme zorgde ervoor dat ze een meerwaarde is in de serie. Ik was dan ook benieuwd geraakt naar hoe ze het er hier ging afbrengen en dat doet ze perfect. De rol van Sarah is natuurlijk ook perfect op haar lijf geschreven maar ze speelt het sowieso enorm goed. Ze heeft echt iets onweerstaanbaars en dat komt mooi tot zijn recht. Met Alex Pettyfer nam Caruso nogal een gok doordat die nog maar in 4 films had meegespeeld voor hij de hoofdrol van John kreeg. Een gok die soms goed uitdraait maar soms ook nefast voor de film is want Pettyfer moet nu eenmaal nog veel leren en wordt over het algemeen nogal onderuit gespeeld door Agron en Timothy Olyphant. Geweldige rol trouwens voor Teresa Palmer die Number Six speelt. Haar opkomst onder begeleiding van Adele's Rolling in the Deep is gewoon heerlijk om naar te kijken en Palmer is dan ook uitstekend gecast in de coole chick rol. Hopelijk kan dit nog wat vonken gaan geven met Sarah in een eventueel vervolg.
Bij de films van Caruso ben ik gewend dat die er visueel vrij aantrekkelijk uitzien. Eagle Eye was een aangename cinema blockbuster maar ook Disturbia, Taking Lives en Two for the Money waren degelijke films. Jammer genoeg dat het er hier niet helemaal uitkomt. Nu, ik heb nooit de boeken gelezen dus vraag me niet hoe de Mogadorian er normaal gezien moeten uitzien maar ik vond hun design erg teleurstellend. Dit had in ieder geval een stuk beter gemogen. Gelukkig is de rest van de film op visueel gebied nog wel redelijk te doen. De actiescènes verlopen vlot en de legacies zien er netjes uit. Qua verhaal is dit trouwens wel een heerlijke film. Zoals ik daarjuist al zei, ik heb het boek niet gelezen dus geen idee of ze er met hun klak naar smijten maar dit is gewoon een typische high-school film met wat sci-fi trekjes. En laat ik dat nu juist kunnen waarderen. De film komt over het algemeen nogal standaard over maar pretendeert nergens ook meer te zijn wat het is. De ontluikende romance tussen Sarah en John, de sullige aanhang in de vorm van Sam, de coole chick die opeens komt opduiken en overduidelijk een wig gaat slaan in de romance tussen de twee geliefden (de lichaamstaal van Sarah op het einde wanneer John samen met Six wegrijdt spreekt boekdelen), ... Mits het wat degelijk is uitgewerkt, en dat is hier zeker het geval, is dit gewoon gezellig popcornvermaak.
De film laat nog enorm veel onbeslist dus ik hoop dat het vervolg er nog gaat komen, liefst niet zoals met The Golden Compas een aantal jaar geleden. In ieder geval mag Caruso hem terug regisseren want hij weet er een leuke film van te maken. Pettyfer schrijf ik nog niet af want daar zit volgens mij wel meer in maar het zijn voornamelijk de rollen van Agron, Olyphant en Palmer die dit tot heerlijk vermaak schoppen. Misschien ook wel eens aan het boek beginnen.
Dikke 3.5*
I Know What You Did Last Summer (1997)
We should have a plan. Angela Lansbury always had a plan
Langzaam maar zeker begin ik een voorliefde voor horror films te krijgen. Het is een genre dat ik altijd heb verwaarloosd maar de laatste tijd begin ik er meer en meer interesse in te krijgen en probeer ik toch om wat bekende titels mee te pakken. In mijn herinnering was I Know What You Did Last Summer nog een redelijk onderhoudende film dus was ik benieuwd wat een herziening zou brengen.
De enige reden waarom ik dit vroeger wel had gezien was Sarah Michelle Gellar. Ik heb het altijd een mooie actrice gevonden en vanwege haar rol als Buffy zal ze altijd een streepje voor hebben. Al moet ik toegeven dat ze nooit hetzelfde niveau als toen heeft weten benaderen maar dit doet ze nog redelijk leuk. Natuurlijk niet echt een uitdagende rol maar bon. Vroeger ook eens wat afleveringen van The Ghost Whisperer meegepakt dus het was ook een leuk weerzien met Jennifer Love Hewitt. In het begin leek ze nogal miscast maar naargelang de film vordert lijkt ze meer en meer in haar rol te komen. Qua mannelijk volk is de film op zich maar redelijk wisselend. Ryan Phillippe weet weer vermakelijk uit de hoek te komen en heeft net zoals in Cruel Intentions een goede chemie met Gellar hebben maar Freddie Prinze Jr. blijft toch een zwakke plek. Vooral in het eindgevecht met de visser komt hij niet echt geslaagd over. Het valt voor de rest nog op hoeveel bekende bijrollen hier eigenlijk in zitten. Johnny Galecki als Max haal je er direct uit doordat hij maar gewoon een bril moet opzetten en hij terug Leonard uit The Big Bang Theory is. Een beetje een nadeel want de scènes waar hij ruzie maakt met Barry zijn gewoon lachwekkend. Bridgette Wilson komt nog even piepen (heerlijke kill trouwens waar de moordenaar haar voortsleept aan zijn haak) en ook Anne Heche weet nog een paar amusante scènes bij elkaar te sprokkelen.
Het eerste deel van de film voelt enorm sfeervol aan. Het feestje van de jongeren, de aanrijding van de visser, ... Allemaal erg sfeervol gebracht. Als extra pluspunt is er natuurlijk ook nog de mysterieuze aanwezigheid van de killer. In het eerste gedeelte wordt hij erg suggestief voorgesteld en dat werkt erg sterk. Eenmaal hij in vol ornaat in beeld wordt gebracht verliest de film wel wat van zijn sfeer. De film zou op zich gebaseerd zijn op het boek van Lois Duncan maar die was over de verfilming compleet niet te spreken omdat ze het concept compleet hebben veranderd. I Know What You Did Last Summer is dan ook een film die af en toe is gaan kijken hoe ze het bij Scream hebben opgelost maar die kritiek is onterecht doordat Kevin Williamson (de scriptschrijver van zowel Scream als deze film) eigenlijk I Know What You Did Last Summer voor Scream heeft geschreven. Het verhaal sprak niemand aan en het werd in de ijskast gelegd tot het onverwachte succes van Scream. In ieder geval moet de film qua verhaal niet onderdoen voor zijn tegenhanger en is het tot op het laatste moment raden wie nu eigenlijk de moordenaar is. De eindscène waar Julie terug wordt aangevallen had voor mij niet gehoeven.
Sterke film die vanwege een goede cast en een solide verhaal een erg aangename zit is. Velen breken hem onterecht af als een Scream afrip maar voor mij kon het de pret niet deren. Ben in ieder geval naar deel 2 dat ik hier ook nog heb liggen.
3.5*
I Love You, Beth Cooper (2009)
Five little words can change your life
Gisteravond had ik eigenlijk wel zin in zo'n leuk coming of age filmpje à la Superbad. De keuze viel al snel op I Love You, Beth Cooper, vooral doordat de hoofdrol wordt vertolkt door de immer bevallige Hayden Panettiere. De verwachtingen stonden dus hoog gespannen, al had ik enigszins schrik voor een The Girl Next Door rip-off.
Eerlijk gezegd, Superbad is de koning van dit soort films maar toch slaagt I Love You, Beth Cooper er bijna in om hem van zijn troon af te stoten. De critici waren niet mals voor de film, net als de users hier op Moviemeter maar dat verdient de film echt niet. Columbus slaagt er in om een mooie oprechte, soms ietwat voorspelbare maar altijd bijzonder vermakelijke film neer te zetten. De humor raakt nooit het irritante randje van puberaal maar weet een aantal keren droog uit de hoek te komen (Beth die Denis gigantisch hard aanrijd met haar auto, Denis die mensen te lijf gaat met een Star Wars zwaard, ...) I Love You, Beth Cooper is dan ook in alle opzichten een typische coming of age film. De personages komen realistisch over en vooral Rich heeft een vermakelijke evolutie. Maar de kracht van de film schuilt hem vooral in het einde dat voor een keer is niet cliché is. Deze keer geen nerd die met de schoonste griet van de school gaat lopen maar gewoonweg twee mensen die een nieuwe levenservaring hebben opgedaan en allebei beseffen dat ze iets moois hebben gehad in de voorbije nacht. Ik vind het dan ook ergens jammer dat Denis op het einde nog zegt dat hij direct terug op bezoek gaat gaan bij Beth. Van mij had het mogen eindigen met de 'I will see you at the reunion' quote. Ach, je kunt niet alles hebben en het zou te zot zijn mocht ik hier nu punten voor gaan aftrekken want de scènes die daaraan vooraf gingen waren gewoon 4* waard. Die flashbacks zijn trouwens zo cliché als de pest maar geven het verhaal nog net dat extra humoristisch tintje. Van mij mag Columbus ophouden met Harry Potter of Percy Jackson en zich meer gaan concentreren op dit soort films.
Hayden Panettiere is eigenlijk al een reden om een film te gaan bekijken. In Heroes is ze al onweerstaanbaar maar wanneer ze dan nog in dit soort films gaat spelen ben ik helemaal verkocht. Met reden want dit doet ze gewoon uitstekend. Ze weet haar personage iets bitsig mee te geven maar ondertussen komt ze ook heel aaibaar uit de hoek. Iemand die een veel lagere aaibaarheidsfactor heeft is haar tegenspeler, Paul Rust. In het begin van de film irriteerde ik me aan zijn idiote kop maar wonder boven wonder begon ik dit naarmate de film verder ging meer en meer appreciëren. Panettiere en Rust slagen er dan ook in om hun personages op een geloofwaardige manier neer te zetten, iets wat niet zo simpel moet zijn geweest. De ster van de film is dan toch wel Jack Carpenter die de rol van Rich, de beste vriend van Denis, op zich neemt. Meestal zijn dit soort types de stereotiepe bordkartonnen personages maar Carpenter weet zijn rol goed in te vullen. De vele moviequotes die hij willekeurig uitstoot is voor een liefhebber sowieso al de moeite. Twee mensen waar ik minder ben over te spreken zijn Lauren London en Lauren Storm die de rollen van Beth haar vriendinnen op zich nemen. Waar de andere cast juist zo hard hun best doen om niet in clichés te vervallen lijken zij juist extra hun best te doen om dit wel te doen. Ontzettend jammer want het had de film misschien nog net dat extraatje kunnen geven.
Ik zei het al, de critici zijn niet mals geweest voor de film maar dat is onterecht want I Love You, Beth Cooper is een verfrissende komedie die nooit echt vervalt in standaard verhaallijntjes of personages. Panettiere neem je er natuurlijk zonder moeite bij.
4*
I Still Know What You Did Last Summer (1998)
Rio de Janeiro
Het eerste deel van de Last Summer trilogie kon ik eigenlijk nog wel waarderen. Vrij sfeervol filmpje dat maar op een paar punten wat uit de bocht ging maar bon, het kon er zeker en vast mee door. Dit tweede deel had ik ooit al eens gezien want er waren flarden die ik niet had kunnen thuisbrengen in het eerste deel maar dat was alweer zo lang geleden dat het eigenlijk praktisch een geheel nieuwe filmervaring was. Ik was oorspronkelijk van plan om de sequel veel sneller achter de eerste film te zien maar tijdgebrek (en een te groot aantal films die ik nog wil zien) zorgden ervoor dat er toch ettelijke maanden tussen beide films zitten. Ach, hoe erg kan het zijn..
