Meningen
Hier kun je zien welke berichten Metalfist als persoonlijke mening of recensie heeft gemarkeerd.
G.I. Joe: Retaliation (2013)
You know, they call it a waterboard... but I never get bored!
Er was een tijd dat ik veel in Antwerpen vertoefde en daar regelmatig eens een filmpje meepikte in de UGC. Vaak gewoon op goed geluk zonder echt goed te beseffen wat er draait en op die manier ben ik ooit eens bij G.I. Joe: The Rise of Cobra terecht gekomen. Een vermakelijke blockbuster die vooral tot zijn recht kwam op het grote scherm, zoals wel vaker het geval is bij van die grootschalige actiefilms, maar die blijkbaar toch niet genoeg indruk maakte om 4 jaar later op zoek te gaan naar de sequel. Ik had echter wel zin in zo'n losgeslagen actievehikel dus hier dan met vele jaren vertraging eens voor gaan zitten.
En ja, ook op het kleine scherm blijkt de G.I. Joe reeks nog goed overeind te blijven, maar toch een halfje minder in vergelijking met de voorganger. De reden daarvoor is dat die verhaallijn met Snake Eyes, Jinx en Storm Shadow gewoon compleet de vaart uit de film haalt. Heel dat segment in de bergen met de verschrikkelijk over the top achtervolging had dan ook volledig geknipt mogen worden voor mijn part, het is niet dat het voor de rest echt enorm veel toevoegt aan de film. Wat overblijft is een niet al te bijzonder plot waar de president vervangen blijkt te zijn door de grote slechterik en het als bijgevolg op de JOE's gemunt heeft. In het begin even verrassend dat Duke het loodje legt, ik had verwacht dat die nog wel op de een of andere manier ging terugkomen aangezien het toch om Channing Tatum gaat, maar verder voorspelbaarheid troef. Is dat erg? In dit soort films stoort het me eigenlijk niet zo hard. Je kijkt dit toch vooral voor veel spierballengerol en het is ook een zegen dat Jon M. Chu hier geen film van dik over de 2 uur van maakt.
Ik ben niet zo heel bekend met heel dat G.I. Joe wereldje (al denk ik wel dat ik er vroeger wat speelgoed van had, maar dat behoorde niet echt tot mijn favoriete dingetjes) dus geen idee of dit qua cast wat overeenstemt met het bronmateriaal. Je krijgt in ieder geval wel nagenoeg een volledige nieuwe cast ten opzichte van de voorganger en daar is Dwayne Johnson wel de bekendste van. Blijft een fijn acteur voor dit soort films en de chemie met Channing Tatum is er ook wel. Adrianne Palicki is ook een fijne toevoeging als Lady Jaye (vond haar in Agents of S.H.I.E.L.D. ook wel de moeite) en de dubbelrol van president is geknipt voor Jonathan Pryce. De grootste onverwachte speler is echter Bruce Willis die naar het einde toe ook eventjes mag komen opdraven. Een ietwat lauw rolletje maar Willis heeft wel iets om dit tot een goed einde te brengen. Ogenschijnlijk is het ook nog wel de bedoeling geweest om nog een derde deel te maken, maar dat is er blijkbaar nooit van gekomen.
Heel die G.I. Joe reeks hoort in de categorie Transformers voor mij thuis: gewoon erg fijne actievehikels die van begin tot einde knallen. Alleen jammer dat Chu niet altijd de juiste balans weet te vinden, maar qua cast en actie is dit wel genieten. Zo'n typische no-brainer en ik blijf altijd wel fan van de knipogen die Dwayne Johnson in dit soort films weet te verwerken. Dat is toch een acteur die zich echt thuis voelt in dit soort rolletjes.
3* (halfje af voor dat vervelende segment in de bergen)
G.I. Joe: The Rise of Cobra (2009)
When All Else Fails, They Don't
Oorspronkelijk was het het plan om de animatiefilm G-Force te gaan kijken maar omdat ze enkel de gedubte Nederlandse versie gaven was dat al snel uitgesloten. De volgende in lijn was dan deze G.I. Joe en daar ben ik eigenlijk niet slecht gezind om.
G.I. Joe: The Rise of Cobra is in de meeste opzichten standaard maar vooral in zijn personages. Natuurlijk heb je de held met liefdesproblemen, daarnaast heb je een stoere neger met diepe stem en een grappige neger die dan achter de enige vrouw van het groepje loopt. Voeg daar dan nog eens een Oosters type bij die uitstekend is in martial-arts en je hebt Alpha Team. Vergeet dan ook nog niet de patriottische baas van heel de groep. Dat zijn de good-guys maar de bad-guys zijn niet zoveel anders. Aan die kant heb je de tegenhanger van het Oosterse type, de vrouw op wie de protagonist verliefd is en een paar slechteriken (waarvan er één wel zeer hard aan Darth Vader deed denken) die heel bad-ass zijn. Standaard maar daarom niet minder vermakelijk. Voor de rest loopt er een zo-zo verhaaltje doorheen heel de film dat nooit ergens verrast. Zo zie je beide twists dat Rex de evil doctor is en de president niet meer dezelfde is al van redelijk ver aankomen. Gelukkig stoort dit allemaal niet want als je met de juiste verwachtingen aan de film begint dan kan heel het verhaal je niet al teveel schelen.
Want geef nu toe, Sommers pretendeert nooit in zijn films dat hij de nieuwe Kubrick, Scorsese of Tarantino zal worden. Het enige wat hij wilt is om zoveel mogelijk actie in de film te steken en dat lukt hem ook. Iets te goed zelfs want ik kwam met hoofdpijn uit de zaal doordat je op zoveel dinges tegelijkertijd moet letten. Eerst is er een explosie aan de linkerkant maar tegelijkertijd gebeurt er dan weer aan de andere kant van het scherm iets compleet anders. Over het algemeen ziet alle actie er dan ook wel mooi uit. Hier en daar eens een geval van overduidelijke CGI (niet dat de rest van de film er zo realistisch uitziet) maar de achtervolging door Parijs waar uiteindelijk de Eifeltoren het moet begeven ziet er zeer gelikt uit.
Marlon Wayans is zonder twijfel degene die het meeste in de film past. Zijn rol is zo cliché als de pest maar toch kwam er af en toe een glimlach op mijn mond. Channing Tatum daarentegen paste niet echt in de film. Gelukkig is zijn rol dan ook niet zo centraal als dat ik had verwacht. De rest van de cast past ook wonderlijk genoeg stuk voor stuk in de film, zelfs twee oude rotten zoals Jonathan Pryce en Dennis Quaid voelen niet verkeerd gecast aan. Leuk trouwens om Brendan Fraser nog in een bijrolletje te zien passeren.
Ik heb me in ieder geval wel geamuseerd in de cinema.
3.5*
Er is wel één ding dat ik me nog afvraag. Waarom noemt de film in godsnaam Rise of the Cobra? Buiten één slang en een naam (Baron de Cobray) kon ik echt niets linken aan de titel...
Gainsbourg (Vie Héroïque) (2010)
Gainsbourg en zijn Geule
De laatste tijd ben ik me meer en meer aan het interesseren voor Franse muziek en dan kun je natuurlijk niet om Serge Gainsbourg heen. Het lijkt wel alsof hij recent weer wat aan populariteit is aan het winnen bij het algemene publiek (onder andere met de soundtrack van A Simple Favor) en ik wist dat ik al jarenlang deze biografische film had klaarliggen. Ooit eens van televisie opgenomen, maar die opname bleek te laat gestart te zijn dus dan maar naar de DVD op zoek gegaan.
En daar ben ik blij om, want Vie Héroïque is wel een heerlijke film geworden. Regisseur Joann Sfar en de zijnen hebben geruime tijd op een dikke 4.5* afgestevend, maar halen het uiteindelijk niet omdat de film naar het einde echt wel wat inzakt. Zonde, want het begin met de kleine Lucien (en zijn Geule die hem overal achtervolgt) is fantasievol en heerlijk om te volgen maar ook de segmenten met de vele vrouwen in het leven van Gainsbourg zijn stuk voor stuk interessant te noemen. Van het korte stukje met France Gall, de romance met Brigitte Bardot en de relatie met Jane Birkin (wanneer Gainsbourg de set van La Piscine gaat bezoeken! Heerlijk gewoon) kun je al 3 aparte films maken, maar haal die weg en je schiet echter maar met bitter weinig over. Het stukje met La Marseillaise is op zich nog wel een opflakkering maar verder voelt dit toch een beetje aan als een kaars die heel langzaam opbrandt en niet met de te verwachten knal tot zijn einde komt. De dood van zijn ouders, de dood van zijn hond, ... Sfar begint opeens heel hard tussen de lijntjes te kleuren en dat is zonde.
Zeker omdat hij in het overige van de film dat eigenlijk niet zo doet. Geweldige toevoeging om Gainsbourg af en toe te laten achtervolgen door een soort van hersenspinsel maar dit is ook geen feitenbiografie die netjes alle checkboxen afloopt. Sfar (en Declan May) laten zich dan ook inspireren door hetgeen de zanger zelf vertelde en dat was niet altijd de waarheid. Zo beweerde hij dat zijn flat ooit in brand heeft gestaan, maar dat blijkt helemaal nooit te zijn gebeurd. Geweldige rol ook van theateracteur Eric Elmosnino die een nagenoeg perfecte Gainsbourg neerzet, maar sowieso mag heel het castingbureau wel een dikke pluim krijgen. Laetitia Casta is zowaar de wederopstanding van Brigitte Bardot maar ook Lucy Gordon mag er absoluut zijn als Jane Birkin. Hoewel dit allemaal gewoon acteurs zijn die echte mensen spelen, lijk je bij vlagen gewoon naar een documentaire te kijken. Zo'n scène als die waar Bardot zich vergist tussen Jesse James en Clyde Barrow, het zou zomaar echt gebeurd kunnen zijn.
Geen idee eigenlijk of ik dit vroeger wel had kunnen appreciëren. Het is een vreemde mix geworden tussen een sprookje, een animatiefilm en gewoon soms van de pot gerukte scènes. Of het allemaal historisch correct is? Het kan me eerlijk gezegd niet veel schelen. Sfar maakt er zijn eigen verhaal van en doet dat op indrukwekkende wijze, al mag zijn uitstekende cast (en die geweldige soundtrack) hierbij niet onderschat worden.
Dikke 4*
Gam Yuk Fung Wan (1987)
Alternatieve titel: Prison on Fire
Fijne vroege Ringo Lam film
Ik vind het altijd wel leuk om een regisseur de overstap naar een ander land te zien maken, maar in het geval van Aziatische regisseurs lijkt dat meestal mis te lopen. Je hebt natuurlijk uitzonderingen zoals Hark Tsui, al is diens Knock Off zijn oeuvre onwaardig, maar in het geval van Ringo Lam lijkt het erop alsof zijn Hollywood werk interessanter was dan het werk in zijn moederland. Met bijvoorbeeld Twin Dragons, in co-regie met de hierboven genoemde Tsui, kon ik in ieder geval niet bijzonder veel. Prison on Fire had ik dan ook vooral aangeschaft vanwege Chow Yun-Fat.
Lange tijd lijkt dit een interessant filmpje te zijn, maar wel eentje dat het platgetreden pad van de gevangenisfilm volgt. Een man die wegens een stom ongeluk in de gevangenis terecht komt, daar een doorn in het oog wordt van een aantal bendes terwijl de sadistische bewaker(s) geen klop uitvoeren om hem te beschermen en hij kan enkel maar rekenen op een medegevangene bij wie een wederzijdse sympathie is ontstaan. Het is een plotlijn zoals zovelen, maar Lam weet zich vooral naar het einde toe te laten gelden. De onderlinge confrontaties zijn sowieso wel leuk, maar het gevecht in de cel tussen Micky, Ching en Yiu is toch wel het hoogtepunt. Het is een scène die lekker lang duurt en Lam bouwt het in ieder geval heerlijk op. Natuurlijk net wat over the top om geloofwaardig te zijn (de keren dat iemand met zijn rug op een stalen bar terecht komt zijn niet te tellen), maar ik vergeef het Lam met graagte. Schijnt ook nog een vervolg op zijn onder de ronkende titel Prison on Fire II. Dat lijkt me dan weer teveel van het goede maar bon, wie weet stoot ik daar ook nog wel eens op.
En het is bovendien opnieuw met Chow Yun-Fat en dan schaf ik dat waarschijnlijk toch weer blind aan. Blijf het toch een erg vreemde acteur vinden trouwens. Op zich mist hij de uitstraling die het soort personages waar hij bekend mee is geraakt zou moeten hebben, maar hij geraakt er altijd mee weg. Ook hier weet hij een goede balans te houden tussen aantal vermakelijke knokscènes en ook nog een dosis humor. Goede rol ook nog van Tony Ka Fai Leung, niet te verwarren met die andere Tony Leung uit onder andere Infernal Affairs, die een leuk duo vormt met Fat. Misschien ietwat geforceerd in de meer dramatische scènes, daar is Fat toch beter in, maar verder weinig op aan te merken.
Fijn! Ringo Lam heeft wel wat vermakelijke Jean-Claude Van Damme nonsens op zijn naam staan, vind zelfs In Hell als gevangenisfilm nog net een tikkeltje beter dan deze Prison on Fire, maar tof om te zien dat zijn vroeger werk ook een zeker niveau bereikt. Moet maar eens wat meer op zoek gaan naar de rest van zijn oeuvre.
