Meningen
Hier kun je zien welke berichten Metalfist als persoonlijke mening of recensie heeft gemarkeerd.
T.V. of Tomorrow (1953)
Wie The House of Tomorrow uit 1949 heeft gezien weet perfect wat hij/zij kan verwachten bij T.V. of Tomorrow. Het lijkt wel alsof Tex Avery in zijn sabatjaartje (tussen 1952 en 1953 besloot hij niets meer te regisseren) zijn inspiratie zocht en deze nog niet had teruggevonden. Hij grijpt dan maar terug naar oude successen en hoewel House een erg leuke short is, is T.V. redelijk saai. De grapdichtheid ligt vrij hoog omdat je in een serieus tempo de ene na de andere televisie voorgeschoteld krijgt, maar de ideeën zijn vaker miss dan hit. De running joke met de Western (en al helemaal dat die zich dan nog eens op Mars afspeelt) is Avery onwaardig. Alleen toch nog een pluspuntje voor het combineren van animatie met echte beelden, dat ziet er bij Avery altijd degelijk uit.
2,5*
T2 Trainspotting (2017)
Alternatieve titel: Trainspotting 2
No more Catholics left
Ik moet zeggen, ik had best wel zin in deze Trainspotting sequel. De eerste film had ik afgelopen weekend nog eens gezien zodat de verhaallijn vers in het geheugen zat en ik was oprecht benieuwd wat Danny Boyle en de zijnen er van gingen maken. Helemaal handig dat je via het weekblad Humo aan een gratis ticket kon geraken en gisteren was de laatste dag dat je daar gebruik van kon maken. Het zou wel eens een erg leuke ervaring kunnen gaan worden.
Mocht Trainspotting 2 dezelfde sfeer uitstralen als zijn voorganger. Dat is echter niet het geval. Is dat erg? Neen, eigenlijk niet. Waar de eerste film bulkte van het jonge enthousiasme en de energie van mannen die de wereld willen tackelen, is iedereen hier een stuk ouder geworden. Deze sequel is dan ook gematigder geworden en ergens is dat een goede keuze omdat je hierdoor niet het gevoel krijgt alsof je naar een goedkoop afkooksel zit te kijken. Hetzelfde zou het toch niet gaan worden en dan is het fijn dat Boyle er opnieuw zijn eigen ding mee doet. Uiteraard nog wel met flink wat knipogen naar de eerste film. De Choose Life monoloog krijgt een update, vond hem deze keer wel niet zo pakkend als ik eerlijk moet zijn, maar ook scènes zoals Renton die een ranzige wc passeert of de terugkeer van Kelly Macdonald, deze keer als volwassen advocate, zijn erg leuk. Natuurlijk gaat de film ook verder op de gebeurtenissen uit het eerste deel en dat blijkt nog een degelijke verhaallijn te zijn. Een beetje jammer dat het viertal voor een groot deel apart van elkaar de film doorbrengen, maar die scène waar Renton en Begbie onwetend van elkaar naburige wc kotjes zitten is geweldig.
En zelfs als het viertal niet samen te zien is, blijkt toch dat de personages nog perfect in hun vingers zitten. Het was een beetje afwachten of iedereen waardig ouder zou zijn geworden, maar in het geval van Trainspotting is het een uitstekende keuze geweest om simpelweg 20 jaar te wachten. Ewan McGregor blijft een uitstekende Renton en de dialogen met Jonny Lee Miller, Simon/Sick Boy, zijn van een hoog niveau. Het smoelenwerk van Ewen Bremner is van een geweldig niveau en Robert Carlyle is en blijft Begbie uiteraard. Sowieso één van de leukste personages van de laatste 20 jaar. Wel fijn dat werkelijk iedereen is teruggekeerd, zelfs zo'n kleine rol als die van Renton's vader) wordt opnieuw door James Cosmo gespeeld.