En je kunt I Still Know What You Did Last Summer eigenlijk perfect van de eerste film kijken maar wanneer je beide met elkaar vergelijkt, dan valt het toch op dat dit 2e deel het onderspit moet delven. Ik ben er sowieso al niet voor dit soort rechtstreekse sequels te vinden maar dit is bij vlagen soms wel erg zinloos. Het verhaal maakt rare sprongen (Julie kon echt zo'n honderdduizend keer vermoord worden doorheen de film maar wat doet de moordenaar, hij sluit haar op in een freakin' zonnebank en loopt weg..) en de eindscène waar Julie nog eens wordt aangevallen had, net zoals in het eerste deel trouwens, voor mij helemaal niet gehoeven. Snap sowieso het nut niet van die laatste seconden. Gelukkig is de setting van het stormachtige eiland wel geslaagd voor dit soort horrorwerkjes en zijn er nog een aantal vermakelijke kills te zien die het geheel naar een iets hoger niveau tillen.
Maar dan krijg je Mekhi Phifer te zien als Tyrell en dan is de pret er wel vanaf want wat een vreselijk acteur is me dat! Hij lult de ene na de andere idiote one-liner en ik begon me op den duur enorm aan hem te irriteren, iets wat ik in mindere mate ook had met Brandy. Zal waarschijnlijk zijn omdat die meestal samen in een scène zaten.. Gelukkig is de rest van de cast nog wel vrij goed. Het gemis aan een Sarah Michelle Gellar en Ryan Philippe is overduidelijk maar gelukkig is er nog altijd Jennifer Love Hewitt waar ik ondertussen toch een zwak voor ben gaan ontwikkelen. Ook Freddie Prinze Jr. komt nog eventjes piepen maar omdat die maar een redelijk kleine rol heeft, valt het deze keer niet zo hard op dat hij nogal een zwak acteur is. Tenzij hij Freddy uit Scooby-Doo speelt, dat gaat hem erg goed af. Wat rest zijn nog een handvol bijrollen van onder andere Jack Black die een dikke stoner speelt, Jennifer Esposito als Nancy en Jeffrey Combs als Brooks die de film meer dan draaglijk maken. Juist, Bill Cobbs was ook nog heerlijk als Voodoo knul, zou ik hem bijna nog vergeten.
Ach, een fantastisch vervolg is het niet maar er zitten een paar leuke kills in (die van Nancy en Dave onder andere), de setting is redelijk sfeervol en het merendeel van de cast is vrij goed op dreef. Toch heeft het eerste deel zonder twijfel mijn voorkeur en ik vraag me dan ook af wat het derde deel zal gaan geven. Misschien deze keer toch geen aantal maanden wachten..
3*
I Still See You (2018)
Dode echo
Het gebeurt me niet vaak, maar I Still See You was eigenlijk niet de film die ik verwachtte te zien. Dat bedoel ik letterlijk, want ik dacht eigenlijk All I See Is You binnen te krijgen en ik heb me blijkbaar van titel vergist. Nu dat is op zich nog geen probleem aangezien het soms wel eens interessant kan zijn om je te laten verrassen door een film. Kostuumdrama's zijn het enige wat ik nagenoeg nooit kijk en daar leek deze in ieder geval niet onder te vallen. Laat maar komen dus!
Het resultaat is echter maar zozo. I Still See You is de zoveelste in de rij van Young Adult films, maar waar bijvoorbeeld een Maze Runner echt nog wel zijn charme heeft, is deze eerder van het dertien in een dozijn niveau. Het uitgangspunt is nochtans interessant te noemen, maar de verplichte twist (is er nu echt iemand die bij de introductie van Bittner niet doorheeft dat hij wel heel positief wordt neergezet, je voelt al vanaf de eerste seconde aan dat hij er iets mee te maken zal hebben..) is veel te voorspelbaar en ook de interactie tussen Veronica en Kirk had wel wat beter gemogen. Het is juist de relatie tussen zo'n twee hoofdrolspelers waar dit soort film mee valt of staat en je krijgt nooit echt het gevoel dat ze effectief iets in elkaar zien. Sowieso vreemd hoe sommige bijrollen opeens nagenoeg geruisloos uit de film verdwijnen, die beste vriendin van Veronica is daar een goed voorbeeld van. Verder een film die dus een leuk idee heeft en dat op zich visueel ook nog wel tof weet te brengen.
Vooral het stukje in de No-Go zone waar Veronica en Kirk op het pad komen van Dr. Steiner is nog wel leuk gedaan en ook die droomsequenties geven het nog wel een extra touch. Het minste wat je trouwens over regisseur Scott Speer kunt zeggen is dat hij een bezige bij is. Begonnen als regisseur in 2012 met een zoveelste deel in de Step-Up saga en dan ineens in 2018 met maar liefst 3 volwaardige speelfilms afgekomen. In I Still See You wordt hij herenigd met Bella Thorne die hier opnieuw de hoofdrol voor haar rekening mag nemen. Ze krijgt een gothic look, mag met een pikzwarte pruik rondlopen en heeft de nodige daddy issues maar is overduidelijk wel de sterkste schakel in de film. Dan is het jammer dat Richard Harmon haar niet naar een nog hoger niveau kan tillen. De chemie tussen beiden ontbreekt bijna over de gehele lijn en ook de bijrollen stellen niet bijzonder veel voor.
Weliswaar tof om eens te zien en dat is vooral dankzij het originele uitgangspunt, maar verder is dit perfect inwisselbaar met talloze andere films. Thorne houdt dit nog een beetje overeind, alsook een aantal visuele spielereien, maar misschien moet Speer in het vervolg zich terug op één film concentreren in plaats van er 3 tegelijkertijd te maken.
3*
I, Tonya (2017)
I was loved for a minute, then I was hated. Then I was just a punch line
Ik heb eigenlijk nooit veel met kunstschaatsen gehad. Ik ging vroeger zelf wel graag ijsschaatsen tijdens het jaarlijkse schooluitstapje (en ik had vooral een fascinatie met ijshockey dankzij de Mighty Ducks films en Wayne Gretzky's '98 op de N64) maar heel het drama tussen Tonya Harding en Nancy Kerrigan was me ontgaan. Niet zo verwonderlijk aangezien het zich allemaal afspeelde in een tijd dat ik zelf amper kon wandelen maar toen de film uitkwam fascineerde het me wel. Ik vroeg me alleen af hoe je hier in hemelsnaam een boeiende film van kunt maken.
Want tijdens de promotie voor de film werd het verhaal van de vete tussen Harding en Kerrigan al ruimschoots uit de doeken gedaan en de film leek toch vooral op "het incident" te steunen. Wel, Craig Gillespie toont hoe het moet door te werken met een mix van verschillende stijlen. I, Tonya is een film in die typische mockumentary stijl die we de laatste jaren al wel meer hebben gezien en er wordt bovendien ook nog eens regelmatig de vierde muur doorbroken. Daardoor krijg je een aparte stijl waarbij hetzelfde verhaal vanuit verschillende standpunten wordt verteld. Origineel is het niet - zo'n Rashomon van Kurosawa deed dat ook al en Gillespie legt het er misschien wel erg dik op door Harding ook nog eens te laten verkondigen dat er geen echte waarheid is en dat iedereen zijn eigen versie van de waarheid heeft - maar het werkt wel. Ook zo'n platgetreden pad als op het einde de echte personen waar dit op gebaseerd is in beeld te brengen (om nog eens eventjes goed duidelijk te maken hoe waarheidsgetrouw dit qua look en feel wel is) is een cliché maar het zorgt er wel voor dat je bepaalde dingen beter kan plaatsen.
Die "bodyguard" van Tonya bijvoorbeeld. Ik dacht echt dat dat een personage was dat compleet in het belachelijke werd getrokken maar nee, die kerel heeft echt een aantal van die dialogen uitgekraamd. De grote ster van de film is echter Margot Robbie. De Australische is sinds films als The Wolf of Wall Street aan een serieuze opmars bezig in Hollywood en afgaande op I, Tonya is dat niet meer dan logisch. Robbie is heerlijk op dreef als Tonya maar ook Sebastian Stan mag niet vergeten worden. Die blijft iets minder goed overeind staan in de huidige interviews van Jeff (de veroudering is minder goed gelukt dan bij Robbie en ziet er veel faker uit) maar de scènes tussen hem en Robbie zijn wel om van te genieten. Qua bijrollen is het vooral Allison Janney die nog met de show gaat stelen.
En die schaatsscènes an sich zien er ook wel uitstekend uit trouwens. Een geslaagde mix van stuntdoubles en het nodige digitale retoucheerwerk maar je merkt er niets van. Je zou bijna zeggen dat het effectief Robbie is die de drievoudige Axel uitvoert maar dat lijkt me straf aangezien dat vandaag de dag nog altijd als één van de meest straffe sprongen aller tijden is om uit te voeren. Erg fijne film in ieder geval met vooral Robbie die over de gehele lijn weet te overtuigen.
4*
I'm Not in Love: The Story of 10cc (2015)
Alternatieve titel: 10cc - I'm Not in Love
Be quiet, big boys don't cry
Bovenstaande zin die gefluisterd wordt, het is en blijft één van de meest kenmerkende stukken uit I'm Not in Love van 10CC. Een groep met een korte levensduur maar die wel een aantal erg uiteenlopende hits hebben gemaakt, waarvan ik bij een aantal zelfs niet wist dat het überhaupt van dezelfde band was. Hoog tijd dus om daar eens iets meer van op te zoeken en waar beter te beginnen dan bij een korte documentaire die vooral bestaat uit interviews met bandleden?
Want laten we eerlijk zijn, dat is vooral de kracht van deze The Story of 10CC. In een speelduur van nog geen uur kun je weinig diepgang brengen (er zijn documentaires van eenzelfde lengte die zich focussen op 1 album in het oeuvre van een groep, hier bespreken regisseurs Roger Penny en Charlie Thomas de volledige carrière van de vier prominente bandleden) maar het is wel een genot om de heren over hun periode bij 10CC te horen vertellen. Het bekendste nummer, waar de documentaire ook zijn titel is gaan halen, wordt bijna compleet onder de loep genomen en verder zijn er nog genoeg details (dat Graham Gouldman onder andere For Your Love van The Yardbirds heeft geschreven bijvoorbeeld) die de meer doorgewinterde fan ook wel zal kunnen bezighouden. Verder veel talking heads dus en het nodige archiefmateriaal maar dat is iets wat ik altijd wel graag zie in dit soort documentaires, op voorwaarde dat de geïnterviewden een logische keuze zijn.
Dat is hier dus zeker het geval en daardoor kijkt The Story of 10CC vlotjes weg. Komt vooral omdat de vier kernleden (Lol Creme, Kevin Godley, Graham Gouldman en Eric Stewart) stuk voor stuk interessante vertellers zijn. Verder is dit natuurlijk allemaal redelijk standaard. De carrière van de bandleden wordt chronologisch verteld en na de split wordt er nog even verder gegaan op wat ze erna hebben gedaan. Interessante kennismaking en dat was juist waar ik op hoopte.
3.5*
I'm Not There. (2007)
All I can do is be me, whoever that is
Ik denk dat ik mezelf wel fan van Bob Dylan kan noemen. Ik heb bij lange na niet alle albums maar wel ben ik in het bezit van een verzamelaar van 51 nummers die al helemaal is grijs gespeeld. Dus ja, een fan kun je me wel noemen. Dat neemt niet weg dat ik nog nooit van de film had gehoord maar hij kwam me onder ogen dankzij een vriendin die hierover bezig was. Ik was wel geïnteresseerd en toen bleek dat ze hem in de plaatselijke bibliotheek hadden twijfelde ik niet om hem te gaan halen en meteen op te zetten.