3.5*
Game of Death (1978)
Alternatieve titel: Si Wang You Ju
One rebel begats another. It's the Billy Lo syndrome
Een lange tijd geleden had ik op een rommelmarkt een hoop VHS banden gekocht met Bruce Lee in de hoofdrol voor nog geen twee euro. Het ging om Lee zijn 'echte' films zoals The Big Boss, Fist of Fury, Way of the Dragon, Enter the Dragon en deze Game of Death. Er waren ook nog twee documentaires (Bruce Lee, the Legend en The Curse of the Dragon) en een film die op zich niet echt veel met Lee als acteur heeft te maken: Dragon, the Bruce Lee Story. In die tijd was ik van plan om een Lee collectie te starten (de eerste twee films had ik al op DVD maar dit kon ik niet laten liggen) maar om de een of andere stopte ik met kijken na Way of the Dragon. Uit het oog verloren of Bruce Lee een beetje beu gezien? Geen idee maar vandaag maar eens de laatste uit zijn films gezien waar hij nog bewust heeft meegespeeld.
En ik moet zeggen dat het een wel vreemde zit is geworden. Ik was niet in zijn geheel thuis hoe het juist zat met Lee zijn dood en welke film hij nog had afgemaakt en in hoeverre die film nog beelden van hemzelf bevatte waardoor dit een wel komische zit werd. Vermits Lee de opnames van deze film stop zette om in Hollywood Enter the Dragon te draaien, waar hij niet meer van terug kwam, werd er besloten om 5 jaar na zijn dood de film toch nog af te maken met andere acteurs. Dit resulteert in twee acteurs die niet op Lee lijken en dit wordt door de regisseur 'handig' (let op de aanhalingstekens) opgelost door de acteurs met grote zonnebrillen te laten rondlopen of door ze continu in de schaduw te laten staan. Op zich een belachelijk idee maar het geeft een zekere charme aan de film moet ik zeggen. Op zich wordt er ook nog wel geprobeerd om hier een mooi geheel van te maken en ergens waardeer ik dat wel. Oké, het idee van Lee zelf met de toren en de vijf vloeren wordt bijna geheel van tafel gesmeten (er was ook maar voor drie vloeren gefilmd) maar de strijd met het syndicaat zorgt ervoor dat het op zich niet erg is dat er met veel kostuums en vermommingen wordt gewerkt. Ook via het gebruik van archiefmateriaal krijgt de film toch nog een authentiek tintje.
Maar hoe knullig en humoristisch het ook is, normaal gezien zou ik hier nooit een voldoende voor geven want eerlijk is eerlijk: dit is gewoon niet zo denderend. Het zijn echter de laatste 10 minuten ofzo die dit echt nog naar een hoger niveau weten te tillen. Want juist in die 10 minuten krijgen we de beelden zien die nog effectief met Lee zijn en zoals altijd zijn dat weer pareltjes. Hoogstwaarschijnlijk had Lee zelf dit nooit in de film gestoken, hij was altijd enorm perfectionistisch op gebied van zijn vechtscènes, maar toch ziet dit er weer enorm indrukwekkend uit. De kreetjes blijven hilarisch maar ook Lee's vechtstijl blijft indrukwekkend. Deze keer word de acteur ook nog bijgestaan door een resem bekendere gezichten waar vooral Kareem Abdul-Jabbar de moeite waard van is. Het gevecht tussen beide is dan ook heerlijk om naar te kijken. Bizar trouwens dat mijn versie zegt dat ze ongecensureerd is maar dat ik via Imdb er achter kom dat er nog een nunchaku scène bestaat? Misschien toch maar eens op zoek gaan naar de DVD.. Qua acteerprestaties moet je het hier trouwens niet voor doen. Lee staat bij mij sowieso al niet ten boek als een echt goede acteur (het is zijn charisma en stijl waardoor ik hem graag zie spelen) maar ook de rest van de cast acteert redelijk belabberd. Colleen Camp moet niet meer doen dan wat mooi wezen maar vooral Tai Chung Kim en Biao Yuen zijn slecht als Billy Lo. Zolang ze hun vermommingen aan hebben valt het nog mee maar laat ze vechten of spreken en het is naar de knoppen. Soundtrack voelt wel erg James Bond-achtig aan maar dat is natuurlijk niet moeilijk vanwege John Barry.
Nog altijd aan het twijfelen wat ik hier eigenlijk aan moet geven. Van het origineel schiet niet meer al te veel over als ik het internet moet geloven maar het komt zo knullig over dat het eigenlijk best wel leuk is. Het zijn echter de laatste gevechten met Lee die de doorslag geven voor de score van de film. Binnenkort de documentaires ook maar eens opzetten.
3.5*
Gamin au Vélo, Le (2011)
Alternatieve titel: The Kid with a Bike
Geslaagde kennismaking met de Waalse broers
Als Belg zijnde was ik het eigenlijk al langer van plan om me eens te verdiepen in het werk van de Dardenne broers omdat ik er toch al enorm veel goeds van had gehoord. Het bleef echter bij mij alleen maar bij het idee en voor de rest kwam er niet veel van in huis. Dat veranderde toen bleek dat ze in het plaatselijke cultuurcentrum de recentste film van het regisseursduo op groot scherm brachten. Tickets besteld en afgelopen dinsdag was het zover.
En ergens is het een vreemde zit geworden. Qua verhaal is Le Gamin au Vélo wel erg mager en lijkt het zich soms zichzelf de nek om te draaien vanwege de voorspelbaarheid. Zo ziet ieder klein kind al aankomen dat de relatie tussen Wes en Cyril nog geheel verkeerd zal gaan aflopen maar langs de andere kant wordt er dan wel weer verfrissend uit de hoek gekomen. Zo voel je perfect aan dat er nog een staartje gaat komen aan Cyril zijn gerechtelijke avontuur maar dat de vader en zoon van de krantenwinkel de dader zullen zijn had ik dan weer niet zien aankomen. De hoge score langs mijn kant zit hem dan ook in de manier waarop alles in beeld wordt gebracht want de film zit op zich vol met een aantal prachtige scènes. De uitbarsting van Cyril in de auto wanneer zijn vader hem verteld dat hij hem niet meer wil zien, vader en zoon van de krantenwinkel die op Cyril staan te kijken wanneer die uit de boom is gevallen, ... Ook heel de relatie tussen Samantha en Cyril wordt erg mooi en naturel in beeld gebracht. Het probleem dat na de aftiteling overblijft is dan ook dat het lijkt alsof de film niet af is. Ik kan niet exact uitleggen waar het juist aan ligt maar ik had het gevoel dat er nog meer uitgehaald had kunnen worden. Ben in ieder geval benieuwd geworden naar de rest van hun oeuvre.
Maar eerlijk is eerlijk, de film had bijlange na niet zo goed geweest zonder de cast. Normaal gezien ben ik niet zo voor kinderen in een film, hoewel er natuurlijk altijd uitzonderingen bestaan zoals de originele The Omen, maar ook de rol van Thomas Doret als de jonge Cyril mag zich vanaf nu in de categorie scharen van hoe het wel moet. Doret acteert erg naturel, in het begin krijg je echt een hekel aan hem, maar naargelang de film vordert weet hij dit perfect te laten evolueren. Geen makkelijke rol voor iemand van die leeftijd maar hij doet perfect. Zijn niveau is volgens mij dan ook wel te wijten aan het heerlijke tegenspel van Cécile De France. Nog nooit van deze actrice gehoord maar man, dit speelt ze erg sterk. Hoewel ze niet enorm knap is heeft ze een soort van natuurlijke charme en het werkt perfect in de sfeer die de broers oproepen. Sowieso een actrice om eens in het oog te gaan houden. De film steunt voornamelijk op de wisselwerking tussen deze twee acteurs maar ook qua bijrollen is er bitter weinig slechts op te merken.
Ik had altijd gehoord dat de films van de Dardenne broers zo zwaar waren maar daar is bij deze film niets van waar. Natuurlijk bevat Le Gamin au Vélo wel zijn zwaardere momenten maar de broers weten er luchtig mee om te gaan en leveren een sterke sfeer. De cast acteert ook nog eens van een hoog niveau en daarmee is alles zowel gezegd.
4*
Gangs of New York (2002)
America was born in the streets
Ik had Gangs of New York al een redelijk lange tijd op de decoder staan maar het kwam er precies maar niet van om hem op te zetten. Misschien zat er een wel onbewuste reden tussen omdat ik hem vroeger eens had opgezet maar dat de film mij toen niet kon boeien. Soit, dit weekend toch eens tijd voor vrijgemaakt.
Vanaf de moment dat de film opent vroeg ik me echt af hoe het mogelijk was dat ik dit ooit saai heb gevonden. De opkomst van de verschillende gangs is indrukwekkend en krijgt dan meteen zijn eigen kleine climax met de dood van Priest Vallon. Allemaal indrukwekkend en de film weet dit voor een tijd vast te houden maar valt dan toch in het diepe gat der saaiheid. Het wraakverhaal van de zoon van Vallon, Amsterdam, boeit op zich wel maar de film duurt te lang om het geheel interessant te maken. Heel de liefdesaffaire tussen Amsterdam en Jenny doet hier geen goed aan. Het is dan ook pas wanneer Amsterdam verraden wordt door zijn maat dat de film zich langzaam weer naar een iets hoger niveau weet te slepen. Met als hoogtepunt natuurlijk de climax tussen Amsterdam en Bill 'The Butcher' Cutting waar je als kijker toch een dikke 2 uur op zit te wachten. Het is dan ook jammer dat de gevechten soms ietwat rommelig overkomen. Ik kan er niet echt mijn vinger op leggen van dat scheelt er maar soms was het overdreven bloederig en op andere momenten zag je dan weer helemaal niets. Jammer want de rest van de film heeft een sfeer om u tegen te zetten. Heel het New York van de jaren 1800 ziet er indrukwekkend uit en de aankleding van de personages is dan ook de moeite waard. Ik vond het alleen wat vreemd dat de Natives zo van die hoge hoeden op hadden, dat was nu echt het enige dat er niet uit zag.
Scorcese zorgt met Gangs of New York voor een serieuze cast. We hebben zijn lievelingetje, DiCaprio, een schoon madam, Cameron Diaz en een acteur die mij niet zo heel bekend voor komt, Daniel Day-Lewis. Het is dan ook ergens erg dat degene die ik niet ken als beste uit de film tevoorschijn komt. Wat een geweldige rol zet die Day-Lewis neer. Hij zorgt er persoonlijk voor dat de film toch een halve ster meer krijgt dan dat hij zou krijgen. De manier waarop hij Bill neer zet is van pure klasse, ik ben dan ook benieuwd naar zijn rol in Nine. Diaz daarentegen slaagt de bal hier compleet mis. Ik heb het altijd een goede actrice gevonden, met hier en daar eens een misstap zoals Charlie's Angels, maar hier is ze echt compleet overbodig. Jammer want door haar rol in The Box had ik weer bijzonder veel vertrouwen in haar gekregen. Als brunette ziet ze er niet uit en haar enige scène waar ze echt in uitblinkt is het messenwerpen met Bill. Al zal Daniel Day-Lewis daar ook wel voor iets tussen zitten. Dan rest van de hoofdrolspelers alleen nog maar Dicaprio. Ik kan er niets aan doen maar ik zie hem simpelweg niet graag spelen. Ik blijf het een acteur vinden met een te hoog pretty-boy gehalte en hij is er nog niet in geslaagd om het tij te doen keren. Pas op, ook in Gangs of New York probeert hij wel maar hier wordt hij compleet weggespeeld door Day-Lewis. Al zijn er maar weinig acteurs die hier tegenop hadden gekund. Qua bijrollen heeft Scorcese ook nog wel een mooie groepje bijeen geraapt. Jim Broadbent, die een geweldige rol heeft in Moulin Rouge, heeft ook hier een leuk rolletje maar het is vooral John C. Reilly die me deed verschieten. Ik kon me hem alleen maar herinneren van die idiote poster van Step Brothers. Een reden waarom ik ook nog altijd niet naar Cirque de Freak ben gaan zien maar nu heb ik eerlijk gezegd geen reden meer om dit uit te stellen. Liam Neeson is tenslotte ook nog uitmuntend in zijn rol als Priest Vallon. Oké, hij heeft niet zo'n grote rol maar hij weet toch wel zijn stempel op de film te drukken.
Geen gigantisch hoge verwachtingen maar na een uitstekende openingsscène en begin slaagt dit toch nog wat tegen. Scorcese zal niet meteen mijn favoriete regisseur worden maar hij slaagt er toch wel in om weer een aantal sterke scènes op het scherm te tonen. Cast is in orde met uitzondering van Diaz die hier totaal niet op haar plaats is.
3*
Gangster Squad (2013)
Back east I was a gangster...out here, I'm god
Ik ben altijd al wel een fan geweest van gansterfilms. In films worden ze natuurlijk enorm geromantiseerd maar er is iets charmant aan de manier waarop dames evolueren in ware femme fatales en waar mannen even onafscheidelijk zijn van hun hoed als van hun Tommy Gun. De trailer leek dit allemaal te hebben (met uitzondering van de Tommy Gun, die werd ingewisseld voor een ander wapen) en er kwam dan ook nog eens een heuse sterrencast aan te pas. Hoog tijd dus voor het eerste bioscoopbezoek van 2013!