Veel leuke scènes (het nummer dat Simon/Sick Boy en Renton zingen op de bijeenkomst!) waardoor Trainspotting 2 een film is die het waard is om gezien te worden. Verwacht geen verlengde van de eerste film, maar gewoon een film op zichzelf met de nodige referenties. Het walhalla gevoel dat bij deze reeks hoort ontgaat me wat, maar het zijn toch erg fijne films.
Dikke 3.5*
Table aux Crevés, La (1952)
Alternatieve titel: The Hunting Ground
Fernandel en Romeo & Juliet
Ik ben de laatste tijd precies wat in mijn Fernandel periode. Vreemd eigenlijk, want het is een acteur die me niet zo goed ligt maar ik begin ondertussen toch best al wel wat titels van hem gezien te hebben. Voor een deel natuurlijk omdat hij met een aantal mensen heeft samengewerkt die ik wel hoog heb zitten (zoals Louis de Funès of Henri Verneuil) en ik moet eerlijk bekennen: het begint te keren. Ik had absoluut geen idee wat te verwachten bij deze La Table aux Crevés dus maar eens op goed geluk opgezet.
Want ik heb ondertussen ook al geleerd dat je best de korte omschrijving op de DVDs van Limelight Pictures niet leest aangezien die praktisch altijd het verhaal vertellen tot pakweg de laatste minuut. Nu ben ik sowieso niet iemand die zich laat verleiden door zich op voorhand goed in te lezen over een film, maar daardoor ben ik wel wat met de verkeerde verwachtingen aan deze Fernandel film begonnen. Wie namelijk een volbloed komedie verwacht zoals de man met de brede glimlach er veel heeft gemaakt, komt nogal bedrogen uit. Onder regie van Verneuil wordt La Table aux Crevés een soort van Romeo & Juliet verhaal waarbij een klein dorpje is onderverdeeld in 2 streken (Fernandel uit de ene streek, zijn geliefde uit de andere) en natuurlijk zijn er een aantal mensen die niet akkoord zijn met hun liefde. Klinkt goed en dat is het ook, maar het blijft vreemd om Fernandel in een wat meer serieuze rol te zien en zeker in het begin bij de zelfmoord van zijn vrouw weet je niet goed of dit nu eigenlijk wel of niet komisch bedoeld is.
Want ik geef toe, Fernandel is wel een figuur waar je mee moet lachen. Die weidse gebaren, die glimlach, dat kwaad worden, ... Zijn invulling van de rol van Coindet is an sich niet veel verschillend dan van een andere rol, maar het is dus niet (helemaal) bedoeld om mee te lachen. Wel tof om te zien dat hij dit op zich wel aankan. De climax in het veld is de moeite waard, hetzij wel wat voorspelbaar met Capucet die dan wordt neergeschoten, maar Fernandel staat stevig op zijn benen in dit melodramatisch verhaal. Hij wordt gelukkig ook wel ondersteunt door een degelijke cast met Maria Mauban op kop. Ik blijf het grappig vinden hoe Fernandel er in zijn films er altijd in slaagde om zich te laten omringen met schoon vrouwvolk, maar in het geval van Mauban kan ze ook nog eens acteren. Ik heb al erger gezien. Verder is Andrex nog degelijk als Frédéric en zie je hier vooral de hand van Verneuil in.
Want die ging natuurlijk later pas echt furore maken met onder andere Le Clan des Siciliens. Dat niveau bereikt hij hier nog niet, maar het is wel één van de betere films in zijn oeuvre. Fernandel oogt in het begin niet op zijn plaats, maar weet zich uiteindelijk goed in te werken in zijn rol. La Table aux Crevés (wat een geweldige titel trouwens) blijft voor de rest echter wat voorspelbaar doch interessant om eens gezien te hebben.
3.5*
Tai Ji Quan (1974)
Alternatieve titel: The Shadow Boxer
Verdraagzame Vechter
Ik vind het tegenwoordig wel interessant om films te zien rond bepaalde vechtstijlen. Zo heb je onder andere de Ip-Man reeks die rond Wing Chun draait (nog een interessante film rond die stijl is het vermakelijke, en die titel zal je weliswaar verbazen, Wing Chun uit 1994) en ook Drunken Fist (Drunken Master met Jackie Chan is daar wel een goede film rond) is een stijl die wel eens regelmatig het scherm siert. The Shadow Boxer gaat echter over geen één van deze vechtstijlen, maar over Tai Chi.