Wat direct opvalt is dat de film best wel onvriendelijk is ten opzichte van de Bob Dylan leek. Ik kan me dan ook voorstellen dat veel mensen hier al op afknappen maar dat verdient Haynes niet want hij zet een ijzersterk portret met veel lagen neer. De lagen zijn vooral te danken aan het feit dat Dylan door zes verschillende acteurs wordt vertolkt die elk een deel van zijn leven voor rekening nemen. Zo beslist Haynes om de film te openen met Woody Guthrie, een slim idee want Dylan was als klein manneke ontzettend beïnvloedt door de echte Guthrie maar tegelijkertijd krijgen we ook al een vroeg carrièrebeeld te zien waaruit blijkt dat Dylan toch niet altijd even eerlijk is geweest ten opzichte van zijn verleden maar vooral te hard in het verleden hing. Iets wat duidelijk wordt gemaakt door de vrouw die tegen de kleine Dylan zegt dat hij zich meer moet concentreren op zijn eigen tijd en niet te veel in het verleden moet leven. Daarna krijgen we Jack Rollins te zien. Een figuur dat perfect weergeeft wat Dylan voelde op het hoogtepunt van zijn roem. Razend populair maar met een ontzettend hoge druk achter zich wat uiteindelijk resulteert in de bekende speech waarin Dylan zichzelf (en eigenlijk iedereen) in de moordenaar van Kennedy herkent. Getroffen door het beeld dat iedereen van hem heeft besluit Dylan in de vorm van Jude Quinn het roer radicaal om te smijten wat resulteert in geen folk nummers meer maar hardere gitaren, iets wat heerlijk in de film wordt duidelijk gemaakt doordat Quinn opeens machine geweren bovenhaalt bij een concert en ze leeg vuurt op het publiek. Na de vernieuwde Dylan komt nu Dylan als family man tevoorschijn, iets wat voor een aantal pakkende scènes zorgt waar zijn vrouw hem verlaat, zijn commentaar op vrouwen in het algemeen maar vooral zijn falen als family man. Dan komt de enige Dylan die precies niet echt in de film lijkt te passen en dat is Billy The Kid. Je zou het kunnen zien als de Dylan die vlucht voor zijn fans en publiek (net zoals Billy The Kid zijn eigen dood in scène zou hebben gezet) maar het is meer giswerk van mijn kant. Wel is het knap om te zien hoe de film uiteindelijk weer bij zijn begin is terecht gekomen doordat Billy de gitaar vind die zijn jongere Woody in het begin van de film op de trein heeft achter gelaten. Dan rest uiteindelijk alleen nog de meer abstractere Dylan die zich uit in de vorm van de dichter Arthur Rimbaud. We zien hem niet veel in de film maar de 7 regels die hij voor zichzelf opstelt om verborgen te blijven zijn wel memorabel. Let ook vooral op het feit dat de naam Dylan nergens in de film wordt getoond en dat de echte pas de laatste minuten in beeld komt.
Zes verschillende Dylans maar dus ook even veel verschillende vertolkingen. Het leek me moeilijk dat ieder acteur/actrice een even goede Dylan zou kunnen neerzetten maar hier is dat wel het geval. Of het nu de kleine Marcus Carl Franklin die de rol van Woody vertolkt tot de niet-in-het-plaatje-passende Richard Gere. Elk leeft zich perfect in hun rol en dat merk je. Hoewel ze allemaal verschillend zijn zie je toch bepaalde verbanden en verwijzingen. Degene die er toch het meest uitsteekt is denk ik wel Cate Blanchett. Een gedurfde keuze van Haynes om Dylan door een vrouw te laten vertolken maar net zoals bijna alles kan het perfect in I'm Not There. Het zou eigenlijk oneerlijk zijn om niet elk castmember te vernoemen want hoewel de rollen van Heath Ledger, Christian Bale en Ben Whishaw niet zo memorabel zijn als bijvoorbeeld Woody of Quinn neemt dat niet weg dat ze niet de moeite zijn. De film concentreert zich vooral op de verschillende vertolkingen van Dylan maar ook de rest van de cast is wel de moeite, zeker Charlotte Gainsbourg is bij vlagen de moeite waard. Vaak valt er trouwens ook wel iets te lachen met de leuke quotes die Dylan soms uitspreekt maar vooral met de korte scène tussen Dylan en The Beatles.
Maar wat zou een biopic over Bob Dylan zijn zonder de muziek van de meester zelf? Juist, niet veel. Gelukkig beseft Haynes dit ook en zorgt hij voor een goede hoeveelheid van bekendere en minder bekendere Dylan songs. Leuk weetje is misschien wel dat hij een samenvatting van de film naar Dylan zelf heeft gestuurd om toestemming te vragen of hij de muziek mocht gebruiken, iets wat hem was ontzegd door Bowie bij Velvet Goldmine.
Eerlijk gezegd ben ik verbaasd over de lage waardering die de film hier krijgt. Oké, het is niet toegankelijk als niet-Dylan fan maar toch is dit zonder twijfel de moeite waard voor iedereen die geïnteresseerd is in het fenomeen dat Zimmerman vroeger was en nog altijd is. Het is dat de Billy The Kid scène me nog niet altijd echt duidelijk is want anders had dit wel eens de volle pot kunnen krijgen. Voor nu zal de film het toch 'maar' moeten stellen met een half puntje minder, vooral vanwege het originele uitgangspunt.
4.5*
Icarus (2010)
Alternatieve titel: The Killing Machine
That's the funny thing about fate... if you don't follow, it will drag you where it wants to go
Een tijdje geleden heb ik een boxset van Dolph Lundgren op de kop getikt. Ze gaven hem bijna weg bij Mediamarkt (ik geloof voor 5 euro voor 6 films) en hoewel ik Direct Contact reeds op DVD had liggen - en bovendien niet zo'n geweldige film vond - heb ik hem toch meegepakt. Vooral omdat deze Icarus erbij zat, een film geregisseerd door Lundgren zelf. Het resultaat is echter de zoveelste in zwakkere films van de Zweedse superster die me eigenlijk vooral in zijn jaren '80 & jaren '90 werk weet te bekoren.
Al blijf ik natuurlijk een Lundgren fan en is het misschien wel interessant om aan te geven dat de versie die momenteel is uitgebracht niet zijn director's cut is. Lundgren wou sowieso een compleet ander script verfilmen (meer iets in de richting van een huurmoordenaar die wordt achtervolgd door een flik) maar daar was de studio niet zo voor te vinden waarna Raul Inglis met dit script op de proppen kwam. Dat heeft Lundgren dan verfilmd maar blijkbaar heeft de studio achter zijn rug nog de film compleet opnieuw gemonteerd. Dat zou in ieder geval het verschil in toon wel wat kunnen verklaren met de flashbacks onder andere die veel gruizeliger tonen dan de rest van de film. Verder is dit qua plot echter gewoon een typische actiefilm waarbij een huurmoordenaar zelf een doelwit wordt en op zoek gaat naar wie er een prijs op zijn hoofd heeft gezet. Vlotjes vermaak in ieder geval maar wel iets dat we al tientallen keren eerder hebben gezien.
En dan is het altijd fijn wanneer je toch nog op een degelijke hoofdrol kunt rekenen. De vorige recente film die ik van de Zweedse Eik zag was Battle of the Damned en daar leek hij wel erg hard verouderd. Hij kon zelfs amper lopen precies.. Icarus is 3 jaar eerder uitgekomen dan Battle of the Damned maar hier knokt Lundgren er in ieder geval nog vlotjes op los. Paar harde scènes ook en dat doet het ook altijd wel goed in dit soort films. Tegelijkertijd als regisseur en als hoofdacteur komen opdraven heeft blijkbaar ook nog wel het voordeel dat je wat mooi vrouwvolk kunt laten opdraven voor de bijrollen. Stefanie von Pfetten is als Joey echter compleet inwisselbaar en ook de rest van de bijrollen stellen niet zo veel voor.
Goh, tof om eens gezien te hebben maar ik zou er in ieder geval niet teveel geld voor neerleggen. Vooral een film voor de liefhebbers van Lundgren lijkt me, ik vermoed dat er algemeen nog wel betere recentere actiefilms de laatste jaren zijn uitgekomen. Hopelijk komt ooit de director's cut eens uit, ik zou wel eens willen zien waar het verschil nu effectief zit.
3*
Ice Age (2002)
The Coolest Event In 16,000 Years
Gisteren was dit deel op tv en naar aanleiding van het derde deel dat binnenkort komt was het een perfecte gelegenheid om men geheugen nog eens wat op te frissen. Het was toch al wel weer lang geleden dat ik de film nog had gezien.
De animatie ziet er in ieder geval al wel zeer goed uit. Vooral Diego en de rest van de sabeltandtijgers zien er mooi uit. Heel de ijswereld wordt ook indrukwekkend weergegeven. Het enige minpunt vind ik de mensen, hun gelaatsuitdrukkingen zien er veel te hoekig uit en de baby zijn hoofd was dan weer meer de vorm van een rugbybal. Maar gelukkig spelen de mensen geen hoofdrol in de film dus stoorde het niet echt. Het verhaal zelf heeft niet veel om handen maar boeit wel de gehele speelduur.
De personages zijn geweldig. Sid is hilarisch in zijn manier van doen en dat wordt nog beter uitgespeeld wanneer hij in combinatie met Diego of Manny is. Het stuk waar Sid zogezegd dood speelt in de mond van Diego was in ieder geval hilarisch maar het beste personage is toch Scrat. Geweldig hoe hij altijd op de meest onverwachte momenten met zijn noot verschijnt om die dan uiteindelijk toch weer kwijt te raken.
Een leuk eerste deel waar alles nog nieuw is. De personages zijn leuk en de animatie is mooi gedaan. Ben benieuwd of deel 2 & 3 me ook nog zo kunnen bekoren.
3.5*
Ice Age: Dawn of the Dinosaurs (2009)
Alternatieve titel: Ice Age 3: Dawn of the Dinosaurs
Let me tell you about the time I turned a Tyrannosaurus Rex into Tyrannosaurus Rachel
Nadat ik een tijd geleden deel 1 had gezien was het wel tijd om het nieuwste deel in de ijstrilogie te gaan zien. Gisteren, in een bomvolle zaal, was het dan zover en natuurlijk met een 3D brilletje.
Ice Age 3 is vermakelijk maar spijtig genoeg niet memorabel zoals deel 1 dat wel was. Het nieuwe is er dan ook wat af want zo is het verhaal een soort van herhaling van deel 1, al wordt er wel geprobeerd om er nieuwe wendingen aan te geven door bijvoorbeeld voor Scrat een vriendinnetje te introduceren dat dan ook verzot is op een noot. Wat wel hilarisch was, was dat Scrat uiteindelijk toch voor zijn noot kiest.
Het nadeel bij een zoveelste sequel is vaak dat er in de voorgaande films een aantal personages werden geïntroduceerd die nu ook allemaal hun speeltijd moeten krijgen maar ondertussen komen er dan toch ook weer nieuwe personages bij. Zo ben ik al blij dat Crash en Eddie niet zoveel in de film komen maar dat ze een beetje worden vervangen door de geweldige Buck. Ook de humor die de voorgaande films typeerden is hier een beetje zoek. Ik miste echt de conversaties tussen Sid en Diego of Sid en Manny.
Visueel ziet het er dan wel weer mooi uit. De 3D effecten zijn verzorgd maar ze hadden er volgens mij toch wat meer met kunnen doen. Een nadeel is dat ik ook altijd snel hoofdpijn krijg als ik iets met zo'n brilletje zie.
Ik ben eerlijk gezegd nog aan het twijfelen tussen een 3 of een 3.5 maar ik heb me gisteren toch wel vermaakt dus wordt het een 3.5*
Ice Road Terror (2011)
Ice Road Truckers met een dino
De laatste tijd heb ik een aantal van die SyFy filmpjes gezien en hoewel dat vaak niet echt de beste films zijn, heb ik er toch wel ergens een zwak voor. Het zijn van die typische hersenloze films waar je niet al te veel bij moet nadenken en zo'n Surrounded bijvoorbeeld keek wel lekker weg. Ik wou deze Ice Road Terror ook wel eens proberen, want een film waar een T-Rex (of toch iets in die aard) de boel een beetje komt terroriseren.. Het klinkt in ieder geval de moeite.