En dit kan in ieder geval tellen als opener want Gangster Squad is een erg degelijke film geworden. En dat is eigenlijk vreemd want op zich is de film enorm cliché en zijn er nergens echt verrassingen te vinden. Zeker het groepje politiemannen staat bol van de clichés met de tough-guy (O'Mara), de good-guy die eerst weigerachtig staat tegenover het voorstel maar uiteindelijk toch meedoet (Wooters), de brains (Keeler), de oldtimer (Hopalong), het jonge bloed (Navidad) en natuurlijk de neger (Harris). Toch is Gangster Squad vakkundig gemaakt en stoort dit eigenlijk nooit. Je weet ook dat Cohen uiteindelijk het onderspit zal moeten delven (inclusief de dood van één van de politiemannen, al had ik niet gedacht dat er 2 gingen sneuvelen) maar de opbouw ernaar is puur vermaak. Het boksgevecht tussen O'Mara en Cohen vond ik trouwens wel de perfecte afsluiter. Al vanaf het moment dat we de confrontatie tussen Jack en Cohen te zien krijgen (geweldige scène trouwens) was ik aan het hopen op een boksgevecht met Cohen maar die maakte er zich maar wat gemakkelijk vanaf door Jack neer te schieten. Gelukkig krijgen we op het einde dan toch nog waar voor ons geld. Maar hetgeen me eigenlijk nog het meest aansprak was de stijl waarin de film is geschoten. Voor velen is Chinatown het perfecte tijdsbeeld van de jaren 40-50 in Los Angeles maar dit is werkelijk stukken beter. De klasse straalt er vanaf en het is een genot om naar te kijken.
Eén van de beste rollen van Penn in de laatste jaren, zoveel is duidelijk. Hij moest elke dag zo'n 3 uur in de make-up stoel zitten om volledig te transformeren naar Mickey Cohen maar het resultaat mag er wezen want je hebt nooit het gevoel dat je naar Penn zit te kijken. Hij gaat dan ook compleet op in zijn rol. Aangenaam verrast ook door Josh Brolin. Het moet geleden zijn van No Country for Old Men dat ik hem nog in een film heb gezien en ik had een beetje mijn twijfels of hij dit ging kunnen afbrengen maar hij is erg sterk als de norse O'Mara. Wat was er trouwens aan de hand met de stem van Ryan Gosling? Zeker in het begin is het vrij storend maar gelukkig is hij voor de rest wel goed op dreef. Dit soort films moet ook gewoon een femme fatale hebben en deze komt er via Emma Stone. Het was pas bij de reboot van Spider-Man dat ze echt me opviel maar ook hier is ze een lust voor het oog. Kleine rol jammer genoeg maar haar aanwezigheid maakt al veel goed. Tof ook om Giovanni Ribisi te zien. Ben altijd al wel een fan geweest en dit soort rollen zijn dan ook een kolfje naar zijn hand maar eigenlijk zijn hier geen slechte rollen in te vinden.
Ik verwachtte wel wat van deze Gangster Squad en die verwachtingen komen stuk voor stuk uit. De stijl is sowieso al een groot pluspunt maar ook de uitwerking is erg degelijk gedaan. Tel daar nog eens een ware sterrencast bij en je hebt een geweldige film. Hopelijk is dit een voorbode voor de rest van 2013
4*
Gangsters, Guns & Zombies (2012)
Alternatieve titel: Gangsters, Guns and Zombies
S.H.I.T= Sever the head, Have an escape route, Isolate the infected, Travel by day
Mijn broer had een tijd geleden een horror box gekocht waar deze, Devil Seed en Wake Up and Die in zaten. Hij was vooral geïnteresseerd in de twee laatste films en verwachtte, net zoals ik trouwens, hier weinig van. In de eerste plaats omdat het ons wat deed denken aan Deadheads (die ik zelfs niet heb kunnen uitkijken), maar aangezien we daarstraks Devil Seed hadden gezien leek het ons nu een goede gelegenheid om het laatste deel uit de boxset op te zetten.
En wat is er nu gebeurd? Gangsters, Guns & Zombies blijkt nog vrij leuk te zijn. Het begin is redelijk taai, maar na een halfuurtje begint de film wel wat los te lopen. Hoewel de personages te stompzinnig zijn voor woorden (sommige van hun dialogen en acties zijn zowaar nog stompzinniger), begin je er op den duur wel mee te kunnen lachen. Het zijn vaak kleine details (de kerel met het gasmasker die toch nog tegen een boom loopt) die het leuk maken. Je vraagt je af waar het uiteindelijk allemaal zal eindigen nadat de gangsters onder andere een racistische grootmoeder en haar kleindochter zijn tegen gekomen, maar daar loopt de film juist mis. Er is gewoon geen climax. Q doet even een heroïsche daad door zich op te offeren, schuilt op de wc en daar eindigt de film. Ik had verwacht dat we nog veel meer gingen zien van het bootritje (temeer omdat Muscles al aangaf dat hij eigenlijk alleen maar had leren varen via een CD-rom) en je scoort bovendien geen punten bij mij wanneer je dan nog eens een hoop bloopers (onder andere zombies die de danspasjes van Michael Jackson's Thriller leren) in de eindcredits monteert om zo tot een acceptabele speelduur te komen.
Reken dus maar op een speelduur van een 80 minuten en niet de 92 die zowel hier alsook op de DVD hoes staat afgebeeld. Qua effecten is de film wel niet om over naar huis te schrijven. Kreeg zelfs soms af en toe het gevoel dat het hier om een afstudeerproject ging, maar dat zal wel niet zijn aangezien regisseur Matt Mitchell hiermee al aan zijn derde film zat. Qua personages een soort van light versie van Lock Stock en al die andere Britse gangster films die je daarmee kunt associëren, maar eerlijk is eerlijk: het werkt wel redelijk goed. Vrij memorabele figuren (Crazy Steve en Muscles zijn de favorieten) en dito scènes. De invulling van de gangsters is dan ook vrij degelijk. Dik aangezette accenten, veel 'whut mate!' en gevloek.. Je moet er van houden.
Het duurt even om in de film te komen, maar op zich is het het wel waard. Gangsters, Guns & Zombies is dan ook zo'n film die leuker is wanneer je hem met meerdere personen ziet. Jammer van de anticlimax, want anders had er wel eens een 3.5* ingezeten.
3*
Garden Gopher (1950)
Garder Gopher, de short die ik een tweede keer heb gezien omdat ik eigenlijk vergeten was dat ik hem al een paar dagen eerder had gezien. Geen goed teken uiteraard en ook bij de tweede kijkbeurt bleek er niet veel van te blijven hangen. Pas op, het is en blijft een Tex Avery short en die zijn over de grote lijn wel fijn om eens te zien, maar dit behoort tot één van zijn zwakste werken. Sowieso wel jammer dat dit al een verknipte versie is. Dan doet Disney dat toch wel een stuk beter met gewoon een waarschuwing vooraleer de short begint. Soit, Garden Gopher steunt vooral op de strijd tussen Spike de hond tegen een soort van eekhoorn en stelt voor de rest niet zo erg veel voor.
2*
Garden of Allah, The (1936)
The Arabs have a saying, Madame, the desert is the Garden of Allah
The Garden of Allah is een film die indertijd wel wat heeft losgemaakt. Het was sowieso de eerste kleurenfilm van Marlene Dietrich, maar de film kende een tweede leven toen de zangeres Cyndi Lauper de film midden jaren '80 liet opdraven in het begin van de videoclip van één van haar grootste nummers: Time After Time. Dat kon echter allemaal niet baten en vandaag de dag moet de film het maar met iets meer dan een schamele 20 stemmen stellen. La Dietrich verdient meer als je het mij vraagt.
Het grootste probleem is echter dat dit niet zo'n bijzonder goede film is. Dat is misschien wat kort door de bocht, maar in het kleine anderhalf uur dat regisseur Richard Boleslawski nodig heeft om het verhaal te vertellen geraakt hij nergens verder dan de gebruikelijke clichés. Daar komt dan ook nog eens bij dat de nadruk wel erg hard op religie is komen te liggen en dat de personages gereduceerd worden tot gelovige karikaturen. Absoluut niets tegen mensen die geloven (weliswaar als ze dat doen op een manier die geen schade berokkent aan anderen) maar dit werd op den duur nogal tenenkrommend. Wat overblijft is een tranentrekker van jewelste die in de laatste 5 minuten compleet ontspoord. Dat alles dan ook nog eens terwijl de personages een gibberish aan Arabisch uitstoten..
Waarom dan toch nog die redelijk hoge score van 2.5*? Wel, daar zijn een aantal redenen voor. Op de eerste plaats ziet dit er werkelijk fenomenaal mooi uit. Hier en daar wel eens een misser (Domini die met haar toorts ligt te zwaaien tijdens de nacht) maar je waant je echt in de woestijn, terwijl dit op zich allemaal in Amerika is gefilmd. Ook de cast is erg sterk. Een ietwat atypische rol voor Dietrich, maar wel één die ze tot een perfect einde weet te brengen. Ook Charles Boyer is sterk als de getormenteerde gelovige Boris en zijn er nog degelijke rollen voor Basil Rathbone als Anteoni en een bijna onherkenbare John Carradine als een soort van ziener. Let ook vooral nog op een kleine Maria Riva in het klooster. Maria wie? Maria, de dochter van Dietrich die later nog een klepper van een biografie over haar moeder zou schrijven.
Vreemd genoeg de derde versie van dit verhaal (er was er al eentje in 1916 en eentje in 1927) dus blijkbaar moet dit indertijd toch populair zijn geweest. Het voelt vandaag de dag vooral erg veroudert aan en wordt enkel nog overeind gehouden door een mooie regie en een degelijke cast. Is in de BeNeLux uitgebracht op DVD als double feature met Since You Went Away trouwens.
2.5*
Gaston's War (1997)
We"ll meet again, don't know where, don't know when but I'm sure we'll meet again
Je zou het hem vandaag de dag niet meer aangeven maar Robbe De Hert had als kind een serieuze Engelse tongval. Vandaag de dag is dat compleet ingewisseld voor een sappig Antwerps dialect maar naar het schijnt zorgde het (omdat hij in Engeland geboren is en daar zo'n 6 a 7 jaar heeft gewoond) voor de nodige pesterijen toen hij eenmaal naar Mortsel verhuisde. Hij zou later al gekscherend zeggen dat hij nog eitje te pellen had met de Engelsen en zodoende bij Gaston's War is uitgekomen.
Gebaseerd op het boek dat ex-journalist Allan Mayer in 1988 schreef over de Belgische verzetsstrijder Gaston Vandermeerssche kiest De Hert in de eerste plaats om aan de hand van diens dagboek de dagelijkse rompslomp en stress van de smokkelaar in beeld te brengen en kiest er tegelijkertijd ook voor om dit allemaal geschiedkundig te situeren met de hulp van historica Hilde Eynikel, pittig detail daarbij is echter dat de echte Gaston na het zien van de film zich compleet van De Hert's creatie distantieerde.. Hij noemde zijn rol onderbelicht en daar is ergens iets voor te zeggen want de Antwerpse cineast maakt er wel een ietwat chaotische film van. Heel veel verschillende verhaallijnen en personages lopen door elkaar en qua audio had dit echt wel beter gemogen. Het is altijd een pluspunt wanneer de personages hun eigen taal spreken (hoewel dat hier en daar wel onderling lijkt te wisselen) maar het Nederlands is nagenoeg onverstaanbaar in vergelijking met het Duits en het Engels. Sowieso een erg povere release door RCV, dan hoop ik dat de in 2017 uitgebrachte gerestaureerde versie beter is..
Misschien dat ik die ook nog wel aanschaf wanneer ik de DVD eens tegenkom, want op zich doet De Hert hier ook wel veel goeds. Ik had het in eerste instantie niet verwacht, maar Werner de Smedt (die tot in 1997 enkel en alleen maar een rolletje in bijvoorbeeld Wittekerke op zijn naam had staan) draagt de titelrol met veel glans. Niet alles komt even vlotjes over weliswaar, maar hij geraakt met veel meer weg dan ik hem aan het begin van de film had aangegeven. Meesterzet ook om Filip Peeters de rol van Nazi officier te geven (hij mag meteen ook de meest brute scène uit de film op zijn naam schrijven) en aan de hand van een internationale cast krijgt de film meer allure. Clive Swift zal ik echter nooit los kunnen zien van zijn rol in Keeping Up Appearances en die voelt hier enorm geforceerd en gedesinteresseerd aan. Sylvia Kristel is nog een goede toevoeging als Miep Visser maar Gert Jan Dröge heeft toch een ietwat te hoog 'Allo 'Allo gehalte.
Dat einde met de tekst dat de documenten pas in 2042 vrijgegeven mogen worden.. Klopt dat of is dat gewoon een ietwat subtiele knipoog naar Oliver Stone's JFK? In ieder geval: ik zou de film graag nog eens in een deftige release zien, want het mag zeker zijn dat De Hert hier af en toe van zijn beste kant laat zien. De schuilscène in de metro is kippenvel en hij slaagt er in om hier een erg degelijke oorlogsfilm van te maken, hoewel hij geen budget had voor grootschalige vechtscènes en het dan maar deed met archiefmateriaal..