Het begin lijkt dan ook te dienen als een documentairachtige introductie wat de stijl juist inhoudt en nadien kan het plot dan eindelijk van start gaan. Een ietwat standaard verhaal waar we een vechter volgen die eigenlijk enkel incasseert. Langs alle kanten wordt hij bespuwd, geslagen, vernederd en proberen zijn vrienden en werknemers hem talloze keren te overtuigen om in actie te komen. Al goed dat de film nog geen anderhalf uur duurt, want nog langer van deze pacifistische nonsens had geresulteerd in een lagere score vrees ik. Het is uiteindelijk de dood van zijn meester, de dood van zijn beste vriend, de verkrachting én de dood van zijn vriendin die de stoppen doen doorslaan. Je zou voor minder natuurlijk en als liefhebber van het betere vechtwerk was het een noodzakelijke injectie om de film terug wat meer drive te geven, maar het blijft toch raar dat een vechtstijl die zich profileert als een soort van zachtaardige verdediging uiteindelijk resulteert in een gewelddadige climax. Al maakt de laatste scène met Ku-Ding die uitschreeuwt hoe het voelt om iemand vermoord te hebben toch nog wel wat goed.
Het debuut van Wo-Fu Chen en hoewel hij nog een aantal rolletjes zou hebben in andere Shaw Brothers producties, pleegde hij zelfmoord ten gevolge van en een depressie nog voor The Shadow Boxer in première ging. Chen bracht het er nog wel goed van af trouwens. Tai Chi zelf is niet meteen de filmisch indrukwekkende stijl waar ik persoonlijk een film over zou maken, maar Chen oogt in ieder geval erg getraind. De film steunt vooral op hem maar in de bijrollen is er ook nog wel wat interessant volk te ontdekken. Szu Shih deelt nog wat rake klappen uit als dochter van de leraar van Wu Ding en visueel ziet dit er ook nog wel geslaagd uit. Tai Chi is een ietwat trage stijl en Hsueh Li Pao buit dat nog eens wat extra uit door veel slowmotion.
Misschien net iets teveel focus op het verdraagzame aspect van Tai Chi waardoor de film nogal traag oogt en het net iets te lang wachten is op Wu Ding die uitbarst. Verder wel een vermakelijke film uit de stal van de broertjes Shaw, maar ze hebben toch wel wat beter werk uitgebracht in de loop der jaren.
3*
Tai Ji Quan (1996)
Alternatieve titel: Tai Chi Boxer
Het vervolg op The Tai-Chi Master
Ik ben fan van het oeuvre van Woo-Ping Yuen, maar het was pas na het kijken van deze film dat ik ontdekte dat het hier eigenlijk om een sequel ging op een andere film van zijn hand, namelijk Twin Warriors/The Tai-Chi Master. Dat komt ervan dat je soms gewoon blind een film aanschaft omdat het van een bepaalde regisseur of met een bepaalde acteur is, maar gelukkig is dat in het geval van Tai Chi Boxer geen echt probleem. De grote hoofdrollen uit de vorige film (Jet Li en Michelle Yeoh) zijn in ieder geval nergens te bespeuren.
Naar het schijnt zou het ook maar om het wederkeren van Hai Yu en Lau Shun gaan die hier allebei de vaderrol (van respectievelijk Hok Man en Yeung Wan) opnemen. Het lijkt er dan ook op dat je niet veel mist als je de voorganger niet hebt gezien en dat is goed aangezien dit een vermakelijk filmpje is geworden. De focus ligt voor een groot stuk op een romance tussen de twee hoofdrolspelers en eigenlijk is dat een ietwat verfrissende aanpak in het genre. Woo-Ping Yuen en Hsin-Yen Chang nemen ruimschoots de tijd en sparen hun vechtscènes op en hoewel die niet tot het beste werk van Yuen horen, blijft het toch een regisseur die vaak erg mooi werk laat zien. Ondertussen passeert er nog een plotje waarin de Britten er even worden doorgesleurd (beetje zoals Russen op een bepaald moment altijd de slechterik waren in Amerikaanse films) en dan voornamelijk hun invloed op de opiumkwestie. Ook dat is iets dat we ondertussen al wel eerder en beter hebben gezien, maar ook hier blijft het gewoon allemaal erg vermakelijk. Wel een beetje vreemd hoe de neef eigenlijk halverwege film geruisloos verdwijnt - om dan op het einde weer terug te keren - maar storen doet het niet.