Zoals echter wel eens vaker het geval is: de poster van de film ziet er een stuk spectaculairder uit dan wat je uiteindelijk te zien krijgt. Die dinosaurus ziet er al niet hetzelfde uit als op de poster maar ook qua actie blijf je regelmatig wachtend achter. Dat de effecten van de SyFy stal nooit echt van de bovenste plank zijn is al langer bekend, maar ik had hier toch wel net iets meer van verwacht. Die dino verandert continu van grootte en eigenlijk heb ik nog altijd geen idee wat het nu exact moest voorstellen of hoe die überhaupt terug tot leven is gekomen. Maakt dat iets uit? Eigenlijk niet. Wat overblijft is een film waar twee truckers en een vrouw die een mijn moet komen inspecteren worden achtervolgd door bovengenoemde dinosaurus. En passant verschijnen en verdwijnen er personages en zelfs een blinde zal kunnen aangeven wie het uiteindelijk zal overleven en wie niet.
Het goede is dan ook dat hier best nog wat vaart in zit qua kills en dat vooral het eerste gedeelte van de film het best overeind blijft. Want eenmaal bij het hutje aangekomen zakt de film in elkaar, dit in tegenstelling tot het hutje zelf wanneer de dino zich op het dak positioneert, en worden de confrontaties tussen truckers en dino sporadischer omdat ze zich vrij gemakkelijk hebben kunnen insluiten. Dat neemt niet weg dat de hoofdrollen zich niet laten vallen aan idiote beslissingen maar toch.. Er zijn geen brakke effecten meer om de aandacht af te leiden van al even brak acteerwerk en dan valt toch op dat dit qua cast niet veel soeps is. Ik heb ergens mijn twijfels of zelfs de beste acteurs of actrices ter wereld iets van deze dialogen hadden kunnen maken maar toch.. Het is allemaal wel erg pover gebracht.
Misschien toch maar eens even de SyFy reeks on hold zetten. Het was dat ik echt zin had in iets waar ik niet teveel bij moest nadenken en het vermoeden had dat ik iets uit mijn eigen collectie niet ten volle ging kunnen waarderen. Effecten zijn belabberd, verhaal is belabberd en (tromgeroffel) de cast is ook belabberd. Met zijn korte speelduur en het feit dat Terry Ingram (die zich vreemd genoeg vooral lijkt te focussen op kerstfilms?) niet veel tijd verliest en de dino al snel vernietiging laat zaaien is de reden waarom dit nog 1.5* krijgt.
1.5*
Ich Möchte Kein Mann Sein (1918)
Alternatieve titel: I Don't Want to Be a Man
Lubitsch's ode aan de mannelijkheid
Ik heb geen idee wat me eigenlijk interesseert aan Ernst Lubitsch. Ik heb nog geen enkele van zijn grote titels gezien (To Be or Not to Be of The Shop Around the Corner bijvoorbeeld) en de enige reden waarom ik ooit Ninotchka heb gezien, was omdat Billy Wilder daar nog iets mee te maken had. Die film viel echter lelijk tegen en bij het zoeken naar wat korte silents kwam ik bij Meyer aus Berlin uit. Een vermakelijke film en dan was daar opeens een bezoek aan het filmmuseum van Berlijn afgelopen zomer.
Ik neem al eens graag een souvenir mee uit zo'n filmmuseum en wat kun je dan beter kiezen dan een film? In dit geval zijn het zelfs 6 films geworden, want ze verkochten daar de Masters of Cinema/Eureka boxset genaamd Lubitsch in Berlin: Six Films 1918-1921. Gisteren eens aan de eerste film begonnen en zowaar, ik heb me danig geamuseerd. Het thema van Ich Möchte Kein Mann Sein waar een vrouw zich verkleed als man en door niemand herkend wordt, is vandaag de dag serieus achterhaald (ik vraag me zelfs af of het anno 1918 al niet achterhaald was aangezien je ook Das Liebes-ABC uit 1916 hebt die eenzelfde uitgangspunt hanteert) maar Lubitsch weet er een erg vlotte film van te maken. Ossi is een heerlijk personage met haar sigaretten, het pokeren en haar drinken maar blijft ook overeind staan wanneer ze zich verkleed in een man.
Vanaf dan oogt dit wel heel erg gedateerd. Vandaag de dag zou zo'n samenvatting van hoe zwaar de man het heeft moeilijk door de beugel geraken, maar het zorgt wel voor veel fijne momentjes. Het lijkt ook wel alsof Lubitsch zich van niets of niemand iets heeft moeten aantrekken, want naar het einde toe komt er nog een paar keer een moeilijk te verklaren kus tussen Ossi en Dr. Kersten (die op dat moment nog steeds denkt dat Ossi een man is) waardoor het zowaar lijkt alsof ze toen al heel wat maatschappelijk verder stonden dan nu. In ieder geval, fijn dat dit 100 jaar na datum nog altijd overeind blijft staan. Kurt Götz is een leuk klankbord als Dr. Kersten, maar het is toch vooral Ossi Oswalda die hier de show steelt. Ze is blijkbaar een Lubitsch regular (en ze keer terug in Die Puppe, de volgende film in de boxset!) en ze overtuigt over de gehele lijn.
Tof! Ik heb altijd een gemengd gevoel aan silent films en dat is vooral omdat ik het idee heb dat ik het nooit lang ga volhouden. Ich Möchte Kein Mann Sein verveelt echter voor geen seconde en maakt me in ieder geval benieuwd naar de overige films in de boxset. Daar zitten ook langere films bij dus hopelijk gaat Lubitsch in deze lijn verder.
3.5*
Iedereen Beroemd! (2000)
Lucky Manuelo
In mijn zoektocht om eens wat bekender te geraken met de Vlaamse film kun je niet om Iedereen Beroemd! heen. Genomineerd voor een Oscar en ogenschijnlijk de film waar Dominique Deruddere voor de rest van zijn carrière om herinnerd zal worden, al maakt Crazy Love ook nog wel een goede kans. Soit, ik moest bekennen dat ik hier eerlijk gezegd wat mijn twijfels over had omdat ik de film blijkbaar voor een deel verwarde met Camping Cosmos. Vraag me niet hoe dat dat is gebeurd, want ik zou het ook niet weten.
Dat allemaal terzijde is Iedereen Beroemd! een erg vermakelijke film gebleken. Een mooie schets van een gezin waar een vader alles op alles zet om de zangcarrière van zijn dochter een serieus duwtje in de rug te geven. Naar het einde toe gaat Deruddere meer de richting uit van de maatschappijkritiek (vooral het hersendodende aspect van de media krijgt aandacht, de DVD bevat trouwens nog een kort interview waar Deruddere daar eventjes dieper op ingaat) en ook dat lukt wonderwel. Probleem is alleen dat de film uiteindelijk wat de bocht uitvliegt met de applaudisserende politieagenten. Een scène die werkelijk nergens op slaagt en simpelweg ook niet in de film past. Jammer eigenlijk, was toch wel wat een afknapper. Voor het overige een film die steun zoekt bij zijn muziek (klassieke playback nummers zoals Madonna en Queen passeren de revue), maar de muziek van Raymond van het Groenewoud (Lucky Manuelo, Neem Je Mee en Alsjeblief zijn van zijn hand) past dan ook perfect in de lijn van de film.
Iets wat niet gezegd kan worden over Werner De Smedt. Sowieso al niet meteen een acteur die ik hoog heb zitten, maar dit doet hij wel erg slecht. Die zogenaamde woede-uitbarsting wanneer hij aan Jean vertelt dat de fabriek gaat sluiten.. Vreselijk! Zeker omdat De Smedt tegenover een ware klassebak zoals Josse De Pauw is komen te staan. De naïviteit van Jean wordt nooit vervelend en scènes zoals het gesprek tussen hem (met Michael Jackson masker!) en Michael Jensen is heerlijk. Victor Löw is samen met Thekla Reuten de Nederlandse afvaardiging en zij doen het allebei degelijk. Zeker Reuten is weer even aandoenlijk als altijd. Ook wel tof om wat bekendere koppen in bijrollen te spotten zoals een Filip Peeters of Marc Didden.
Het einde en een vreselijke Werner De Smedt zorgen ervoor dat ik hier net geen 4* aan kwijt kan. Zonde, want voor de rest doet Deruddere eigenlijk weinig verkeerd. Een degelijke soundtrack (was ik trouwens de enige die aan Nacht und Nebel's Beats of Love moest denken bij het geneurie van Jean?) en een leuk verhaal dat nergens verveelt. Dat, en een geweldige Josse De Pauw natuurlijk.
3.5*
Ieri, Oggi, Domani (1963)
Alternatieve titel: Yesterday, Today and Tomorrow
De Sica en het drieluik
Een lange tijd geleden was ik al eens aan het eerste van de drie verhalen uit Ieri, Oggi, Domani begonnen maar eerlijk gezegd? Het boeide me niet helemaal. Ik vond het vreemd aangezien zowel De Sica alsook Sophia Loren en Marcello Mastroianni vrij hoog staan aangeschreven ten huize Metalfist maar misschien was het dan gewoon een slechte moment. Er ging veel tijd voorbij en gisteren kwam ik de DVD nog eens tegen. Hoog tijd om de film nog eens een kans geven en het eerste deel beviel me nu in ieder geval al beter.
Meer zelfs, het leek er een tijd op dat het het beste deel uit de film ging worden maar dan schiet De Sica een versnelling hoger met het verhaal rond Mara. Geen idee waarom het verhaal van Adelina me deze keer meer kon bekoren, maar het is gewoon een erg fijne wisselwerking tussen Loren en Mastroianni. Zeker de evolutie van Carmine die er slechter en slechter begint uit te zien naarmate er meer kinderen komen is een leuke touch en qua setting is dat kleine straatje waar elke vierkante meter benut misschien wel hetgeen ik net het leukst vind aan dit soort films. Ik zou er absoluut zelf niet kunnen wonen maar als kijker als een vlieg op de muur fungeren? Laat maar komen. Duurt misschien net iets te lang maar de opvolger met Anna stelt dan eigenlijk heel wat meer teleur. Waar Loren en Mastroianni in het vorige verhaal nog enorm charmant zijn, spelen ze hier allebei een rol die hun niet goed afgaat. Het is gelukkig ook het kortste verhaal van de drie en bewaart De Sica het beste voor het laatst.
Loren is hier misschien op haar meest aantrekkelijk (niet verwonderlijk dat ze een leerling priester zijn geloof kan laten vallen door rond te paraderen in niets meer dan een handdoek en een blote rug) en de confrontatie met Tina Pica als de grootmoeder van de jonge Umberto is de moeite. Verder kan Mastroianni hier alle registers opentrekken en schmiert hij er volledig op los. Geweldig hoe hij elke keer wilt vertrekken, toch blijft, toch terug vertrekt, toch terugkomt, ... De film kreeg ook een zekere status door de striptease van Loren maar het is vooral grappig om te zien hoe Mastroianni er als een klein blij kind naar zit te staren. Met uitzondering van Loren en Mastroianni speelt niemand van de acteurs in meerdere verhalen maar daar zitten ook nog wel wat fijne bijrollen tussen. Aldo Giuffrè als Pasquale in het segment rond Adelina maar ook Gianni Ridolfi als Umberto in het segment rond Mara bijvoorbeeld.