3.5*
Gatto Nero, Il (1981)
Alternatieve titel: The Black Cat
Fulci doet Poe
Ik ben nog niet zo enorm thuis in het Italiaanse horrorwereldje maar ik kende de naam en status van Lucio Fulci wel en was eigenlijk wel benieuwd naar wat voor regisseur het was. Op goed geluk dan maar voor Il Gatto Nero gegaan. Een willekeurige gok dus aangezien Fulci er een serieus oeuvre op heeft nagehouden (zo'n 50 films in iets meer dan 30 jaar!) maar ik vond het verhaal van Edgar Allan Poe wel één van de beste dat uit de pen van de schrijver is gekropen. Misschien moet ik daar wel als kanttekening bijzetten dat ik verder niet zo'n fan ben van Poe maar soit, is zien wat de combinatie geeft.
Het resultaat is maar zozo. Het originele verhaal zat redelijk ver weggestopt in mijn geheugen - het is zo'n 6 jaar geleden als ik mijn review op Boekmeter er eens bijneem - maar het is vrij snel duidelijk dat Fulci allerlei randzaken verzint om tot een respectabele speelduur te komen. Logisch natuurlijk aangezien het bronmateriaal erg beperkt is, maar je voelt toch de kwaliteit stijgen wanneer we dan eindelijk aan het einde komen waar de kat mee ingemetseld geraakt en zo zijn baasje verraadt wanneer de politie een huiszoeking komt doen. Fulci houdt verder nog een aantal elementen in ere zoals het ophangen van de kat maar maakt er voor de rest maar een redelijk slepend geheel van. De moorden ogen hier en daar nogal knullig en hoewel er best nog wel wat leuke momentjes inzitten, had ik toch meer verwacht van een regisseur die als bijnaam "The Master of Gore" heeft meegekregen. Oké, met de kat kun je sowieso weinig meer doen dan wat opengekrabte lichaamsdelen maar toch.. Ik bleef wat op mijn honger zitten.
Hij heeft wel een fijne cast rond zich weten te verzamelen. Patrick Magee is geen onbekende in het horrorwereldje met onder andere Die, Monster, Die!, And Now the Screaming Starts! en Demons of the Mind en doet hier zowat hetzelfde kunstje als in die andere films. Mimsy Farmer mag als fotograaf het mysterie oplossen en doet dat nogal zoutloos. Normaal gezien zijn vrouwen in dit soort Italiaanse horrorfilms op een zekere manier toch wel iconisch maar Farmer is redelijk inwisselbaar. Hetzelfde kan gezegd worden voor David Warbeck als inspecteur Gorley en dan rest eigenlijk alleen nog de fameuze zwarte kat. Tof en mooi beestje dat hier en daar niet helemaal de orders leek te volgen (er is een scène waar je vrij hard ziet dat de kat gewoon gegooid wordt) maar die angst die ik bij het boek had komt er niet uit.
Neen, hier had ik toch wat meer van verwacht. Misschien was ik nog te euforisch van Lamberto Bava's Demoni dat ik als eerste deel van een Italiaanse horror double feature had gezien? Ik weet het niet maar Il Gatto Nero is redelijk tam en slepend te noemen, al zeker wanneer je bekijkt dat de meest inventieve moord (die van het koppeltje) nog vooraan in de film zit.Je mag een regisseur echter niet afschrijven op maar één film, zeker niet als het om zo'n oeuvre als dat van Fulci gaat, dus er zal nog wel eens iets van zijn hand passeren.
Nipte 3*
Gattopardo, Il (1963)
Alternatieve titel: The Leopard
Visconti's ultieme meesterwerk
Ik weet nog dat ik een aantal jaar geleden altijd naar deze film trok in de winkels om hem te kopen. De titel sprak me enorm aan en na een lange tijd twijfelen dan toch maar gekocht. Het was mijn eerste kennismaking met Visconti, met een Italiaanse regisseur over het algemeen, maar ik was op slag verkocht. De sierlijkheid van de adel, het meeslepende verhaal, de aankleding, ... Heel dit vorstenepos zat gewoon geniaal in elkaar en het enige nadeel was de lange speelduur. Dat is ook de reden dat ik hem een aantal jaar heb laten liggen want ik had gewoon geen tijd om dit terug opnieuw te kijken doordat ik zo'n enorme kijkachterstand heb. Maar in Cinema Zuid in Antwerpen gaven ze deze op het grote scherm naar aanleiding van de verjaardag van Nino Rota, de componist van de film. Ik daar gisteravond naartoe en gewoon weer compleet weggeblazen.
Waar moet je ook beginnen bij zo'n film als deze, een film waar echt alles tot in de puntjes is verzorgd? Ik denk het beste bij de visuele pracht die Visconti zich hier weer eigen maakt. Visconti zelf was geboren in een rijke adellijke familie, één van de rijkste uit het gebied, dus ik veronderstel dat hij maar al te goed wist hoe hij een adellijke familie moest portretteren. Er zit natuurlijk nog wel een verschil tussen het weten en het effectief doen en daar zit voor mij het verschil met andere films in zijn soort want de aankleding is werkelijk magistraal te noemen. Echt alles is tot in de puntjes verzorgd en we krijgen hiermee een blik in een zeldzame wereld. De setting van het kasteel ziet er verbluffend uit maar het zijn vooral de vele kostuums, jurken en galabals die dit echt tot een mooi geheel maken. Il Gattopardo gaat voornamelijk over een periode in het leven van de adel maar de manier waarop het allemaal wordt weergegeven is subliem. De film zit dan ook bomvol memorabele scènes waarvan de dans tussen Fabrizio en Angelica simpelweg het hoogtepunt is. Een scène waar zoveel symboliek uitstraalt dat het bijna gewoon niet te bevatten is. Fabrizio die overduidelijk helemaal opleeft wanneer hij danst maar daarna bijna direct terug in de vergetelheid terecht komt. Visconti weet hiermee perfect het einde van een periode weer te geven. Het laatste shot waar we Fabrizio gewoon zien weglopen, iedereen achterlatend maar wetende dat het allemaal in goede handen terecht is gekomen, is gewoon perfectie in al zijn eenvoud.
Ik weet dat ik vroeger (ondertussen al weer 2.5 jaar geleden!) de film nogal moeilijk te vatten vond. Ik had last met de verschillende personen en het begin vond ik maar traag op gang komen. Heel de balscène duurde me ook iets te lang maar daaruit blijkt hoe hard je soms van mening kunt veranderen want nu was er geen sprake van verveling. Vanaf de eerste momenten dat de film op gang komt, zit je meteen in de film om nooit meer losgelaten te worden. Visconti kiest ervoor om historische gebeurtenissen af te wisselen met de dramatiek van het leven van de adel en dit zorgt voor genoeg variatie in het verhaal. De dikke 3 uur vliegen voorbij en voor je het weet zit je aan de aftitieling. Jammer want dit had voor mijn part nog wel wat langer mogen doorgaan. In ieder geval, hoeveel symboliek er ook in de beelden zit, er zit sowieso even veel in de verhaallijn. Het is moeilijk uit te leggen maar elke dialoog lijkt precies perfect geschreven om een bepaalde scène te rechtvaardigen. Ik heb het boek nooit gelezen maar misschien moet ik er wel eens achter gaan. De film zit dan ook bomvol met quotes die zelfs vandaag de dag nog perfect zin zouden maken. Het is ook de eerste keer dat het me opvalt dat er zoveel humor in de film verweven zit. Natuurlijk geen schaterlach humor maar, wederom, in de dialogen zitten er een aantal leuke vondsten. Vooral in de vorm van de gesprekken tussen Fabrizio en de pater zitten wel een paar grinnikmomenten. Ik ben eigenlijk benieuwd geworden naar de, bijna legendarische genoemde, versie van 205 minuten die zogezegd in Italië op video zou zijn verschenen. Visconti zelf prefereerde de versie van 187 maar toch, ik ben benieuwd.
Visueel verbluffend mooi, verhaaltechnisch enorm sterk en dan schiet er nog een enorm sterke cast over. Ik ken Burt Lancaster alleen maar van zijn rol in Vera Cruz, waar hij de meest onnatuurlijke witte tanden ooit heeft maar dat valt hier gelukkig niet zo hard op. Soit, er zit 9 jaar tussen de twee films maar je zou bijna niet zeggen dat het hier om dezelfde acteur gaat. Lancaster is gewoon zo geniaal in de rol van Fabrizio dat je je niet kunt voorstellen dat hij de rol bijna niet had gehad. De eerste keus ging naar Nikolai Cherkasov maar die werd te oud voor de rol gevonden. Daarna ging de rol naar Laurence Olivier maar de producers wilden een acteur met een box-office op het moment dus Olivier werd ook niet gekozen. Uiteindelijk moest de Visconti kiezen tussen Anthony Quinn, Spencer Tracy en Lancaster en doordat die laatste de regisseur had geïmponeerd door zijn rol in Judgement at Nuremberg, werd Lancaster gekozen. Een keuze die perfect werkte want Lancaster is simpelweg geniaal als de hoogste van de adellijke familie, de prins. Hij overtreft zich vele malen ten opzichte van Vera Cruz, Visconti wou zelfs Lancaster eerst compleet afschrijven doordat hij geen cowboy in zijn film wou. Het ironische is dan weer dat hij een bijrol aan Mario Girotti had gegeven die later bekend zou worden als Terence Hill. Deze zou 4 jaar later kennis maken met Bud Spencer in de western God Forgives ... I Don't! en zou een deel worden van een historisch duo. Enorm leuk trouwens om Hill hierin te zien verschijnen en hij acteert ook op een hoog niveau. Hij is er lastig uit te halen maar de felblauwe ogen doen toch enorm veel. Met Lancaster heeft Il Gattopardo al een uitstekende acteur maar ook bij de vrouwen moet daar niet voor worden ondergedaan, daar zorgde Claudia Cardinale wel voor. De bloedmooie actrice wordt weliswaar gedubt, al is in sommige scènes haar echte stem te horen en dit tezamen met die heerlijk bulderende lach van haar, maar ze is hier misschien nog net iets beter dan in die andere klassieker waarin ze in meespeelt, C'era Una Volta il West. De piepjonge Alain Delon is trouwens ook wel enorm de moeite waard, vooral in samenspel met de twee bovenstaande. Mijn vader was altijd enorme fan van hem en ik kan niets anders dan dit beamen. Ik heb hem tot nu toe in 2 rollen gezien, deze en dat andere Visconti meesterwerk (Rocco e i Suoi Fratelli) en in beide rollen is hij gewoon uitstekend. Il Gattopardo steunt voornamelijk op deze driepoot qua verhaal maar dat neemt niet weg dat er in de bijrollen ook niets is te beleven. Verre van want de vele figuranten weten perfect wat ze moeten doen. Voornamelijk te zien in de vele massascènes tijdens het bal en dergelijke. Niemand staat daar gewoon te staan maar iedereen is in beweging en dit zorgt voor perfecte beelden.
Il Gattopardo is in één woord een meesterwerk. Visueel is het een verbluffend magistraal spektakel, qua verhaal is het geweldig meeslepend en de cast acteert op zo'n ontzettend hoog niveau dat je zelfs begint te twijfelen of het wel degelijk acteurs zijn. De uitstekende muziek van Nino Rota is tenslotte nog de kers op de taart. De genialiteit spat van het scherm af en na zo'n 9 films van Visconti te hebben gezien betwijfel ik of hij dit niveau ooit nog heeft gehaald. Hij komt vaak genoeg enorm dik in de buurt (Rocco en Le Notti Biance onder andere) maar nergens wordt het zo'n heerlijk meeslepend geheel. Il Gattopardo is een meesterlijke film, het is niet anders te omschrijven.
5*
Gay Divorcee, The (1934)
Chance is a fool's name for fate
Met The Gay Divorcee komt er een einde aan het trio Fred Astaire & Ginger Rogers films die zender één besloot uit te zenden afgelopen weekend. Als liefhebber van dit oud Hollywood materiaal was ik verheugd dat ze nog eens wat films uit de oude doos haalden, maar na het kijken van Shall We Dance had ik vooral schrik dat het teveel een herhaling ging zijn. Gelukkig blijkt Shall We Dance maar een kleine misser te zijn en is The Gay Divorcee van hetzelfde niveau als Top Hat.
Wat op zich verwonderlijk is aangezien beide films (en Shall We Dance past ook wel in dat rijtje) veel van elkaar weghebben. Het grootste voordeel aan The Gay Divorcee is dat het nog maar de tweede samenwerking tussen Astaire & Rogers was (Top Hat was nummer 4, Shall We Dance was nummer 7) en dat er hier nog voldoende ruimte is voor wat frisse ideeën maar vooral ook dat de focus toch minder op de 2 hoofdrolspelers is komen te liggen. Zo mag Edward Everett Horton ook eens aan een dansscène meedoen (met de immer bekoorlijke Betty Grable zelfs, die hier wel erg beteuterd achter blijft) en zit er een heus spektakelstuk aan het einde. Het nummer The Continental neemt bijna een vijfde van de speelduur voor zijn rekening en dat is jammer genoeg wel een slechte zet gebleken. Op zich tof dat ze er zoiets spectaculair van te maken - en je voelt dat er naar het einde toe wat meer schwung begint in te zitten - maar het was toch niet voor mij weggelegd.