Misschien ook wel omdat Jacky Wu een frisse nieuwkomer is in het genre. Dacht gelezen te hebben dat hij hier zijn filmdebuut maakte, maar blijkbaar is er nog een film (One and a Half) eerder geweest. Hij heeft er ondertussen een niet zo denderende carrière opzitten, maar doet hier eigenlijk weinig verkeerd. Dynamisch vechten en natuurlijk dat trucje met zijn paardenstaart zorgt nog voor een aantal leuke scènes. Ook de chemie tussen hem en Christy Chung is er over de gehele lijn, maar het zijn eigenlijk vooral nog een paar bijrollen die dit naar een hoger niveau tillen. Sibelle Hu heeft als Jacky's moeder een aantal erg fijne scènes met hem en ook bij de slechteriken zitten nog een paar vermakelijke figuren zoals (sowieso wel één van mijn favoriete stijlen) een henchman met een ijzeren voorhoofd.
Dan maar eens op zoek gaan naar Tai-Chi Master. Die is blijkbaar wel een stukje bekender dan deze sequel dus vreemd dat ik die nog niet eerder ben tegen gekomen. Michelle Yeoh is namelijk ook zo'n instant-buy en dan in combinatie met Woo-Ping Yuen.. In het verleden heeft dat al erg degelijke films opgeleverd. Ook maar eens wat op zoek naar naar Jacky Wu films. Zijn stijl sprak me hier alleszins genoeg aan om te zien wat hij verder van zijn oeuvre heeft gemaakt. Erg vermakelijk tussendoortje inderdaad!
3.5*
Taking Lives (2004)
Taking Lives
Redelijk goede film die toch wel wat plotholes bevat maar wordt vooral nog gered door Jolie, Sutherland, ...
Het verhaal is redelijk standaard maar bevat wel wat gaten (eigenlijk bijna alles wat Madecineman opnoemd) en zorgde bij mij toch ook voor wat vragen. Een iet of wat onverwacht einde zorgt wel voor wat spanning maar als je er over nadenkt blijkt de film vol te zitten met clichés die toch wel wat worden weggestopt.
Vermakelijk voor een avond maar ook niet meer, met een herziening zal de film wel dalen omdat de spanning dan weg is.
3*
Taking Off (1971)
I have trouble with my windpipe
Nadat ik Liefde van een Blondje van Milos Forman had gezien kwam er weer een regisseur bij waar ik wel eens wat meer van wou gaan kijken. In het opzoeken wat voor films Forman nog heeft gemaakt kwam ik deze Taking Off tegen, maar het is blijkbaar niet makkelijk om aan een DVD te geraken wegens allerlei rechten, al zou er in 2011 een DVD gereleased zijn door Park Circus. Ik was dan ook aangenaam verrast dat ik dit op het grote scherm kon gaan aanschouwen.
Taking Off is een ietwat speciale film. Het opent met een soort van talentenjacht waarbij er regelmatig gecut wordt naar de beslommeringen van een man. Hij zit bij een hypnotiseur, hij is bij zijn vrouw en vrienden, ... Het is Forman zijn 5e film, zijn eerste Amerikaanse, maar het oogt allemaal nogal slordig en stroef. Het is in ieder geval iets waar je wat aan moet wennen, maar eenmaal Jeannie verdwijnt wordt het wel erg leuk. Je krijgt een soort van Woody Allen vibe en de beslommeringen die daarop volgen blijven meer als 40 jaar na datum nog overeind staan. Hier en daar wat gedateerd, de joint scène gaat wat te lang door, maar over de gehele lijn erg geslaagd. Het komt allemaal tot een climax in een spelletje strippoker en dat vormt een waardige climax. Altijd leuk, want meestal wilt dit soort films wel eens met een sisser eindigen.