Jammer van het tweede segment. Dat haalt de gemiddelde score toch serieus naar beneden en dat is en blijft zonde. Laat De Sica bij dit soort volkse taferelen zoals segment 1 & 3 en je hebt degelijk vermaak (zie ook naar films als Umberto D. en Ladri di Biciclette natuurlijk) maar de bourgeoisie ligt het blijkbaar wat lastiger. Of het was echt zijn bedoeling om dit zo koel en afstandelijk te maken en dat ligt mij dan blijkbaar niet.
3.5*
Iguana dalla Lingua di Fuoco, L' (1971)
Alternatieve titel: The Iguana with the Tongue of Fire
Ierse Giallo
Het was met het succes van Dario Argento's The Bird with the Crystal Plumage dat er opeens wel meer Italiaanse Giallo's passeerden met een verwijzing naar één of ander dier in de titel. Soms werden die dan mee in het verhaal verwerkt zoals The Black Cat van Lucio Fulci maar soms was het ook gewoon compleet van de pot gerukt zoals in deze The Iguana with the Tongue of Fire. Halverwege de film geeft één van de personages wel een verwijzing naar iets met een iguana maar het is allemaal maar redelijk chaotisch en onnavolgbaar.
En dat is iets waar deze film in het algemeen wel wat onder heeft te lijden. Het begint nochtans allemaal nog wel leuk met die aanval met het vitriool en dan zit je met het gevoel dat regisseur Riccardo Freda weinig tijd verliest maar wat erna volgt is een ietwat onnavolgbaar plot over een lijk dat in de koffer van een ambassadeur wordt verstopt. Genoeg merkwaardige personages zoals Mandel die continu een zonnebril moet dragen, een oud dametje die zonder bril blijkbaar niet kan zien/horen of een flik die werk en privé niet echt gescheiden kan houden maar het kabbelt allemaal maar voort zonder tot een echte climax te komen. Tel daar dan ook nog eens bij dat een groot aantal van de moorden offscreen gebeurt en dan zit je gewoon met het gevoel van een lichte teleurstelling. Die Blu-Ray release van Arrow is wel weer de moeite trouwens maar ik verwachtte eigenlijk iets meer van een regisseur waar naar het schijnt Mario Bava veel van heeft geleerd.
Vreemde setting ook. Het is me al vaker opgevallen dat de Italianen niet noodzakelijk in hun eigen land bleven bij dit soort films maar het is denk ik de eerste keer dat ik Ierland voorgeschoteld krijg. Dublin is op zich nog wel een fijne en mistroostige setting maar het spreekt toch niet tot dezelfde verbeelding als bijvoorbeeld Suspiria met zijn balletacademie in het Zwarte Woud. Naar het schijnt wou Freda oorspronkelijk Roger Moore in de hoofdrol van John Norton maar is de keuze last minute op Luigi Pistilli gevallen. Ik had wel is willen zien wat Moore hier van had gebracht eigenlijk maar Pistilli is op zich ook nog wel een goede keuze. Verder wel weer de typische elementen die je in dit soort films terugvindt. Een aantal mooie vrouwen (Dagmar Lassander!) en merkwaardige figuren (Ruth Durley als de moeder van Norton) maar uiteindelijk leek ook Freda zelf te beseffen dat dit niet één van zijn beste films ging worden.
Hij weigerde dan ook om onder zijn gebruikelijke naam gecrediteerd te worden en daardoor krijg je de naam "Willy Pareto" te zien als regisseur. Het is inderdaad geen denderende film maar zo negatief als hij ben ik nu dus ook weer niet. Genoeg andere films in zijn oeuvre die me wel interessant lijken (de rip-off van The Blob genaamd Caltiki - Il Mostro Immortale maar ook L'Orribile Segreto del Dr. Hichcock) maar er op een legale manier aan geraken zal wel weer een lastige klus zijn vermoed ik.
Nipte 3*
Ikimono no Kiroku (1955)
Alternatieve titel: I Live in Fear
Kurosawa en de H-bom
Grappig eigenlijk hoe een gebeurtenis in de geschiedenis kan resulteren in twee compleet verschillende ideeën. De aanval op Hiroshima en Nagasaki lag nog vers in het geheugen van de mensheid en ongeveer een 10 jaar later werden zowel Godzilla alsook I Live in Fear geboren. De ene ging over een door radioactiviteit gemuteerde hagedis die vernieling zaait in Japan, de andere over een oude man die in angst leeft voor een komende kernaanval en vastbesloten is om aan zijn doembeeld te ontsnappen.
Godzilla werd een gigantisch succes en kreeg talloze sequels terwijl I Live in Fear werd beschouwd als een mislukking en financieel een flop werd. Kurosawa was echter trots op wat hij had gemaakt, hij zou het thema later nog eens bezoeken in onder andere Rhapsody in August, maar persoonlijk vind ik het toch ook één van zijn mindere films. Het lijkt me sowieso het soort thema waar je zelf mee in aanraking moet zijn gekomen, een gevoel dat ik bij Dr. Strangelove ook al had, en ik heb Kurosawa dit soort familieperikelen al beter weten vertellen. Nu ligt de focus vooral op Kiichi en blijft de rest van zijn familie wat onderbelicht. Kurosawa weet echter naar het einde toe erg veel goed te maken. Zo zorgt het afbranden van de gieterij voor een geweldige scène (Kiichi die eindelijk lijkt te beseffen wat voor schade zijn acties aanrichten) en is het slot in het psychiatrische ziekenhuis een heerlijk staaltje cinema. Dat eindshot van Harada en Asako die elkaar kruisen op de trap is de regisseur op zijn best in ieder geval.
Beetje vreemd wel dat Kurosawa ervoor kiest om de rol van Kiichi, een oude man van 70 jaar oud, door Toshirô Mifune te laten spelen, een man van 35 jaar oud. Mifune is gelukkig wel een acteur die dat nog tot een goed einde weet te brengen, maar hier en daar is hij toch net iets te karikaturaal naar mijn zin. Al is het laatste halfuur ofzo wel echt weer bij het beste dat de man al in zijn carrière heeft getoond. Bij films van Kurosawa waar Mifune in meespeelt wordt wel eens gemakkelijk de rest van de cast vergeten. Niet geheel onbegrijpelijk, Mifune is natuurlijk van een ongekende klasse, maar bij I Live in Fear is toch ook Takashi Shimura als Harada van groot belang. Het is de enige naast Kiichi die wat diepgang krijgt en de twee delen nog een aantal leuke scènes. Sowieso qua sfeerbeeld ook wel een interessante film, ik begon het al warm te krijgen door gewoon naar de personages te zien.
Beetje wisselvallig allemaal. Zelfs een mindere film van Kurosawa blijft interessant om te zien, maar I Live in Fear nodigt niet direct uit tot een herziening en dat is iets wat ik bij de rest van zijn geziene oeuvre wel heb. Glansrol van Shimura, een bij vlagen heerlijke Mifune en een sterke climax zijn de grootste pluspunten aan I Live in Fear.
3*
Ikiru (1952)
Alternatieve titel: Doomed
Kurosawa en kanker
Ikiru was nog zo één van die lange films van Akira Kurosawa die ik nog op mijn to-see lijst had staan. De Japanse cineast is en blijft één van mijn favoriete regisseurs maar zijn oeuvre leent zich niet voor elk moment van de dag. Het jaar 2020 zal de geschiedenis ingaan als een jaar waarin ik menig film heb gezien (ik denk zo'n derde meer dan mijn normale gebruik) en mijn to-see lijst is nu kleiner dan ooit. Hoog tijd dus om nog eens één van die lange epistels te tackelen.
De keuze viel dus op Ikiru en in de situering van het oeuvre van Kurosawa is dit wel wat een vreemde eend in de bijt. Ikiru is namelijk de enige film tussen Drunken Angel (1948) en Red Beard (1965) die niet met Toshiro Mifune is gemaakt. Dat is niet erg aangezien Takashi Shimura als Kanji Watanabe een meer dan degelijke acteur is. Ik ben wel wat op het verkeerde been gezet doordat hij er als een Charlie Chaplin lookalike uitziet op de poster maar in de film is hij dat gelukkig niet. Kurosawa heeft al wel eens vaker de kaart van de maatschappijkritiek getrokken en doet dat hier op een bepaalde manier opnieuw. De film is ruwweg opgedeeld in 3 segmenten nadat Watanabe te weten komt dat hij niet meer lang te leven heeft. In het eerste deel vlucht hij na de initiële schok weg in het nachtleven. Het wordt een roes van alcohol en veel geld die wel bekend zal voorkomen bij eenieder die al eens een serieus stapje in het leven heeft gezet. Daarna leert hij één van zijn collega's beter kennen en doordat hij gecharmeerd raakt door haar liefde voor het leven, besluit hij om toch nog iets positiefs te doen met de tijd die hem nog rest. Het is in de karakterontwikkeling die Kurosawa zijn hoofdpersonage laat doormaken dat de echte kracht van de film zit.
En dan komt het nieuws dat hij gestorven is toch nog net iets onverwachter binnen dan ik me initieel had voorgesteld. Het derde segment lijkt dan ook wat een stijlbreuk te zijn doordat het nu vooral de collega's op de wakedienst zijn die het hoge woord voeren. Veel speculatie (en ook veel alcohol) resulteren uiteindelijk in de algemene consensus dat het leven bovenal geleefd moet worden en dat ze zich een voorbeeld gaan stellen aan wat Watanabe met zijn laatste maanden heeft gedaan. Dat blijkt in de praktijk echter niet zo eenvoudig te zijn en we zijn terug bij af.. Een film uit 1952 maar anno 2020 nog altijd zo herkenbaar en het is dat wat ik altijd zo interessant vind aan het oeuvre van Kurosawa, hij weet toch erg vaak de juiste snaar te raken. Tel daar dan ook nog eens een uitstekende Takashi Shimura bij en je zit gewoon met een indrukwekkende film. Hij weet die perfecte balans tussen tragikomisch te maken en dat shot van Watanabe al zingend op een schommel in de sneeuw.. Je zou het zo willen inkaderen.
Toch is ook niet alles perfect te noemen. Het tweede segment met Toyo had misschien iets korter gemogen en ook de talloze loftuitingen van de collega's nemen hun tijd maar er staat zoveel ander moois tegenover dat ik het eigenlijk bijna de minpunten al vergeten ben. Vrijelijk geïnspireerd op De Dood van Iwan Iljitsj door Tolstoy, een boek dat ook al geruime tijd ongelezen op mijn boekenkast ligt.. Dat moet ook maar eens veranderen.
4*
Il Était une Fois... Louis de Funès (2012)
Alternatieve titel: Het Verhaal van Louis de Funès
Louis de Funès en de documentaire
Het laatste jaar ben ik me meer en meer beginnen interesseren in de Franse film. De interesse was er altijd al wel met onder Brigitte Bardot en Catherine Deneuve (niet toevallig de mooiste actrices uit de Franse cinema) maar ik besloot me ook te wagen aan de komische film. Ik begon met de meest bekende acteur uit dat genre, namelijk Louis de Funès. Ondertussen heb ik al zo'n 28 films van de man gezien en begint hij zich tot één van mijn favoriete komieken te ontwikkelen.
Hoog tijd dus voor een documentaire en aangezien het 30 jaar geleden is dat de Funès overleed aan een hartaanval, haalde de VRT deze documentaire nog eens van schap. Ze hadden hem ergens in april al eens uitgezonden maar in de zomerperiode kun je wel vaker herhalingen verwachten. Soit, de tweede keer dus dat ik Het Verhaal van zie en dit blijft toch een interessante documentaire over een even interessant persoon. Alleen jammer dat er besloten wordt om een verknipte versie uit te zenden want de originele documentaire heeft een speelduur van 98 minuten, wat bijna het dubbele is van de televisie-uitzending! Beide versies zijn trouwens integraal op Youtube te vinden (de korte versie in 4 delen: hier, hier, hier en hier en de lange versie hier) maar de langere versie heeft geen ondertiteling waardoor je al vrij geoefend moet zijn in het Frans om goed te kunnen volgen. Bon, terug naar de documentaire zelf.