Hoewel dit dus de derde Astaire & Rogers film in evenveel dagen is, ben ik ze eigenlijk nog niet beu. Aangenaam verrast eigenlijk, want Astaire kon me in andere films nog niet echt overtuigen dus ik denk dat de vlotte chemie met Rogers daar wel wat mee heeft te maken. Die blijkt toch een erg aanstekelijke charme te bezitten die ik nog niet in haar andere films ben tegen gekomen, maar sowieso is dit qua cast wel tof. Uiteraard zijn Edward Everett Horton en Eric Blore opnieuw van de partij en die doen hier eigenlijk ook gewoon meer van hetzelfde. Die dubbele blik van Horton blijf ik echter leuk vinden en er is ook gewoon iets aan de manier van spelen van Blore dat me wel aanstaat. Het ligt er allemaal zo dik op dat het leuk wordt en dan heb ik het nog niet over Erik Rhodes gehad. Ook hij speelt nagenoeg hetzelfde type rol als hij in Top Hat zou doen maar het is zo over the top dat dan ook gewoon goed werkt.
Fijn om eens zo'n reeks films af te werken en het doet me vermoeden dat ik met de jaren dan toch dit soort musicals ben beginnen waarderen. Films als The Royal Wedding trok ik 10 jaar geleden niet maar het lijkt wel alsof het geweldige Hellzapoppin' voor een kentering heeft gezorgd. Zo knettergek als die film heb ik nog geen dansfilm gezien, maar ook dit Astaire & Rogers vehikel kijkt erg vlotjes weg.
3.5*
Géants, Les (2011)
Alternatieve titel: The Giants
De giganten
Les Géants was een film die me compleet was voorbij gegaan ware het niet dat er een tijd geleden een interview met de regisseur in Humo stond waarin hij verkondigde dat dit wel eens de laatste film uit België kon worden. Het was inderdaad een woelige periode waar deze stelling te pas en te onpas werd gebruikt maar om de een of andere reden bleef de film hiermee door mijn hoofd spoken. Een paar dagen geleden had ik toevallig het interview nog eens doorgenomen en daarin werd de film meermaals geroemd om zijn stilistische schoonheid. Hoog tijd dus om eens kennis te maken met de films Bouli Lanners.
En Les Géants is inderdaad uitgedraaid op een film die het vooral van zijn schoonheid moet hebben. Verwacht echter geen komische avonturenfilm à la Huckleberry Finn en Stand By Me zoals de synopsis doet vermoeden want Lanners maakt zijn film toch net iets gestilleerder. De lotgevallen van de drie jongens zijn wel interessant genoeg om te volgen, vooral omdat het alsmaar slechter en slechter wordt, maar de film voelt vooral eerder minimalistisch aan. Lanners weet dit gebrek aan verhaal (en is het eigenlijk wel een gebrek?) echter perfect te camoufleren door een aantal erg mooie scènes te schieten waaronder het einde. Nu begin ik langzamerhand toch wel op een degelijk aantal qua geziene films te zitten maar de manier waarop de regisseur het vertrek van de drie vrienden in beeld brengt is fenomenaal mooi en ben ik in ieder geval nog niet zo vaak tegen gekomen. De gebroeders Dardenne worden het vaakst genoemd qua hoogtepunt van Waalse cinema maar Lanners mag zich toch zeker evenwaardig noemen.
Wanneer een film zich praktisch geheel concentreert op jonge mensen/kinderen, dan slaat de schrik me altijd om het hart. Ik ben al te vaak geconfronteerd geweest met weerzinwekkend slecht acterende kinderen die je werkelijk het bloed onder de nagels halen maar gelukkig zijn er altijd uitzonderingen te vinden zoals bijvoorbeeld The Omen. De meerderheid behoort jammer genoeg toch tot de eerste categorie maar gelukkig mogen de drie vrienden uit Les Géants zich in het rijtje van The Omen scharen want het is erg knap om te zien hoe naturel ze overkomen. In ieder geval chapeau voor Paul Bartel, Zacharie Chasseriaud en Martin Nissen. Het interessantste aan heel de film is misschien zelfs nog de geniale soundtrack. Het zal waarschijnlijk toeval zijn maar naast The Broken Circle Breakdown is Les Géants de tweede Belgische film die ik dit jaar zie waar de soundtrack van de eerste tot de laatste noot perfect bij de bijhorende scènes past. Ik kende The Bony King Of Nowhere al wel van naam maar vanaf nu gaan ze voor mij direct geassocieerd worden met deze fantastische soundtrack.
Lanners is een regisseur die zich niet bezig houdt met dialogen, zoveel moge duidelijk zijn. Hij verkiest ervoor om zijn verhaal in de meest pure vorm te vertellen en doet dit aan de hand prachtige beelden. Ben voor de rest niet bekend met zijn werk maar dit smaakt naar meer!
4*
Geboorte en Dood van Dirk Vandersteen Jr., De (1968)
De heren van Fugitive Cinema hadden het flink te pakken en ze maakten de ene na de andere kortfilm. Films die vandaag de dag wat ondergesneeuwd zijn doordat de regisseurs nooit echt grote naam hebben gemaakt (er is bijvoorbeeld amper informatie te vinden over Louis Celis die 19 december (1965) - een anti-oorlogsfilm – en Credo (1966) - een documentaire over de schilder Emile Creado – maakte, laat staan dat de films nog ergens te zien zijn) maar De Hert begon meer en meer gewaardeerd te worden. Regisseur & producent Roland Verhavert mocht voor de BRT een reeks van 6 kortfilms rond het thema “Geboorte” uitwerken (en maakte zelf het vermakelijke Ansfred van Antwerpen trouwens) en besloot om De Hert mee in te schakelen voor één van de delen. Het resultaat is De Geboorte en Dood van Dirk Vandersteen Jr. en dit is sowieso al de moeite waarde om één specifieke reden.
Je krijgt namelijk de combinatie van Dirk en Jan Decleir. Vandaag de dag is Jan Decleir één van de meest gelauwerde namen uit de hele Belgische filmgeschiedenis maar het is de vraag wat het had gegeven mocht Dirk Decleir niet zo vroeg zijn overleden in een auto-ongeluk. De twee spelen de pannen van het dak in een kortfilm die je eigenlijk nog het beste kunt bekijken als een soort van opbouw naar Camera Sutra, het langspeelfilmdebuut van De Hert. Dirk Decleir is een wrede dictator die zijn hand niet omdraait om het volk uit te moorden, Jan Decleir is zijn broer en raadgever die eigenlijk de touwtjes in handen heeft en dan heb je nog onder andere de altijd indrukwekkende Frank Aendeboom als lijfwacht. Opnieuw veel bekende gezichten uit eerder werk uit de Fugitive Cinema stal (onder andere broer Jos “Grapjos” De Hert als rebel, Fugitive Cinema’s voorzitter Paul De Vree als burgemeester en mederegisseur Guido Henderickx als verpleger) maar dit is vooral een fascinerend gitzwart drama over een aanslag op een dictator met een climax die je lang bijblijft.
4,5*
Gedo Senki (2006)
Alternatieve titel: Tales from Earthsea
Ghibli goes Le Guin
Ik was al sinds 2006 van plan om Tales from Earthsea eens te gaan bekijken met een kameraad, maar dat was er nog nooit van gekomen. Jaren later schaftte ik me een fantasy omnibus aan genaamd Machten van Aardzee en om de een of andere reden had ik toen niet door dat dat wel eens het bronmateriaal van deze Ghibli productie zou kunnen zijn. Ondertussen de eerste trilogie, er bestaat nog een tweede, gelezen en dan ook maar eens voor de film gaan zitten.
Wel een beetje een vreemde keuze van de studio om te beginnen met het sluitstuk in de trilogie, The Farthest Shore. Le Guin was dan ook niet echt tevreden over het eindresultaat (het helpt ook niet dat ze de regie wou zien in handen van vader Miyazaki in plaats van zoonlief) en ergens kan ik het wel begrijpen omdat ze het verhaal wat de nek omwringen. Miyazaki en co putten voornamelijk dus uit het derde deel (onder andere de aanwezigheid van Arren en de strijd tegen Cob) maar maakt ook nog verwijzingen naar deel 2 The Tombs of Autan (waar Tenar haar intrede doet en waarnaar hier ook nog even kort wordt verwezen), de schaduw (wat het plot van het eerste deel A Wizard of Earthsea is) en heel het Theru personage komt dan weer uit Tehanu, het laatste boek van de tweede trilogie.. Volgens mij had het een meer logische en coherente keuze geweest als ze eerst waren begonnen met het eerste boek, dan kun je toch net iets beter de wereld in beeld brengen in tegenstelling tot wat de huidige one-liners. Een groot pluspunt aan de reeks is namelijk heel het idee dat je macht kunt hebben als je de werkelijke naam van iets weet en dat gaat hier toch een tikkeltje verloren.
Animatie blijft gelukkig wel degelijk. Het is een film die ondertussen toch ook alweer 10 kaarsjes mag uitblazen, maar dit zag er van de eerste tot de laatste seconde mooi geanimeerd uit. Toch wel het gevoel dat vader Miyazaki het nog net iets beter doet, al heeft die natuurlijk wel al de nodige ervaring achter zich. Personages zien er ook vrij goed uit, het gebruikelijke probleem natuurlijk dat ik ze in mijn hoofd anders heb ingebeeld, maar vond echter het litteken van Ged (wie geïnteresseerd is hoe hij daaraan komt moet het eerste boek van Earthsea maar eens lezen) er wel erg slecht uitzien. De draken daarentegen, die hadden wel wat meer mogen (moeten zelfs aangezien ze eigenlijk een belangrijke rol in het geheel spelen) voorkomen want die zien er echt geweldig uit.
Ik denk dat ik nog het geluk heb dat ik bekend ben met het bronmateriaal, want anders verlies je denk ik toch enorm veel van het verhaal vrees ik. Soit, vermakelijke Ghibli in ieder geval die me wel over de gehele lijn wist boeien. De volgende die ik heb klaarstaan is Castle in the Sky, ben benieuwd.
3.5*
Geheim Dokument, 't (1963)
Alternatieve titel: 't Geheim Document
Literaire schattenjacht
Ik heb het al wel eens meer bij films gezegd maar ik vraag me soms echt af waar ze bij EclipsTV hun films vandaan halen. De laatste jaren ben ik me meer en meer aan het interesseren in Belgische (eigenlijk vooral Vlaamse) films en dan is dat een zender die echt wel interessante dingen aflevert. Zo hebben ze een aantal documentaires/films van Wim Telders op de kop kunnen tikken waarvan 't Geheim Dokument er eentje van is. Een film van hoop en al een uurtje en die vooral in een erg vreemd vierkant formaat is gefilmd. Je hebt letterlijk meer zwarte balken aan de zijkant dan dat je beeld in het midden hebt.
En het is niet dat de beelden an sich vervormd zijn, Telders heeft dit echt zo gemaakt op het eerste zicht. In ieder geval: het documentairegenre in film is me niet onbekend maar ik heb toch nog niet gauw gezien dat het op deze manier wordt aangepakt. Kort samengevat volgen we een 15-jarige knul genaamd Piet die op een dagje vakantie aan zee in slaap valt en in zijn dromen op literaire wandeling gaat. En "literair" mag je letterlijk nemen, want hij vind een soort van schatkaart die hem langs allerlei plaatsen in België brengt die iets te maken hebben met schrijvers. Zo komt het land van Pallieter (Felix Timmermans) aan bod, passeert hij nog eventjes langs Zichem (Ernest Claes) en ga zo maar door. Het is me alleen een raadsel waarom Telders beslist om al van in het begin duidelijk te maken dat dit zich allemaal afspeelt in de fantasie van Piet. Je had hier evengoed een echte schattenjacht van kunnen maken en dan had het avonturengedeelte van de film nog wat beter tot zijn recht gekomen. Nu is de ontknoping gewoon iets in de zin van "en Piet was blij dat hij in zijn fantasie langs al deze plekken is gekomen en we hopen dat U dat als kijker ook vindt" en dat is me echt te belachelijk voor woorden.
En dan kom je dus tot het documentairestukje van de film. Het is dan ook vooral de bedoeling van Telders om bepaalde plaatsen in België te tonen maar de manier waarop is wel tenenkrommend slecht. Het is allemaal nogal statisch gefilmd en het hoofdpersonage, René Hendrickx, spreekt geen woord. In de plaats daarvan krijgen we een flauw voice-over (Telders zelf trouwens) die op een vreselijk monotone manier en in slaapverwekkend algemeen Nederlands wat feiten vertelt. Ik had dit dan ook absoluut niet uit 1963 verwacht maar eerder eind jaren '40. Je moet het Telders wel aangeven dat hij op zijn eigen manier probeerde om een dynamische film te brengen maar de uitwerking kon me echt niet boeien. 't Geheim Dokument is één van zijn laatste films (hij zou in hetzelfde jaar ook nog een aantal bedrijfsfilms maken voor metaalfabriek H.T.I.) vooraleer hij zich zou toeleggen op teken- en schilderkunst. Als ik me niet vergis heb ik "Onschuldig Verlangen" ook nog liggen, een film uit 1958. Dat lijkt op het eerste zicht een remake van Jeux Interdits uit 1952 te zijn en ik hoop dat dat me beter gaat bevallen.
Want neen, dit was het toch niet. Het is concept is wel leuk gevonden en het is wel fijn om een blik te kunnen werpen op het België anno 1963 maar de voice-over, de enorm houterige René Hendrickx en vooral ook muziek die nergens lijkt te passen doen de film/documentaire finaal de das om. Je krijgt er wel een soort van avonturengevoel bij zoals bepaalde Jommeke albums bijvoorbeeld dat ook doen maar daar is de ontknoping dan weer een streep door de rekening.