De stukken van de talentenjacht zitten doorheen heel de film geweven. Lijkt niet zo interessant, maar a) in het algemeen is het fijne muziek en b) je kunt hier en daar wat beginnende sterren spotten. Zo heeft Kathy Bates haar eerste rolletje (hier nog gecrediteerd als Bobo Bates) en ook Carly Simon maakt nog een kleine opwachting. Ike en Tina Turner spelen nog een ietwat prominentere rol trouwens. Het is echter niet enkel de muziek die dit de moeite waard maakt. Een groot deel van de score is ook te wijten aan een schitterende Lynn Carlin en Buck Henry als de ouders van Jeannie.
Erg aangenaam verrast eigenlijk. Forman was sowieso al een regisseur om wat meer van op te zoeken, maar dit bewijst nog eens waarom. Mooi meegenomen als je een fan bent van de muziek die hier wordt gespeeld, maar zelfs zonder dat kan je hier wel iets mee denk ik.
Dikke 4*
Tales from the Darkside: The Movie (1990)
For an agent, being a monster is just credentials
Het weekend begint tegenwoordig te krijgen van horrorfilms te kijken. Tales from the Darkside was een film die al langer op het verlanglijstje stond vanwege de aanwezigheid van Stephen King en George A. Romero (ik had wel het idee dat Romero dit ook geregisseerd had, maar daar vergistte ik me blijkbaar in), maar ook qua cast leek dit wel aan amusante film te kunnen worden. Veel bekende koppen in hun beginjaren in ieder geval en dat vind ik altijd wel leuk.
Vreemd dan ook dat die praktisch allemaal in het eerste segment komen in plaats dat ze wat verspreid worden. Lot 249 kan dan ook rekenen op Christian Slater, Steve Buscemi en Julianne Moore en hoewel het plotje rond een gevonden mummie die op de killertoer gaat nadat hij tot het leven wordt gewekt via een spreuk op papier wel leuk is, is de uitwerking wat minder te noemen. Er zit weinig schwung in, sommige scènes zijn echt te donker (al vraag ik me dat wel af of dat misschien aan de DVD lag aangezien daar ook wel wat schoonheidsfoutjes waren ingeslopen zoals een ondertiteling die links uitgelijnd is) en het is eigenlijk enkel het einde waar Bellingham toch nog blijkt te leven en Andy om de tuin heeft geleid met de spreuk wel leuk.
Tweede verhaal was Cat From Hell, iets met een kat dus, en blijkt een stuk beter te zijn dan zijn voorganger. Nog steeds visueel een donkere bedoening, maar de strijd van een huurmoordenaar tegen een kat werkt wel goed. Een aantal flashbacks halen weliswaar de schwung uit het verhaal, maar de moordzuchtige kat maakt veel goed. In dit segment zit ook de leukste scène uit heel de film, namelijk de kat die zich in de keel wringt en er nadien terug uit komt gekropen. Simpel, voorspelbaar en toch erg effectief. Ook hier een kleine groep van acteurs, maar er is niet al te veel op aan te merken.
Het derde verhaal genaamd Lover's Vow, dat met de Gargoyle dus, trok het meest mijn aandacht vanwege de aanwezigheid van James Remar. Een acteur die vooral in budget films komt opdraven, maar die een (voor mij) legendarische status heeft bereikt met The Warriors. Hij neemt hier de hoofdrol op zich en het lijkt er lange tijd op te gaan lijken dat dit het beste verhaal ging worden. Althans totdat Preston opeens out of the blue besluit om alles op te biechten aan zijn madam en dat zij het monster blijkt te zijn. Een 'twist' die je al van in het begin zag aankomen en die eigenlijk de goede opbouw teniet doet.