Met een gigantisch oeuvre als dat van de Funès valt er heel wat te vertellen en de documentaire probeert dat te doen door chronologisch te werken. Zo krijgen we in het begin wat archiefmateriaal te zien van een de Funès die nog niet in de film zat en nadien wordt er wat meer gefocust op zijn eerste bijrolletjes. Er is echter (veel) te weinig tijd om dieper op al die rollen in te gaan en wordt er een sprong gemaakt naar zijn grote doorbraakperiode in 1964-1965 met Le Gendarme de St. Tropez, Le Corniaud en Fantômas. Beeldfragmenten worden afgewisseld met floating heads die wat extra informatie bij de film geven (voornamelijk welke dingen niet in het script stonden) en het is een geslaagde combinatie. Het enthousiasme van biograaf Bertrand Dicale is aanstekelijk en het is tof om onder andere Michel Galabru nog in levende lijve te zien. Nadien wordt er nog wat meer ingegaan op zijn latere films (La Folie des Grandeurs met de dood van Bourvil en de wissel met Montand of L'Avare, de enige film die de Funès zelf regisseerde) en eindigt het op dezelfde manier als de documentaire is gestart, met het nieuwsbulletin rond de dood van de acteur.
Moelijk te beoordelen dit omdat de korte versie bij vlagen gerusht en geknipt aanvoelt. Dit zal hoogstwaarschijnlijk te wijten zijn aan de VRT die de documentaire in verknipte vorm heeft uitgezonden maar zeker weet ik het niet. In ieder geval een vermakelijke zit die voor de doorgewinterde fan als de leek de moeite waard is. Mocht ik me ooit eens aan de versie van 98 kunnen wagen dan komt er waarschijnlijk wel een halfje bij.
3.5*
Illegally Yours (1988)
You look quite attractive without your glasses. Here, put them back on
Peter Bogdanovich is zo langzamerhand zich toch aan het opwerken tot één van mijn favoriete regisseurs. Het heeft een tijdje geduurd eer het kwartje viel, maar eigenlijk heb ik nog geen enkele slechte film van hem gezien. Dit is ondertussen mijn 6e film van hem die ik zie en meteen wel de eerste waar ik een beetje argwanend tegenover stond. De regisseur zelf noemt dit één van zijn slechtste films, misschien zelfs de slechtste tout court, die hij heeft gemaakt en dan begin je toch wat te twijfelen of dit inderdaad de moeite gaat zijn.
Vooral omdat Illegally Yours zowat overal genadeloos wordt neergesabeld en misschien begon ik dan ook met bijzonder lage verwachtingen, maar ik heb me hier danig mee geamuseerd. Bogdanovich maakt met Illegally Yours een ode aan de typische screwball komedies uit het oude Hollywood (Richard lijkt gewoon een kopie te zijn van Cary Grant in Bringing Up Baby) en doet dat door er een erg hoog tempo op na te houden. Erg veel dialogen, erg veel drukte en daardoor wordt het euvel dat de film op zich weinig voorstelt netjes weggewerkt. Het plot van Illegally Yours (Richard die tijdens juryplicht zijn eerste liefde terugziet en besluit om haar te helpen om haar onschuld te bewijzen) hangt met haken en ogen aan elkaar, het oogt bovendien ook gewoon erg chaotisch, en toch behoudt het een zekere charme. Niet alles lukt weliswaar even goed, zo is dat jongere broertje van Richard gewoon vreselijk irritant, maar algemeen gezien weinig op aan te merken. Met een speciaal voor de film geschreven titeltrack van de immer geweldige Johnny Cash scoor je trouwens ook altijd wel punten bij mij.
Rob Lowe als Cary Grant dus. Grote schoenen om te vullen, maar Lowe doet best nog wel een behoorlijke poging. Hij is heel nadrukkelijk aanwezig in de film, ik betwijfel of er zelfs 5 minuten te zien zijn waar hij niet in beeld is of de voice-over doet, maar hij geraakt er goed mee weg. Colleen Camp speelt Lowe's grote onbereikbare liefde en heeft best nog wel een leuke chemie met hem. Zoals gezegd zuigt Lowe de film compleet naar zich toe, maar ze hebben een paar fijne scènes met elkaar. Rest van de cast is compleet inwisselbaar, maar rolletjes zoals de moeder (Jessica James) doen het nog wel goed. Kwaliteit van de DVD is trouwens maar zozo. Lijkt wel alsof de VHS gewoon op een schijfje is gebrand.
Vermakelijk, dat in ieder geval. Het is niet het beste werk van Bogdanovich (en afgaande op de rest van de scores die ik al aan zijn films heb uitgedeeld, denk ik dat ik hier misschien iets te vrijgevig ben) maar ik heb me hier gisteren goed mee geamuseerd. Vraag me eerlijk gezegd af waar al die haat vandaan komt, Illegally Yours is in mijn boekje in ieder geval goed voor anderhalf uur vermaak.
3.5*
Illusionist, The (2006)
Nothing is what it seems
Ik had de film al een aantal keer in de winkelschappen zien liggen maar om de een of andere reden toch nooit meegepakt, alhoewel het verhaal me wel aansprak. Nu was hij een tijdje geleden op tv en had ik hem opgenomen maar was ik hem weer uit het oog verloren. Gisteren dan toch eens tijd voor gemaakt.
Het verhaal heeft zeker wel potentie, vooral ook omdat ik toch wel redelijk gefascineerd ben door dit soort types à la Houdini. Het is alleen jammer dat alles zo standaard wordt uitgewerkt. We zien iemand worden gearresteerd waarvan al snel duidelijk wordt dat het het hoofdpersonage is en dan worden we teruggestuurd naar het verleden. Daar zien we dan heel het plot ontrollen met af en toe een irritante voice over en komen we tenslotte terug aan het begin van de film waar je dan een plottwist krijgt die ook al bijlange na niet zo verrassend is zoals sommigen hier zeggen. Op zich is het allemaal wel degelijk uitgewerkt maar helemaal niet meer origineel doordat het in tig andere films ook al is gekomen. Jammer want ik blijf erbij dat rol van Eisenheim die 'echte krachten' heeft toch interessant is, al wordt dat dan weer bijna opgehoffen door het opgedrongen liefdesplot. Vind het trouwens wel idioot dat je op de poster Norton met een glazen bol ziet waardoor hij een charlatan lijkt maar dit geeft een totaal vertekend beeld van de echte Eisenheim in de film.
Wat geeft de film dan nog 3.5*? Een dik pluspunt is toch wel de visuele pracht. The Illusionist is een dikke parel geworden door de ietwat duistere sfeer, de mooie vormgegeven illusies van Eisenheim maar ook het flashbackverhaaltje over Eisenheims en Sophie's jeugd heeft een leuke filter over zich heen. Het leek de hele tijd te flakkeren alsof het precies werd geprojecteerd via een oude camera.
Het tweede punt is de acteerprestatie van verscheidene acteurs. Norton is steengoed in zijn rol van Eisenheim en ook Paul Giamatti was zeer goed. Alleen ergens jammer van Jessica Biel. Ze heeft een serieuze weg afgelegd van Seventh Heaven om hier in te terecht komen maar passen doet ze niet. Oké, het is een mooie verschijning maar in combinatie met Norton gebeurt er niet veel. Was dan ook blij dat ze in het midden van de film 'vermoord' werd.
Leuk om eens te zien maar voor het verhaal hoef je het niet te doen. Wat wel goed is, is de look van de film en de combinatie Norton-Giamatti.
3.5*
Image (2014)
De Marrokkaanse Johnny Depp
Ik heb ondertussen Patser al wel een tijdje liggen, maar wou liever eigenlijk eerst de rest van het oeuvre van Adil El Arbi en Bilall Fallah eens zien. Niet dat het duo momenteel al zoveel films heeft gemaakt (Black en Image) maar vind het altijd wel interessant om te zien wat voor een evolutie ze doormaken. Het had dan ook een slimmer idee geweest als ik ze in de juiste volgorde had gekeken, maar had me vergist in het feit dat Black hun debuut was.
Vandaar dus nu pas aan Image begonnen, maar het is vreemd om te zien hoe dit op zich een compleet andere film is en je tegelijkertijd toch voelt dat dit van dezelfde makers is als van Black. Gesitueerd in Brussel komen El Arbi en Fallah met een lichte versie van Romeo & Julia af (iets dat ze in Black zouden herhalen) en is het vooral de voorspelbaarheid ervan die opvalt. Alle vinkjes in het genre worden netjes afgetikt (de rivaliteit op de nieuwsdienst tussen Eva en Sarah, de oudere generatie die wordt opzij geschoven door de nieuwe generatie, ...) en ik had eigenlijk verwacht dat dit met een serieuze sisser ging aflopen. Zo'n typisch interessant debuut maar wel eentje dat nergens weet te beklijven. Dat was zo tot op het einde. Eva die compleet doordraait en Herman vermoord.. Ik had het niet zien aankomen en dat geeft altijd een leuke kijkervaring natuurlijk.
Tof wel dat El Arbi en Fallah voor hun debuut toch ook al wel op een paar bekendere namen konden rekenen. Gene Bervoets doet het altijd wel goed, al wordt hij in andere films soms compleet verkeerd gebruikt, maar ook Wouter Hendrickx, Manou Kersting en Geert Van Rampelberg doen weinig fout in hun bijrollen. Het is echter vooral de samenwerking tussen Laura Verlinden en Nabil Mallat als respectievelijk Eva en Lahbib die de film net dat beetje extra geeft. Let vooral ook nog een cameo van het regisseursduo - El Arbi is op een foto te zien en Fallah is eventjes in een flits te zien als agent in een politiewagen - maar dat is natuurlijk enkel en alleen als je dit soort dingen (net zoals ik) wel fijn vind om te zien.
Tot nu toe nog niet echt onder de indruk van El Arbi en Fallah maar misschien brengt Patser daar nog verandering in. Black en Image zijn vermakelijke films, maar geraken niet altijd boven de middenmoot uit. Blijft toch wel een regisseursduo om in het oog te houden, zal ze wel blijven volgen en ben benieuwd wat hun Hollywood avontuur nog gaat brengen.
3.5*
Imagine: John Lennon (1988)
Iets teveel Beatles
Een paar dagen geleden (9 oktober om precies te zijn) had John Lennon 80 jaar moeten worden. Hij zou die leeftijd echter nooit bereiken omdat hij in december 1980 vermoord zou worden door Mark Chapman waardoor hij nu dus even lang gestorven is als dat hij geleefd heeft. De perfecte gelegenheid om eindelijk eens te gaan zitten voor deze documentaire. Met meer dan 200 uur aan privémateriaal wordt er een poging gedaan om John Lennon van een andere kant te laten zien maar daar schiet uiteindelijk maar 100 minuten van over.
En dat is weinig, te weinig eigenlijk. Naar het schijnt zou de eerste cut van de documentaire 24 uur hebben geduurd en hoewel dat me dan weer te lang is (het is ook nooit goed), is dat wel het bewijs dat hier echt wel meer uit te halen was. Genoeg interessante momenten zoals die fan die inbreekt op het landgoed van Lennon en overtuigd is dat de zanger aan hem dacht toen hij sommige nummers schreef. De manier waarop Lennon met hem omgaat en hem uiteindelijk mee uitnodigt voor de lunch is niets minder dan geweldig maar iedereen die al wel eens eerder een documentaire over de Beatles of Lennon heeft gezien, ziet hier veel herhaling. Het Al Capp incident blijft merkwaardig om te zien en heeft nog zijn nut omdat die "Bed for Peace" Lennon nauw aan het hart lag maar het dakconcert hebben we al zo vaak gezien. Blijft wel erg tof trouwens om hen te zien optreden maar in een op John Lennon gerichte documentaire heeft het weinig nut. Tel daar dan ook nog eens bij dat Andrew Solt wel erg hard op het gemoed werkt (dat vallende brilletje.. De documentaire heeft als voornaamste drijfreden dat het allemaal archiefmateriaal of privémateriaal is en dan ga je zoiets in scène zetten. Gewoon bij een aantal journaals uit die tijd blijven had beter geweest) en je zit toch met een lichte teleurstelling.