1*
Gekijô Ban Naruto: Shippûden (2007)
Alternatieve titel: Naruto: Shippūden the Movie
Teleurstellende opener van de Shippuuden reeks
Een aantal jaar geleden was ik volop bezig met Naruto en zat ik ook een klein stukje al in Shippuuden maar om een voor mij nu onduidelijke reden ben ik toen afgehaakt. Het ging me denk ik allemaal wat te traag en het vooruitzicht van fillers sprak me ook helemaal niet. Ik liet het links leggen maar een halfjaar geleden begon ik toch langzamerhand terug zin te krijgen in de avonturen van Konoha's #1 hyperactive ninja dus begon ik terug van het begin, ondertussen zit ik alweer aan 145. Mijn beste maat is ondertussen helemaal bij met Shippuuden maar wou deze film nog eens terug zien en vroeg of ik geen zin had om mee te zien. Dat laat ik niet liggen natuurlijk.
Hoewel ik dus een aantal jaar geleden ben afgehaakt (er dateren hier blijkbaar nog berichten van mij van rond april 2008) snap ik vandaag de dag niet waarom want de Shippuuden story line is een stuk interessanter dan hetgeen we in de 'gewone' Naruto voorgeschoteld kregen. Met dat gevoel in mijn hoofd dacht ik ook dat dit wel eens een erg sterke film kon gaan worden maar het is toch een serieuze teleurstelling geworden. Geen idee rond welke aflevering dit ongeveer afspeelt (moet wel vrij vroeg in de reeks zijn) maar het komt allemaal zo suf over. Het verhaal heeft het niveau van de meeste filler arcs uit Naruto en dat is dus niet al te denderend. Het komt ook allemaal zo basic over want het verhaal draait er gewoon weer over dat er iemand moet beschermd worden. Wow, dat is een storyline die we nog niet eerder hebben gezien... De openingsscène met de dood van Naruto leek anders wel de goede kant op te gaan maar dit gaat redelijk snel de mist in. Voor de rest voelt dit plotgewijs enorm standaard aan en zit er werkelijk niets nieuws in de film.
De kracht van de Naruto reeks zit hem voor mij grotendeels in de personages. Iedereen heeft zo wel zijn eigen favoriet en met uitzondering van Ino kan ik ze allemaal wel waarderen. Op zicht maakte het mij dan ook niet veel uit wie er juist ging meedoen maar dit is toch ook weer enorm teleurstellend geworden en dat is vreemd want normaal gezien ben ik enorme fan van de combinatie Rock Lee - Neji. Vooral die eerste kan mij altijd doen lachen maar hier valt er maar erg weinig te beleven. Oké, er is even een leuk stukje met Lee die weer eens dronken word maar daar stopt het dan ook. Neji komt enorm bitcherig over en Naruto doet weer eens niet veel anders dan de gebruikelijke Kage Bunshin en Rasengan. Er zijn nog wel een aantal randpersonages die komen opduiken zoals Kakashi en Shikamaru maar dit zijn gewoon veredelde cameo's en voegen werkelijk niets toe. Animatie ziet er bij vlagen trouwens ook erg lelijk uit. Bij dit soort releases is het normaal gezien de bedoeling dat de animatie er een stuk beter uitziet dan de gewone reeks en dat hebben ze hier geprobeerd door CGI toe te voegen. Let vooral op het geprobeerd want het is spuuglelijk en past totaal niet met de gewone animatiestijl. Wel leuk dat ze de originele stemmencast hebben behouden maar dat lijkt me ook wel logisch.
Nah, dit is het toch niet. De film voelt te standaard aan en in vergelijking met de story arcs die ik tot nu toe in Shippuuden heb gezien is dit zelfs lachwekkend. Animatie ziet er bij vlagen degelijk uit maar de CGI van o.a. het stenen leger is spuuglelijk. Ik hoop dat de andere films wat beter zijn maar heeft er iemand eigenlijk idee na welke aflevering je de films kunt zien? Kwestie van geen spoilers te krijgen.
2*
Gekijô Ban Naruto: Shippûden - Kizuna (2008)
Alternatieve titel: Naruto Shippuden: The Movie 2 - Bonds
Naruto en het vliegende kasteel
Tegenwoordig ben ik weer helemaal bij met de Naruto reeks en is het dus nogal pover gesteld met nieuwe episodes doordat die maar 1x per week uitkomen. Ik heb al een tijd de eerste 4 Shippuden films liggen maar de eerste viel me eigenlijk lelijk tegen waardoor de zin om de anderen te zien voorbij was. Vandaag echter wat een paar dode uurtjes en ik had wel zin in wat Naruto dus dit tweede deel uit de ondertussen 6-delige serie opgezet.
Maar ik begin me eerlijk gezegd af te vragen of ik het ga doorzetten om de rest ook nog te kijken. De zesde lijkt me nog wel interessant maar het niveau van de eerste twee films is vrij pover. Het opent op zich nog redelijk goed met de aanval op Konoha, al zijn Sky Ninja op zijn minst nogal vreemde ninja's te noemen, maar Kamegaki en Takegami weten overduidelijk niet hoe ze met de personages moeten omgaan. En daar zit dan ook het grote probleem bij Bonds want er zijn amper een paar figuren die er echt tot toe doen. Hinata wordt wederom gedegradeerd tot een bijrol die geruisloos van het scherm verdwijnt maar het vreemdste is sowieso de toevoeging van Sasuke. De essentie van dat personage wordt hier compleet om zeep geholpen (al moet ik toegeven dat het wel leuk was om Naruto en Sasuke samen nog eens te zien vechten) en dit vloekt gewoon enorm hard met de serie. Veel personages hebben maar een paar zinnen tekst (Jiraiya komt pas helemaal op het einde opdraven) en een Kiba, Lee of Guy bijvoorbeeld komt er zelfs helemaal niet aan te pas. Normaal gezien is het me eender uit welke personages het team bestaat en met Naruto - Sakura - Hinata heb je op zich wel een goede keuze maar het wordt te snel een Naruto show en dat is zonde.
Daarbovenop is Bonds is ook nogal een herhaling van scènes uit de serie. Wederom een meisje dat wordt aangezien als een jongen bijvoorbeeld maar de film voelt vooral ook aan als een slap aftreksel van Dragon Ball Z. De transformatie van Shinno is bijna een letterlijke kopie van een Super Saiyan maar ook de manier waarop Shinno verliest, zoveel chakra oproepen dat hij het niet meer aankan, hebben we al eerder gezien in een DBZ film. Naruto verzint hier ook nog eens twee nieuwe Rasengan's (alsof hij er nog niet genoeg heeft) waardoor de climax nogal simpel aanvoelt. Bij dit soort bioscoopreleases verwacht ik ook wel betere animatie dan in de serie. De kwaliteit is ongeveer hetzelfde maar er is wel lelijke CGI aan toegevoegd. Dat was ook het geval in de eerste Shippuden film maar ik had gehoopt dat ze daar waren van afgestapt. Het ziet er in ieder geval niet uit maar gelukkig wordt het niet zo frequent gebruikt. De originele stemmencast is gelukkig nog aanwezig dus dat is wel een pluspunt.
Het is jammer maar de Naruto films houden tot nu toe hetzelfde niveau aan als de fillers en dat is geen goed teken. Diepgang is er amper te vinden, teveel personages komen even tevoorschijn maar hebben totaal geen nut en de animatie is niet geslaagd. Ik mag hopen dat de rest van de films een hoger niveau bereikt.
2*
Gekijô-Ban Hagane no Renkinjutsushi: Shanbara wo Yuku Mono (2005)
Alternatieve titel: Fullmetal Alchemist: Conqueror of Shamballa
Waardige afsluiter
Fullmetal Alchemist is een reeks waarvan het zien met horten en stoten ging. Ik heb het drie keer geprobeerd om te kijken maar de eerste keer vond ik het begin niet al te boeiend waardoor het al na een paar afleveringen terug afvloog. De tweede keer begon ik terug opnieuw van het begin (als ik iets een tijd niet heb gezien start ik vaak terug opnieuw) maar er zat te weinig tijd tussen de twee pogingen en na twee afleveringen haakte ik alweer af. Nu een tijd geleden was ik door al mijn Naruto afleveringen dus wou ik nog eens een poging wagen. De eerste afleveringen waren weer even doorbijten maar mijn God, wat daarachter komt was geniaal. De laatste 10 afleveringen heb ik er dan ook op één dag doorgejaagd en gisteren geëindigd met de film.
En het is met een voldaan gevoel dat de aftiteling over het scherm loopt. The Conqueror of Shambala is een film die, in tegenstelling tot de reeks, wel erg snel gaat. Waar in de gewone anime alles op het gemak wordt opgebouwd, krijgen we hier allerlei twists tegen een snel tempo voorgeschoteld maar het stoort gelukkig niet al te hard. Het meest interessante aan heel de film is voor mij het einde. De ganse anime draait eigenlijk rond de twee broers die alles op alles zetten om terug in hun normale lichaam bij elkaar te geraken. Even lijkt het dan ook allemaal serieus in mineur te gaan eindigen maar dan blijkt Alphonse toch mee door de gate te zijn gegaan en zijn de broertjes toch nog bij elkaar. Klaar om een nieuwe wereld te gaan veroveren. Een prachtig einde in ieder geval. Vooral ook omdat het idee van de twee tegengestelde werelden me erg aanstaat. Ik dacht halverwege de serie altijd dat de alchemy wereld een verzonnen wereld was die zogenaamd geëvolueerd zou zijn uit onze wereld maar dan blijken het twee verschillende werelden te zijn vanwege de gate. Iedereen krijgt een counterpart (heerlijk dat Fritz Lang nog even komt opdraven) en het voelt gewoon erg verfrissend aan.
Ook qua animatie is dit erg geslaagd. Jammer dat er wat overdreven CGI (vooral in de massascènes) aan te pas komt maar voor de rest is het niveau hetzelfde van in de reeks. Het is echter het mooie design van 'onze' wereld die hier echt tot zijn recht komt. Het ziet er allemaal donkerder uit maar het past perfect in het tijdsbeeld waarin Edward terecht is gekomen. Jammer trouwens dat de Japanse versie de Engelse vertaling van de tijdsperiode en locaties knal op de originele Japanse tekens heeft gezet. Het resultaat is dat je geen van beiden kunt lezen maar bon, daar kan de film zelf maar weinig aan doen. Als een reeks van 51 afleveringen afsluit met een film dan hoop je maar dat je favoriete personages de finale hebben gehaald. Voor mij was dat duidelijk het geval want werkelijk iedereen komt nog even opdagen. Mustang heeft natuurlijk de coolste scène op zijn naam kunnen schrijven. Heerlijk hoe hij met die eyepatch komt aangewandeld tijdens de finale veldslag, even met zijn vingers knipt en de boel in de fik steekt. Armstrong blijft natuurlijk een held maar ook de aanwezigheid van Hawkeye, Winry, Hohenheim en zoveel meer geeft het net dat beetje extra.
Ik heb de manga nooit gelezen, heb dat nog van geen enkele reeks gedaan die ik heb gezien want dat heeft toch nooit hetzelfde effect als bewegende beelden, maar naar wat ik gehoord heb zou Brotherhood een soort van reboot zijn die zich dichter bij de manga aansluit. Ben benieuwd maar in ieder geval is dit sowieso een geslaagde finale van een al even geslaagde reeks.
4*
Gekijôban Furandaasu no Inu (1997)
Alternatieve titel: De Hond van Vlaanderen
De liefde tussen een jongen en zijn hond
Volgens mij moet mijn eerste kennismaking met het verhaal van Nello en Patrasche via het Suske & Wiske stripverhaal 'Het Dreigende Dinges' zijn geweest. In een periode dat ik nog erg veel van de reeks las was het altijd al één van mijn favoriete albums (het hangt zelfs helemaal uiteen wegens te vaak gelezen) en volgens mij kan het die status vandaag de dag nog altijd waarmaken. Het was dan ook pas jaren later dat het me opviel dat het verhaal origineel niet van de hand van Willy Vandersteen was maar dat het gebaseerd was op een boek én dat er een Japanse verfilming van bestond. Die was echter niet zo gemakkelijk te vinden dus ik sprong eerlijk gezegd ook een gat in de lucht toen ik dit op VHS voor 25 cent op een rommelmarkt in een bak met andere films vond.
Al gaat het jammer genoeg wel om de in het Nederlands nagesynchroniseerde versie. Nu zou je denken dat dat op het eerste zicht niet zo erg is (menig Disney vind ik in het Nederlands geslaagd) maar met het verhaal van Nello & Patrasche hebben ze toch wat een misser begaan. Het begint al met het feit dat ze om de een of andere reden ervoor gekozen hebben om Nello te veranderen in Martijn en dat past werkelijk voor geen meter als je bekend bent met het verhaal. Alois wordt ook verandert naar Marieke maar daar kan ik op zich nog wel mee leven. Ook de stemmen op zich zijn niet altijd even geslaagd maar bon, ik ben eigenlijk al blij dat ik dit überhaupt op de kop heb kunnen tikken. Wanneer je bekend bent met het verhaal, dan weet je dat je je aan een serieuze tranentrekker kunt verwachten. Het verhaal van Nello (Martijn, hoe komen ze erbij!) & Patrasche is geen vrolijk verhaal maar langs de andere kant is er enorm veel schoonheid in te ontdekken waardoor het het allemaal waard is. Het unhappy end vind ik persoonlijk dan ook de perfecte afsluiter en ik ben blij dat ze dat hier tenminste hebben behouden want in Amerikaanse versies wordt er vaak voor een happy end gekozen.