Maar het kijkt wel allemaal erg vlotjes weg. Je bent af en toe een vlieg op de muur en er zitten een aantal erg geweldige en intieme stukken in. Ik vermoed wel dat er hier een iets te positief beeld van Lennon wordt geschetst maar een pluspunt zijn ook wel de interviews met onder andere Cynthia Lennon en zonen Sean en Julian.
Kleine 3.5*
Imitation Game, The (2014)
I know it's not ordinary. But who ever loved ordinary?
Het is weer volop Oscarseizoen en dan kun je niet om films heen die op één of andere manier een aantal nominaties in de wacht hebben gesleept. Blijkbaar is dat dan altijd wereldnieuws en staan alle kranten er mee vol. Heel dat Oscar gebeuren kan me eerlijk gezegd gestolen worden, maar het was deze keer wel handig omdat daarmee The Imitation Game terug onder mijn aandacht werd gebracht. Een film die voor 8 Oscars is genomineerd en een grote kanshebber is op het verzilveren van een aantal van die beeldjes.
En als het aan mij ligt dan mogen regisseur Morten Tyldum en de zijn gerust met een paar van die naakte, gouden mannetjes naar huis gaan. The Imitation Game is een klassieke film in het genre. Een biopic zoals we ze al vaak hebben gezien (die bovendien hetzelfde stramien volgt met wat flashbacks naar de jeugd van persoon X), maar er is iets beklijvend aan de film. Is het misschien mijn bewondering voor Turing zelf die wat doorsijpelt in mijn score? Ik weet het niet, maar het mag gezegd worden dat Tyldum gewoon een erg geslaagde film aflevert waar weinig op is aan te merken. Al moet ik toegeven dat het gebrek aan een duidelijke uitleg hoe de machine nu juist werkt (zal te moeilijk zijn bevonden voor het publiek veronderstel ik?) wel een tikkeltje stoort. Ook niet elk aspect van Turing komt even nadrukkelijk aan bod, je hebt ongetwijfeld een tweede of misschien zelfs derde film nodig om Turing te doorgronden, maar het Enigma gebeuren is boeiend genoeg. Vanwege de focus op historische feiten is er weinig ruimte voor verrassingen en ook qua aandikken blijft de film met zijn beide voeten op de grond. De I'm Spartacus scène waar Turing's team het voor elkander opneemt tegen Denniston daarbuiten gelaten. En die pancartes ook natuurlijk, zal blij zijn als ze daar eens mee ophouden.
Nooit zo'n fan geweest van Keira Knightley, maar haar recentelijke bezoekjes aan de Graham Norton Show konden me wel bekoren. Als Joan Clark zet ze die aandoenlijkheid nog wat verder in de verf en Knightley weet zich perfect staande te houden in Hut 8 die gevuld is met testosteron. De hoofdrol is weggelegd voor Benedict Cumberbatch die, weliswaar met eenzelfde kunstje als hij in Sherlock doet, ook weet te overtuigen. Een Cumberbitch ben ik nog niet, maar ik begin er te geraken. Fijn ook om Matthew Goode nog eens te zien. Schitterend in Stoker en hoewel hij hier het moet afleggen tegen Cumberbatch weet ook hij zich recht te houden. Sowieso weinig op deze cast aan te merken met nog een speciale vermelding voor Alex Lawther die de jonge Alan Turing speelt.
Zoals vaker tegenwoordig is dit geen totaalbeeld van een persoon, maar hier is dat ook niet nodig. Je kan het storend vinden dat er niet meer aandacht is geschonken aan zijn homoseksualiteit of de chemische castratie, maar de focus op Enigma houdt de film strak. Het is een mooie tijd voor liefhebbers van de wetenschap in de cinema. Binnenkort The Theory of Everything maar eens bekijken.
4*
Impossible Monsieur Pipelet, L' (1955)
Alternatieve titel: Mijn Dochter Is Verliefd
Louis de Funès en de conciërge
Ik moet zeggen dat ik eigenlijk niet heel veel verwachtingen had van de Debuutjaren van Louis de Funès DVD box toen ik hem aanschafte. Ik vermoedde dat het om Franse niemendalletjes die enkel en alleen bestaansrecht hadden wegens de rol van de kolerieke Fransman. Wat bleek echter? La Bande à Papa was vermakelijk, maar Boniface Somnambule was niet al te denderend. Vooral een erg kleine rol voor de Funès en ik hoopte dat L'Impossible Monsieur Pipelet hem net iets meer screentime ging opleveren.
Wat overduidelijk het geval is. Een hoofdrol is het natuurlijk niet, maar de Funès speelt Robert, de schoonbroer van de hoofdpersoon en logischerwijs de oom van diens dochter. Robert is van een ander karakter dan Maurice en dat levert in ieder geval een paar leuke scènes op. De focus ligt echter vooral op Maurice, de man met principes, die de toekomst van zijn dochter door het raam ziet gaan wanneer deze begint te daten met de zoon van de eigenaars van het appartementsblok waar hij conciërge is. Ook daar botst het tussen Maurice en de eigenaars (merkwaardigst is een scène waar Maurice weigert een petitie rond te brengen om een vrouw van 'lichte zeden' het gebouw te doen verlaten) en ook dat geeft wel wat vonken. Verwacht niets al te bijzonders, maar wel vermakelijk genoeg voor een klein anderhalf uurtje. Vreemde titel trouwens aangezien er nergens een monsieur Pipelet aan te pas komt, maar blijkbaar is dit een nickname voor conciërges die stamt uit het Les Mystères De Paris boek van Eugène Sue.
Redelijk grote bijrol dus voor de Funès die hier en daar al wel wat een schim laat zien van het temperament waar hij later echt bekend mee zou worden. De hoofdrol is dus weggelegd voor Michel Simon. De excentrieke Zwitser (hij bouwde zijn huis vol met tunnels zodat zijn apen vrij konden rondlopen en er slingerde bovendien een grote erotische collectie in het rond) is in ieder geval goed op zijn plaats en draagt de film. Etchika Choureau speelt zijn dochter Jacqueline zonder al te veel indruk en datzelfde geldt ook voor haar geliefde Louis Velle. Leuk rolletje nog wel voor Maurice Baquet als oudste zoon van de Funès.
Beetje jammer van Boniface Somnambule, want anders had dit een serieuze aanrader geweest. L'Impossible Monsieur Pipelet is geen unicum in de Franse cinema, maar het is zo'n typisch klein filmpje dat zich afspeelt in een stadje in de jaren '50. Altijd leuk om eens in ondergedompeld te worden en al helemaal indien er een deftige cast aan te pas komt.
3.5*
Imposter, The (2012)
I'm just a poor wayfarin' stranger
Ik ben altijd wel te vinden voor een mindfuck. Zo'n film waar je denkt dat je het allemaal doorhebt maar dat er dan uiteindelijk een klik valt waarbij je alleen maar godverdomme kunt uitbrengen. Van The Imposter wist ik niet veel maar ik had me laten vertellen dat dit een film was die in dat rijtje paste. Het was dan ook expres dat ik geprobeerd had om zo min mogelijk te weten te komen van heel het verhaal waardoor ik gisteren dan ook vrij onwetend aan de film/docu begon.
Eigenlijk direct maar even met een pluspunt in huis vallen en dat is de uitstekende soundtrack. Queen Bitch van Bowie en geslaagde covers van onder andere Wayfarin' Stranger en You Rascal You.. Ik heb mijn gehoor al aan erger onderworpen maar bon, de grote aantrekkingskracht van The Imposter is natuurlijk het verhaal van de jonge Nicholas Barclay. Een op het eerste zicht een nogal vergezocht verhaal want welke ouder/broer/zus ziet nu in godsnaam niet het verschil tussen een 23-jarige Fransman en hun 16-jarige zoon uit Texas. De fysieke verschillen zijn niet op één hand te tellen maar blijkbaar slaagde hij er toch maar in om iedereen te laten geloven dat hij effectief Nicholas is. Ik blijf nog altijd mijn twijfels hebben bij sommige gebeurtenissen (dat de Spaanse politie zomaar toelaat dat hij een hele nacht een kantoor ter beschikking krijgt onder andere) maar een korte zoektocht op het internet bewijst dat Bourdin ditzelfde kunstje nog zo'n 2x heeft gedaan en dat is toch uiterst merkwaardig. Al blijft Bourdin blijkbaar meestal de belangrijkste bron van informatie en laat dat nu net degene zijn die zo uitstekend kan liegen en feiten kan verdraaien. Het verhaal is trouwens al eens een keer eerder verfilmd in 2010 onder de titel The Chameleon maar is blijkbaar wat roemloos ten onder gegaan.
Het grootste stoorpunt is echter het einde waar opeens wordt geïnsinueerd dat de Barclay familie er voor iets tussen zit met de verdwijning van Nicholas. Langs de ene kant is het wel interessant dat de film opeens een andere richting uitgaat (was de documentaire stijl halverwege wel wat beu geraakt met continu hetzelfde kunstje waarbij een soort van flashback wordt gecombineerd met de stem van Bourdin die iets aan het vertellen is) maar dit gebeurt a) erg abrupt en wordt b) nog eens vreselijk uitgewerkt. Ofwel had Layton dit ergens halverwege moeten aansnijden ofwel had hij het gewoon moeten laten vallen maar dit werkt gewoonweg niet.
Interessant om eens een keer gezien te hebben maar ik blijf hier vrij sceptisch over. De mindfuck blijft de gehele film uit (al is dat misschien de schuld van degene die me de film heeft aangeraden) maar er zitten teveel onlogische gebeurtenissen in die ik toch niet echt kan rijmen met de realiteit. Het einde is dan helemaal een afknapper waarmee je dus op een nipte 3* komt.
3*
Impostor (2001)
I stopped building rockets. There was no need for them. I built weapons instead
Ik was al geruime tijd op zoek naar Equilibrium (was hem een aantal keer tegen gekomen maar toen nooit meegepakt en wanneer ik hem wou kopen vond je hem nergens meer...) en een tijd geleden vond ik zowaar twee edities in de Mediamarkt. Een was de gewone DVD uitvoering en de andere was een 2-Movie Pack waar deze Impostor bij zat. De prijs was nagenoeg hetzelfde en omdat ik altijd wel te vinden ben voor een sci-fi film, de boxset dus meegepakt. Ondertussen was ik alweer compleet vergeten dat ik dit nog had liggen, ik moet echt eens dringend mijn DVDs opnieuw sorteren, maar gisteravond schoot het me terug te binnen en ineens maar opgezet.
Op de DVD hoes prijkt de tagline 'From the author of Total Recall and Blade Runner' wat dus eigenlijk een mooie manier is om te verkondigen dat dit een zoveelste verfilming van een Philip K. Dick verhaal is. Oorspronkelijk was het dan ook de bedoeling dat dit onderdeel ging zijn van een sci-fi film die bestond uit 3 aparte verhalen maar de eerste beelden van Impostor spraken zo tot de verbeelding dat er al snel werd beslist om hier een full feature film van te maken. Mij hoor je niet klagen doordat ik altijd wel de indruk heb dat je om een degelijke sci-fi wereld op te bouwen je wel wat tijd nodig hebt. En die wereld ziet er over het algemeen wel geslaagd uit. Hier en daar worden er stukjes uit Starship Troopers en Armageddon geknipt en geplakt maar bon, dat stoort op zich nog niet zo erg. Op het eerste zicht lijkt Impostor verhaaltechnisch niet zo heel veel voor te stellen doordat je de filosofische aspecten uit bijvoorbeeld Blade Runner mist maar de climax maakt veel goed. Het lijkt allemaal nogal voorspelbaar (zo was het vrij snel duidelijk dat de wissel iets te maken met de bosbrand) maar ik werd aangenaam verrast door de twist dat Maya ook een android bleek te zijn.
Toen ik zag wie hier allemaal in meespeelde, was mijn goesting bijna direct over. Ik heb eerlijk gezegd ook wat een degout gekregen van al die CSI programma's en hier zitten er zowaar 3 (Sinise, Dourdan en Brown) van verschillende CSI reeksen (respectievelijk New York, de gewone en Miami) in. Sinise doet het op zich nog wel vrij aardig. De chemie met Madeleine Stowe komt niet altijd even goed uit de verf maar het had slechter kunnen uitdraaien. Aangenaam verrast wel door Mekhi Phifer. In I Still Know What You Did Last Summer was hij een ware verschrikking maar hij is overduidelijk gegroeid in zijn acteren in de drie jaar die tussen beide films zit. Het is echter het kat en muisspel dat in gang wordt gezet door Vincent D'Onofrio dat het hoogtepunt is. D'Onofrio is heerlijk op dreef en weet vooral naarmate de film vordert meer en meer zijn stempel te drukken.
Degelijke film die vooral door zijn climax naar een hoger niveau wordt getild. De verhalen van Philip K. Dick staan meestal wel garant voor anderhalf uur vermaak en dat is hier niets anders. Interessant ook om te zien wat voor invloed de verhalen eigenlijk hebben gehad want Battlestar Galactica bijvoorbeeld staat hier niet ver van af. CGI kan er mee door en de cast is vrij goed op dreef.
3.5*
In Good Company (2004)
Are you all psyched?
Normaal gezien was deze film geruisloos aan me voorbij gegaan maar omdat ik in de reclame op televisie zowel Topher Grace, Dennis Quaid en Scarlett Johansson zag leek dit me wel interessant. Toen opgenomen en gisteravond maar eens opgezet.
Toen ik de naam van Paul Weitz zag voorbijkomen had ik het idee dat ik een ietwat 'platvloerse' komedie ging zien à la American Pie maar In Good Company lijkt nergens op dit soort High-School films waar we de afgelopen jaren mee zijn overspoeld. De humor is niet zozeer op de oppervlakte aanwezig maar zit hem meer in die cynische kijk op heel het bedrijfsleven. De relatie tussen Alex en Carter voelt af en toe geforceerd aan (de manier waarop Carter zich toevoegt aan het etentje bij Dan thuis is me iets te hard uit de losse pols geschud waardoor het ongeloofwaardig overkomt) maar gelukkig zijn de rest van de personages stuk voor stuk mensen van vlees en bloed en dat doet de film goed. Het voelt allemaal ontzettend eerlijk aan maar het is vooral het einde dat de film net dat tikkeltje extra geeft. Vanaf het begin van de film had ik het gevoel dat Alex en Carter uiteindelijk toch weer bijeen gingen komen waardoor iedereen gelukkig is maar Weitz kiest ervoor om zijn film op een andere manier te laten eindigen, nog wel altijd een happy end maar de film verdient dit wel. Geen romantic love story waar de personages voor elkaar zijn geboren maar simpelweg een (h)eerlijk relaas over een relatie die niet altijd gaat zoals je wilt en dat je je er gewoonweg over moet zetten. Voor mijn part mag Weitz zich meer concentreren op dit soort films dan de meer voor de hand liggende komedies.
Toch had Weitz dit niet alleen tot een goed einde kunnen afbrengen want zijn cast is uitmuntend gekozen. Het doet me dan ook ontzettend pijn om te zeggen dat Scarlett Johansson het meest verwaarloosbare is. Normaal gezien vind ik haar altijd een schoon madam die elke scène naar zich toe weet te trekken maar hier is ze gewoon te onopvallend aanwezig. Het enige wat opviel waren die heerlijke sensuele volle rode lippen maar daar stopte het jammer genoeg dan ook. Ze had evengoed vervangen kunnen worden door een andere mooie vis in de zee want ze presteert hier onder haar kunnen. Enkel de verleidingsscène was subliem. Al is dat dan weer te danken aan Topher Grace. Ik ben de laatste tijd weer veel That '70s Show aan het zien waar hij een hoofdrol in speelt maar dit is toch van een ander kaliber. De droge opmerkingen, de uitstekende gelaatsuitdrukkingen op de perfecte moment zijn geweldig om naar te kijken en Grace verbaast me hier echt wel serieus. Misschien toch maar eens opnieuw Spider-Man 3 gaan zien want daar vond ik hem redelijk slecht. Dan rest qua hoofdrollen alleen nog maar Dennis Quaid en zoals ze zeggen: last but not least. Quaid zit tegen mijn verwachting hier nog het meeste op zijn plaats. Hij weet veel gevoel in zijn rol te leggen maar vooral de scènes in combinatie met Grace zijn goed waard. Normaal gezien ben ik niet zo'n grote fan van Quaid, alleen zijn rol in Any Given Sunday staat me nog echt goed bij, maar van mijn part mag deze In Good Company aan dat lijstje worden toegevoegd. Maar daar blijft het niet bij want zelfs naast deze drie is er in de film nog genoeg talent te ontdekken. Revelatie is toch David Paymer die de geweldige rol van Morty op zich neemt. Geweldig hoe je met zo weinig screentime toch zo'n medelijden weet op te wekken.
Uiteindelijk is deze In Good Company toch een leuke verrassing geworden. Weitz weet wat hij in handen heeft en speelt alle troeven uit waardoor het een heerlijk coming of age filmpje wordt.
4*
In Hell (2003)
Alternatieve titel: The Savage
Without evil, we would never recognize good
In Hell was zo één van die Jean-Claude Van Damme films die blijkbaar al die jaren aan me is voorbijgegaan doordat ik nog nooit van de film had gehoord. Op een rommelmarkt eens de DVD aangeschaft, maar eenmaal thuisgekomen bleek deze geen ondertiteling te hebben. Wat ik op zich wel vreemd vond aangezien het een Nederlandse release (inclusief Nederlands plot op de achterkant van de DVD hoes) maar blijkbaar staat er weldegelijk Engelse ondertiteling op. Laat je dus niet vangen door de info op de DVD uitgave.
Vooral omdat dit eigenlijk wel een degelijke film is. Ringo Lam is zo'n regisseur waar ik wel eens vaker iets van tegenkom (als je sowieso in Van Damme zijn carrière geïnteresseerd bent, dan passeert hij wel eens de revue) maar die nooit echt een indruk achter laat. Dat is met In Hell wel wat anders doordat hij een rauwe gevangenisfilm aflevert. Zelden me zo ongemakkelijk gevoeld bij een film en dat is voor een genrefilm als deze toch wel een pluspunt. Alleen jammer dat hij dat niveau niet de gehele tijd kan volhouden. Heel dat gedoe rond zijn overleden vrouw die als een soort mot terugkomt is van het soort nonsens dat ik maar zelden kan waarderen, zeker in een film als deze, en dat einde met Miloc is me ook net iets te simpel. De 'twist' dat Miloc de andere gevangene die apart zat zag je al van ver aankomen maar dat Kyle hem zo gemakkelijk kan overtuigen door wat op de muur te kloppen is flauw. Voor de rest blijft gelukkig wel de rauwheid overeind staan (hoewel de dood van onder andere Billy voorspelbaar is) en zit het qua cast ook nog wel goed.
Vooral omdat dit één van de beste rollen van de Muscles from Brussels is. Zijn Engels blijft natuurlijk een beetje lachwekkend bij vlagen, maar hij weet de evolutie die Kyle doormaakt geloofwaardig te brengen. Zeker het begin waar hij de dader van de moord op zijn vrouw genadeloos afknalt, in de rechtbank dan nog, is Van Damme op zijn best. Degelijke bijrol ook voor Lawrence Taylor die enkel gekend is met zijn gevangenisnummer. Naarmate de film vordert komt hij meer en meer in the picture en hij is een goed klankbord voor Van Damme. Die moet natuurlijk hel en verdoemenis schoppen en krijgt daar een aantal indrukwekkende tegenstanders voor. Met Michael Bailey Smith (Valya) als imposantste.
Derde en laatste keer dat Van Damme met regisseur Ringo Lam samenwerkte en dat was best nog wel een goede combinatie. Het is nooit zeker wat je bij Lam kunt verwachten, maar dit behoort in ieder geval tot zijn betere werk. Lekker rauw en dan is het ook jammer dat hij het nodig vindt om de boel wat op te fleuren met een bezoekje van Grey.
3.5*
In Old California (1942)
John Wayne, medicine man
Toen ik een aantal maanden geleden in Berlijn was, viel het me in positieve zin weer op in welke mate die films uitbrengen. Zeker het oudere Hollywoodwerk is daar veel gemakkelijker te vinden dan bij ons en het enige nadeel is dat je het soms met Duitse covers en geen subtitles (wel Engelse audio) moet doen. Ik was dan ook blij dat ik mijn John Wayne collectie weer wat kon vervolledigen en zeker wanneer het om zo'n onbekende film als In Old California gaat.
Ik verbaas me dan ook over het gebrek aan stemmen, temeer omdat dit een film is die interessant kan zijn om eens iets anders van John Wayne te zien. De Duke speelt hier namelijk een apotheker die naar een stadje verhuist om een apotheek te openen en daar wat in de problemen komt. Oké, nu ook weer niet zo atypisch John Wayne maar de korte speelduur en het vlotte verhaal maken veel goeds. Een volbloed western kun je dit niet helemaal noemen trouwens, al komt er wel nog een toffe barfight in voor. Verder is dit een film die perfect binnen de lijntjes kleurt met Wayne die uiteraard het hart van de de vrouwelijke bijrol verovert en het moet opnemen tegen een slechterik die het stadje terroriseert. Het is gewoon ook de vaart van de film die er hier een erg vermakelijke zit van maakt. In Old California zakt nergens in, weet zelfs hier en daar te verrassen en naar het einde toe komt alles (zelfs een zijplotje rond gold digging) tot een mooie climax samen.
En Wayne is Wayne natuurlijk. Het is en blijft een acteur die in heel zijn carrière grotendeels uit hetzelfde vaatje is blijven tappen, maar daar op zich nog wel wat variatie in wist te brengen. Toch zeker ook in het begin van zijn oeuvre waar hij nog niet zo bekend is en zijn rol van Tom Craig is niet de typische stoere Wayne die je zou verwachten. Vreemd ook om te zien dat hij het wel in zich had om wat meer romantische/flirterige rollen te spelen. Dat is iets dat hij in de latere jaren is kwijtgespeeld precies. De Duke wordt ook nog eens bijgestaan door een aantal toffe bijrollen met Binnie Barnes als gangsterliefje Lacey Miller en met Albert Dekker krijg je nog een degelijke slechterik voorgeschoteld. Er zou ook nog een ingekleurde versie bestaan, maar ik zou gewoon voor de Duitse DVD gaan.
Daar staan trouwens nog leuke extra's op, namelijk de 2 sketches met Wayne die Jimmy Durante tijdens een aflevering van The Colgate Comedy Hour in 1953 heeft gemaakt + een verzameling van reclames (onder andere voor een soort van Kom Op Tegen Kanker). Erg fijn om te zien hoe Wayne bij vlagen zijn lach niet kan inhouden en hij houdt er zelf ook nog een komische timing op na. In Old California is sowieso de aanschaf waard als je het mij vraagt.
3.5*