Qua animatie is dit wel enorm geslaagd, al is het natuurlijk wel erg tof om je stad in een Japanse animatiefilm de hoofdrol te zien vertolken. Dat het sprookje ginder erg populair is was al af te leiden aan de meute Japanners die zowat elke dag aan het marmeren standbeeld aan de kathedraal staan. Diezelfde kathedraal wordt trouwens mooi in beeld gebracht maar dat geldt werkelijk voor praktisch de gehele film. De achtergronden zijn gedetailleerd, vloeiend en de brand van de molen is het hoogtepunt. Het is dan ook zonde dat er naar het einde toe gekozen is om de gewone tekenstijl te mengen met CGI. Hierdoor zien de engelen die op Nello & Patrasche neerdalen er vrij lelijk uit en verdwijnt de schoonheid van de scène. Wel grappig om af en toe die typische Japanse stijl te zien opduiken (onder andere tijdens de achtervolg tussen Nello en de ketellapper op de markt) maar het valt vooral op wat voor werk de Japanners in de Nederlandse staal hebben gestoken. Opschriften van winkels, de mededeling van de tekenwedstrijd, ... Allemaal in perfect Nederlands en dat is toch merkwaardig.
Ontzettend mooie film die het originele verhaal alle eer aandoet. Toch ben ik aan het twijfelen tussen een 3,5* of een 4*. Het is vanwege de Nederlandse dub dat ik toch niet volledig van de film kon genieten en volgens mij zit er een met een herziening in een andere taal (waar hopelijk wel de juiste namen gebruikt worden) wel een verhoging in. Toch vreemd dat dit bij ons amper gekend is terwijl het in Japan zo'n enorm populair verhaal is.
3,5*
Gekijôban Naruto Shippûden: Hi no Ishi o Tsugu Mono (2009)
Alternatieve titel: Naruto Shippûden 3: Inheritors of the Will of Fire
Zowaar het beste dat de Shippuden filmreeks tot nu toe te bieden heeft
Een kleine anderhalve week geleden had ik me nog eens gewaagd aan een Naruto film. Ik ben een groot fan van de serie maar de eerste Shippuden film viel me eigenlijk dik tegen. Jammer genoeg was de tweede film niet echt van een veel hoger niveau en ik begon te twijfelen of ik de filmreeks wel helemaal ging uitzien. Het was echter mooi weer vandaag en ik besloot om me in de tuin te zetten met een filmpje. De keuze viel op Inheritors of the Will of Fire.
En dat is me eigenlijk goed bevallen. Ik ben vooral aangenaam verrast door het niveau van het plot. De films hebben praktisch altijd een uitgekauwd verhaal rond het beschermen van één of ander belangrijk persoon, iets wat vaak resulteert in een herhaling van scènes uit de serie, maar dit derde deel gaat een andere weg op. De dreiging van de Fourth Great Ninja War is sowieso al een uitstekende kapstok maar er wordt ook iets meer van de sluier opgelicht rond het verleden van Kakashi. Erg tof in ieder geval maar het is vooral qua gebruik van personages dat de film met kop en schouders boven zijn voorgangers uitsteekt. Werkelijk iedereen komt er aan te pas en niemand wordt gedegradeerd tot een nietszeggende bijrol. De film kent genoeg actiescènes die garant staan voor wat leuke battles en het is altijd fijn om de gehele Chunin bende in actie te zien. Vooral omdat er een aantal unieke scènes aan te pas komen zoals een gevecht tussen Naruto en Gaara of Neji en Lee die met Front Lotus: Eight Trigrams Palms Heavenly Spin op de proppen komen. Het hele plot rond Hiruko is interessant genoeg om de speelduur vol te maken, al blijft het probleem bij dit soort films dat ze er bijlange na niet zoveel diepgang als in de serie in kunnen steken, waardoor de film nergens verveelt. Ik heb het in ieder geval al wel eens anders geweten bij Naruto films.
Wat direct opvalt is dat er hier amper CGI aan is toegevoegd en dat is een groot pluspunt want in de vorige films vloekte dat serieus met de tekenstijl. Langs de andere kant is dat pluspunt wel een mes dat langs twee kanten snijdt want hierdoor is de animatiestijl niet bijzonder veel beter dan de gewone animatiereeks en van een bioscoopfilm als deze verwacht ik echt wel meer. Naruto bestond indertijd juist 10 jaar (al werd de anime pas in 2002 gecreëerd) maar op gebied van animatie zijn ze niet veel van niveau verandert. De stemmencast blijft natuurlijk ook hetzelfde dus dat is sowieso al een meerwaarde.
Leuk dat ze wat voortbouwen op een aantal scènes uit de serie (Asuma met de King bijvoorbeeld) maar wat me vooral aansprak was dat deze Naruto film voor een keer eens geen lelijke CGI heeft die vloekt met de gewone animatie maar bovenal een degelijk plot heeft met genoeg aandacht voor de overige characters. Meer van dit alstublieft.
Dikke 3.5*
Gekijôban Poketto Monsutâ: Myûtsû no Gyakushû (1998)
Alternatieve titel: Pokémon: The First Movie - Mewtwo Strikes Back
I didn't know Vikings still existed
Pokémon heeft vroeger toch wel een groot deel van mijn jeugd beheerst. Het was niet dat ik er zo'n enorme die-hard was maar ik heb hier toch nog altijd een resem kaarten liggen en ook de reeks heb ik redelijk veel gezien. Deze eerste film ben ik dan, net zoals velen van mijn leeftijdsgenoten, nog in de cinema gaan zien en over het algemeen stond de film bij mij ten boek als een heerlijk stukje nostalgie. Gisteren vond ik deel 1 en 2 voor nog geen euro op good old VHS dus gisteravond maar eens opgezet.
Maar als ik eerlijk moet zijn, het is me toch een tikkeltje tegengevallen. Het begin bracht me wel meteen zoveel jaar terug naar de cinema want net zoals toen is mijn VHS uitgebreid met het kortfilmpje Pikachu's Vacation. Een herinnering die me altijd is bijgebleven doordat mijn moeder met mij de film ging zien maar na een lange dag werken zonder gegeten te hebben in de warme zaal in het slaap was gevallen. Ik neem het ze vast en zeker niet kwalijk want hoewel ik het filmpje vroeger geweldig vond, had ik nu ook zoiets van wat ben ik nu weer aan het kijken. Ik ben nog altijd aan het twijfelen of ik dit filmpje mee in mijn rating zou nemen maar vermits het zo'n 12 jaar geleden op dezelfde manier in de cinema draaide beschouw ik het als een volledig deel in de film. Hierna begint de uiteindelijke film die voornamelijk nogal gekenmerkt wordt door de filosofische nonsens die vooraf gaan. Het is me vroeger schijnbaar nooit opgevallen maar deze eerste film in een reeks van vele probeert wel erg hard een bepaalde moraal in je strot te steken. Het belachelijkste is dan ook het einde waarin duidelijk wordt gemaakt dat Pokémon helemaal niet horen te vechten, althans toch niet op deze manier. Ik kan me geen betere manier bedenken om als maker je eigen film/serie onderuit te schoppen... Net zoals de meesten heb ik trouwens wel de Amerikaanse versie gezien maar het schijnt dat de Japanse versie de verplichte moraal over vechtende Pokémon helemaal niet zou gebruiken? Lijkt me in ieder geval wel een stuk interessanter. Het korte introfilmpje over Mewtwo dat in de cinema niet gezien werd is trouwens ook wel interessant te noemen doordat het de openingsscène een stuk duidelijker maakt.
Qua animatie is dit zowat hetzelfde niveau als de gewone reeks, althans toch in hoeverre dat ik me dat kan herinneren want ook dat is alweer jaren geleden. Via het korte filmpje van Pikachu krijgen we een aantal nieuwe Pokémon te zien maar over het algemeen is dit toch niet zo bijzonder speciaal. Wel altijd leuk natuurlijk om een aantal bekende gezichten terug te zien zoals de cameo van Gary maar ook de aanwezigheid van Ash, Misty en Brock maken erg veel goed. Ik ben opgegroeid met de eerste generatie Pokémon en dit heeft toch nog altijd heel wat meer nostalgie dan de 3e of 4e generatie. Erg tof ook dat ze Jesse en James (het is me pas gisteravond opgevallen dat het een verwijzing is naar de legendarische bandiet Jesse James is) er nog even in hebben gestoken. Voor de rest verschijnen in deze eerste film voornamelijk Pokémon uit de bekendste generatie en dat is wel erg leuk natuurlijk. Vooral Psyduck blijft toch nog altijd geniaal leuk. Ik heb vroeger altijd de serie in het Nederlands gezien maar deze film (en zijn opvolger) heb ik met Nederlandse ondertiteling gekocht maar de stemmen zijn degelijk verzorgd.
Binnenkort deel 2 nog maar eens opzetten. Van deze film kon ik me nog redelijk veel herinneren (dat moment dat Ash versteend werd stond nog altijd in mijn geheugen gegrift) maar het is toch niet zo'n succes geworden als ik had gehoopt. Over het algemeen kan ik wel genieten van dit soort nostalgie (Scooby-Doo, X-Men of Dragon Ball Z bijvoorbeeld) maar dit viel een tikkeltje tegen. Het wordt allemaal iets te serieus opgevat en de leuke sfeer van de serie is niet altijd terug te vinden. Toch blijft dit erg leuk vanwege de aanwezigheid van de eerste 151 Pokémon.
3*
Gekijouban Naruto Shippuuden: Za Rosuto Tawâ (2010)
Alternatieve titel: Naruto Shippuden 4: The Lost Tower
En het niveau zakt weer
Ik loop momenteel nog niet warm voor de Naruto Shippuuden films. Van de nieuwe reeks kon tot nu toe me enkel het derde deel echt bekoren. Zijn twee voorgangers waren niet noodzakelijk slechte films, ze hadden enkel het niveau van de fillers en ik verwacht nu eenmaal meer van een full feature, maar Inheritors of the Will of Fire was een echt leuke film. Hopen dus dat het niveau wordt behouden.
En dat is niet het geval. Meer zelfs, The Lost Tower is het zwakste deel uit de cyclus. Weeral eenzelfde plotje rond het beschermen van persoon X en de enige reden waarom dit nog iet of wat interessant is om te kijken is het feit dat Naruto hier gaat tijdreizen. Dit resulteert een verhaallijn waarin hij kan samenwerken met Minato, Chôza, Shibi en een nog erg jonge Kakashi. Het is eens iets anders, maar Masahiko Murata weet er eigenlijk amper iets mee te doen. Wat gewauwel over het feit dat ze amper iets tegen elkander kunnen vertellen uit schrik om de toekomst te veranderen en dat resulteert eigenlijk in erg weinig interactie van de personages. Voor de rest nog een aantal erg vreemde acties (wat is er eigenlijk gebeurd met Yamato? Die komt eventjes een paar minuten voor het einde op de proppen) en een bad-guy die maar niet dood wilt gaan. Na drie verschillende ultimate forms ben ik maar opgehouden met tellen.
Animatie is nog wel redelijk. Geen overduidelijke CGI die compleet vloekt met de andere animatie, maar ook niets om over naar huis te schrijven. Hoewel Naruto natuurlijk de titelheld is, vind ik het toch ook wel weer een gemiste kans om eens wat andere personages een kans te geven. Toegegeven, de aanwezigheid van Minato, Chôza, Shibi en Kakashi maakt wel wat wat goed, maar zelfs de traditionele personages zoals Sakura komen amper voor. Over de rest van de Konoha ninja's wordt zelfs niet gesproken en we moeten het enkel doen met eens sporadisch een flashback.
Erg jammer dat hier eigenlijk niet meer mee gedaan werd. Als je toch elkanders geheugen terug gaat wissen, dan kun je toch wel met iets beter op de proppen komen dan dit halfbakken plot rond een puppet user en weeral een nieuwe Rasengan.
1,5*
Gekitotsu! Satsujin Ken (1974)
Alternatieve titel: The Street Fighter
Coole Chiba
Je mag Tarantino goed, slecht en alles wat daartussen zit vinden, maar je moet de man wel aangeven dat hij ervoor gezorgd heeft dat bepaalde films/acteurs terug wat meer in de bekendheid zijn geraakt. Ten tijde van Kill Bill gaf de regisseur ene Sony Chiba een cameo in zijn tweedelig epos en gaf deze The Street Fighter een 13e plaats in zijn Grindhouse top 20, na de trilogie ook al te introduceren in True Romance. De laatste jaren sowieso al verliefd geworden op het kung fu genre en eindelijk eens aan de DVDs geraakt voor een degelijk prijsje.
En dit is leuk, erg leuk zelfs. Chiba speelt Takuma Tsurugi, een soort van Bruce Lee achtige type maar dan zonder geweten. Tsurugi is meedogenloos en gewoon een klootzak pur sang. Wanneer hij niet betaald wordt voor zijn opdracht vindt hij er niet beter op dan zijn opdrachtgeefster te verpatsen aan een hoerenkot.. Het is een personage dat je moet liggen, zoveel is duidelijk. Ondertussen schopt hij hel en verdoemenis tegen iedereen die hem naar het leven staat en passeren er nog een paar vreemde slechteriken de revue. Zo neemt Tsurugi het op tegen een soort van Zatoïchi kloon, castreert hij een verkrachter met blote handen, voert zowaar een x-ray slag uit en laat hij het bloed rijkelijk vloeien. Dit alles zorgde ervoor dat The Street Fighter de eerste film was die een X rating in de Verenigde Staten kreeg vanwege het vele geweld. Vandaag de dag zijn we wel iets meer gewend en daar knelt dan ook wat het schoentje. Met een speelduur van nog geen anderhalf uur is dit zeker en vast geen lange film, maar hij begint op den duur wat te slepen.
Gelukkig is er nog altijd Chiba die zich rot lijkt te amuseren met zoveel mogelijk grimassen te trekken per 10 seconden. Een soort van Bruce Lee die net iets teveel lijntjes coke heeft geïntroduceerd aan zijn neusgaten maar het is geweldig om te zien. Hoewel hij qua martial arts wel iets houteriger is dan ik in eerste instantie had verwacht, is hij overduidelijk de drijfveer achter de film. Vooral omdat de rest niet zo bijzonder veel voorstelt. Goichi Yamada is als sidekick Rakuda iets te nadrukkelijk aanwezig met flauwe humor. Rest van de cast is dan ook niet geweldig memorabel, al is Rin'ichi Yamamoto nog wel redelijk cool als Kowloon Dinsau. Beetje jammer alleen dat die iets te weinig aan bod komt.
Tof dat ik meteen de trilogie in huis heb gehaald, want dit smaakt wel naar meer. Typisch jaren '70 filmpje met flink wat hersenloos geweld en dat blijft toch altijd leuk om te zien. Chiba is zonder meer cool met die grimassen en aangezien Rakuda in deze film sterft, zijn we daar ook weer vanaf in de sequels.
Dikke 3.5*
Gendarme à New York, Le (1965)
Alternatieve titel: De Gendarme in New York
Douliou Douliou Saint-Tropez
Ik was blij toen ze hier op VTM met de Gendarme reeks begonnen. Ik was van plan om elk deel zo snel mogelijk te zien maar zoals zo vaak heb ik deel 1 gezien en liggen de vervolgen stof te vergaren. New York is het tweede deel uit de reeks en een dikke maand na het eerste deel dan toch maar eens gezien. Geen idee waarom het zo lang duurt want het eerste deel was zeer vermakelijk maar misschien zat de schrik erin dat de vervolgen minder en minder zouden worden.
Le Gendarme à New York begint nochtans even goed als de vorige. De verwijzing naar het eerste deel is leuk en het verhaaltje verloopt vlot genoeg waardoor het zorgt voor een aantal vermakelijke scènes. Jammer genoeg weet Girault dit niveau niet vast te houden en daalt het allemaal nogal snel wanneer ze effectief in New York zijn aangekomen. Jammer want anders had dit wel eens een vervolg kunnen worden die het origineel benadert. Waar het eerste deel heel de sfeer van Saint-Tropez als pluspunt had, is New York overduidelijk niet hetzelfde. Het zomerse is er vanaf en ik vond dan ook niet dat de gendarmerie echt goed in de film paste. Toch zitten er af en toe een paar leuke vondsten in, het kramakkelige Engels van de Fransen onder andere, maar het is te weinig voor een langspeelfilm. Waar ik bij het vorige deel het gevoel had dat ik af en toe iets miste omdat ik de taal niet compleet machtig, was dit hier helemaal niet het geval. Beetje jammer want nu concentreert de film zich meer op het driftige karakter van Cruchot en, hoewel het wel even leuk is, is het wederom te weinig voor een hele film. Wat wel een pluspunt is, is het einde. De manier waarop de Funès continu probeert om zijn dochter te verstoppen is erg leuk maar juist het feit dat het uiteindelijk toch mislukt is geweldig. Vooral de Funès zijn reactie is goud waard. Langs de andere kant zitten er toch een aantal scènes in de film waarvan ze totaal niet passen. Bijvoorbeeld de dansscène wanneer Cruchot zijn biefstuk is gestolen had voor mij niet gehoeven. Het zorgt voor een saai middenstuk en doet eigenlijk afbreuk aan de film.
Eigenlijk is heel de reeks alleen maar iets waard dankzij de Funès. In La Grande Vadrouille vond ik hem niet zo bijzonder maar in de eerste Gendarme film was hij een revelatie. Hier doet hij het kunstje lichtjes over maar het blijft nog altijd wel vermakelijk. Het kruiperige slijmen, de driftbuien, ... Erg leuk om te zien en ik twijfel er niet aan dat de reeks niet dezelfde bekendheid had genoten mocht de Funès geen rol hebben gehad. Ook erg leuk om die non terug te zien trouwens. Een pluspunt aan dit vervolg, en ik hoop dat dit bij de andere vervolgen ook nog zo zal zijn, is dat de acteurs uit het eerste deel terug komen. Alle gendarmen zijn terug van de partij en hebben allemaal weer hun leuke scènes, meestal in combinatie van de Funès. Natuurlijk is de mooie Geneviève Grad ook weer van de partij. Ontzettend mooie meid en wederom weet ze een perfecte combinatie van een onschuldig meisje tot rebel te creëren. De rest van de cast geeft mij op zich een gemengd gevoel. Over het algemeen wel redelijk maar was het nu zo moeilijk om voor sommige Engelstalige rollen gewoon geen Amerikanen te casten? Nu krijg je scènes waar soms perfect Engels wordt gesproken en dan de volgende moment versta je amper wat er wordt gezegd.
Wederom vermakelijk maar toch minder dan het eerste deel. Girault probeert maar slaagt er niet in het niveau vast te houden. Ik hou men hart vast voor de volgende 4 delen maar ach, we zullen wel zien zekers. Louis de Funès blijft leuk maar je mist toch overduidelijk Saint-Tropez zelf.
Kleine 3*
Gendarme de Saint-Tropez, Le (1964)
Alternatieve titel: Le Gendarme de St. Tropez
Douliou Saint-Tropez
Afgelopen zondag gaven ze deze Gendarme film op VTM. Ik heb me ooit eens gewaagd aan La Grande Vadrouille maar die viel wat tegen maar ik wou toch eens zien of het begin van de bekende reeks iets waard is. Natuurlijk was VTM weer totaal niet accuraat qua programmering waardoor ik de eerste minuten heb gemist maar dat kan de pret niet drukken.
Ik denk niet dat ik veel heb gemist in het begin. De Funès slaagt een paar mensen in de boeien en heeft een vermakelijke scène in een kerk in het zwartwit waarbij de film na de openingscredits overschakelt in kleur. Normaal gezien ben ik een fan van zwartwit. Zowel in films als in foto's vind ik het vaak ontzettend mooi maar bij deze Gendarme de St. Tropez is dat in ieder geval niet zo. Heel St. Tropez komt dan ook beter tot zijn recht in kleur. Ik had vroeger als kind wel eens wat beelden van de Gendarme reeks gezien, vraag me niet dewelke want daarvoor is het te lang geleden. Hoewel me nog wel iets bijstaat van UFO's dus dat is toch al één titel die ik zeker weet. Soit, het eerste deel nodigt in ieder geval wel uit naar de vervolgen. Het nadeel is alleen dat Le Gendarme zijn humor vooral onderverdeelt in 2 factoren. Langs de ene heb je de gendarme zelf die een ontzettend grote driftkikker is en in de meest stompzinnige situaties terecht komt maar langs de andere kant heb je ook af en toe een aantal 'taalmoppen' en die komen niet zo goed over bij mij. Ik spreek wel een aardig woordje Frans maar ik was wel genoodzaakt om de ondertiteling te volgen waardoor ik toch een aantal zaken heb gemist denk ik. Het verhaal zelf heeft niet zo bijster veel om handen maar het bouwt allemaal lekker op tot aan het einde. Het kwam allemaal nogal simpel op me over dat drie gangsters die erin slagen een Rembrandt stelen, zich laten vangen door een groepje tieners. Deed me denken aan Scooby Doo en De Vijf maar daar zit gewoon nog een heleboel nostalgische waarde aan. In ieder geval was de opbouw wel sterk en dat is toch het merendeel van de film.
ik zei het daarjuist al, La Grande Vadrouille was wat een tegenvaller waardoor ik De Funès wat ontweek. Onterecht eigenlijk want in die film deed hij het zeker niet slecht en ook hier is hij vaak wel leuk. In het begin is het nogal moeilijk om sympathie te hebben voor Cruchot, mede door het vele vals spelen, maar langzaamaan weet De Funès me toch te winnen. Geneviève Grad was een leuke toevoeging aan het driftige van De Funès. Mooie meid en ze weet vaak net op het randje van onschuldig-rebel te balanceren. Alleen jammer dat ze ineens moet uitbarsten in zingen. Op zich was het zingen zelf niet slecht maar dat idiote dansje was gewoon te belachelijk voor woorden. Film draait vooral rond deze twee personages maar de bijrollen moeten hiervoor niet onderdoen want vaak geven ze net dat extra aan een scène. De driloefening om de nudisten op te pakken had niet hetzelfde effect gehad zonder het perfecte spel van De Funès zijn mede-gendarmes. Heel de vriendenclub van Nicole is het minste aan de film. Ze komen te vaak te geforceerd over, de 'romance' in de auto tussen die gast en Nicole was het dieptepunt, maar gelukkig kent de film nog genoeg sterkere scènes zoals de non.
Vermakelijk filmpje dat je doet verlangen naar het zonnige Frankrijk. De Funès zit op zijn plaats in dit soort films en doet het bijgevolg erg leuk. Het verhaal verloopt vlot genoeg en de kortere speelduur werkt in de film zijn voordeel.
3.5*
Gendarme en Balade, Le (1970)
Alternatieve titel: De Gendarme op Drift
Douliou Douliou Douliou Douliou Saint-Tropez
Het begint langzamerhand een gewoonte te worden. Er komen films op televisie die ik graag wil zien, ik neem ze op, ik vergeet ze en wanneer ik nog maar 10% resterend heb op de decoder, schiet ik in gang. Deze Gendarme film stond ook alweer een tijdje digitaal stof te verzamelen maar gisteravond toch maar eens werk van gemaakt om hem te zien. Deel 1 en 3 waren vermakelijk, deel 2 was wat minder dus ergens was ik ook wel benieuwd wat deel 4 ging geven.
Voor een klein halfuur dacht ik dat dit beter dan het eerste deel ging worden. De verwijzingen naar de eerste 3 delen waren leuk om te zien maar het plot rond het geheugenverlies van Fougasse kon me wel bekoren. Het zorgde voor een goede springplank voor de overdreven mimiek van de Funès en de zijnen maar jammer genoeg wordt het eventjes wat minder wanneer blijkt dat Fougasse toch niet aan geheugenverlies lijdt. De film kent een dipje maar net zoals de gepensioneerde gendarmes geraakt de film er weer bovenop. De Gendarmes krijgen de kans om hun gloriedagen te herbeleven en ze doen het dan ook met verve. Al blijf ik het altijd wel een minpunt vinden dat de films zo snel worden afgebroken naar het einde toe. De ene moment zit je nog te kijken naar de continue strijd tussen het nieuwe en het oude gendarmekorps (met een paar geweldige scènes zoals het nudsitenkamp en de Hippie fase maar jammer genoeg ook wat te lang gerekte scènes zoals de raket van de weeskinderen) en dan wordt er opeens gezegd dat het nieuwe korps ergens anders ervaring zal moeten opdoen en bam, de aftiteling begint te spelen. Best wel jammer eigenlijk want met een beter einde (geldt trouwens voor de meeste Gendarme films) had er misschien wel een halfje extra ingezeten. Ook leuk natuurlijk dat de film zich nog altijd afspeelt in St. Tropez. De zomerse sfeer blijft overheerlijk om naar te kijken en is dan ook een serieus pluspunt bij de film.
Waar is in godsnaam Geneviève Grad gebleven? Op het einde van de vorige film leek ze getrouwd te zijn (tegelijkertijd met Cruchot) maar ik had niet gedacht dat ze gewoon helemaal niet meer tevoorschijn zou komen. Best wel jammer eigenlijk. Soit, geen mooie vrouwen meer maar gelukkig nog altijd wel het toonbeeld van de Franse driftbuien, Louis de Funès. Ik vond hem vroeger altijd overgewaardeerd en totaal niet grappig maar ik begin hem toch meer en meer te waarderen dankzij de Gendarme reeks. Ook hier is hij nog altijd van een even hoog niveau als in de andere films. De driftbuien spatten van het scherm en het continu 'mais mon adjudant' is hilarisch. Natuurlijk ook leuk dat de oude getrouwe cast weer van de partij is. Jean Lefebvre heeft deze keer eens een iets grotere rol dan anders vanwege het geheugenverlies maar een geweldige mimiek heeft die man. Hetzelfde geldt eigenlijk voor heel de bende want zowel Guy Grosso als Michel Modo als Christian Marin en Christian Marin zijn weer geweldig als de gendarmes. Ook Nicole Vervil en Claude Gensac zijn gelukkig weer in hun oude vertrouwde rol van de partij. Hetzelfde geldt natuurlijk ook voor de non.
Vermakelijke film in een reeks die tot nu toe nog maar één iets mindere film heeft gehad. Ik had het niet verwacht en ik ben er aangenaam door verrast. De Funès is geweldig en ook de andere acteurs zijn de moeite waard. Film kent even een dipje maar geraakt er snel genoeg terug boven op.
3.5*