Tussen de verschillende verhalen zit nog een wraparound story rond een heks (Blondie!) die een jongetje wil gaan opeten, maar ook dat wordt uiteindelijk genekt door zijn einde. Iets wat dus voor heel de film van toepassing is. Zonde, want voor de rest is dit wel iets met wat potentie. Het komt er echter niet over de gehele lijn uit.
Nipte 3*
Talk to Me (2007)
This is P-town
Talk to Me was een film die al jaren op mijn verlanglijstje stond maar door andere interesses leek ik deze film te vergeten. Totdat ik een tijd geleden op een braderij in Merksem was waar ik deze film kon kopen in een 3 voor 2.50€ actie (de andere twee films waren Staying Alive en Blade II). Natuurlijk direct meegepakt en gisteravond met een kameraad opgezet.
Talk to Me leek me, afgaande op de hoes en het plot, een The Boat that Rocked avant la lettre. Hoewel,zoveel avant is er niet want de films schillen maar 2 jaar maar je snapt wel wat ik bedoel. Beiden zijn een verhaal over een radiostation en beiden lijken in de problemen te komen maar daar stopt de vergelijking wel. Gebaseerd op een waargebeurd verhaal toont Lemmons de gloriedagen van Petey Greene. Persoonlijk had ik nog nooit van hem gehoord (ten tijde van de jaren '60 zou het nog dertig jaar zijn eer ik werd geboren) maar verdomme, net zoals bij The Boat that Rocked, ik had er willen bij zijn. De eerste helft van de film is dan ook geniaal te noemen. Vooral het personage waar het allemaal is op gebaseerd, Petey Greene, is verreweg het interessantste van allemaal. De film kent een standaard rise verhaal (de manier waarop Petey bij WOL terecht komt is nu niet zo bijster speciaal) maar het is de manier waarop het allemaal werd gebracht. Ook toen heel de Martin Luther King legende zich voltrok was ik nog niet geboren maar de manier waarop Lemmons dit in beeld brengt, het is fantastisch. Werkelijk kippenvel toen ik de film zag en de rillingen lopen nog altijd over mijn rug wanneer ik er terug aan denk. Je proefde echt het ongeloof, de frustratie en de pijn van de mensen maar het krijgt nog net dat beetje extra door heel de cast die uitstekend speelt in de film maar bij die scène zichzelf naar een hoger niveau tilt. Niets dan lof dus tot nu toe maar jammer genoeg zakt de film even in wanneer Petey van het radiostation weg is. Het is maar een kleine 20 minuten maar hierdoor verliest de film wel een half puntje, het werd gewoon niet meer zo bijster interessant. Gelukkig weet de film zich wel te herpakken en behoort het einde tot één van de vele kippenvel momenten. De speech van Dewey op Peteys begrafenis is tragisch maar is tegelijkertijd ook ontzettend erpisch. Heerlijk moment dus.
Toch betwijfel ik of het de moeite was geweest zonder de uitmuntende cast. Het is vooral leuk om Martin Sheen nog eens te zien verschijnen maar de samenwerking tussen Cheadle en Ejiofor is goud waard. De twee vullen elkaar prachtig aan maar het is toch vooral Cheadle die echt de show steelt. Ik ken hem alleen maar uit Crash en Hotel Rwanda maar hier speelt hij echt de pannen van het dak. Cheadle is simpelweg Petey en er is geen andere acteur die het beter had kunnen doen. Toch wil ik niet alle lof aan Cheadle geven want zonder Ejiofor had de samenwerking misschien niet zo goed uitgedraaid, ik zei het daarjuist al maar ze vullen elkaar zo magnifiek aan dat elke scène een genot is. De bijrollen zijn trouwens ook wel de moeite waard. Persoonlijke favoriet was toch wel Nighthawk met de veel te coole stem, mooie rol van Cedric the Entertainer. Vermakelijk rolletje ook van Taraji P. Henson als het vriendinnetje van Petey. Toch ook nog eventjes lof voor de aankleding van de film, hoewel er blijkbaar wat fouten in de film zitten qua feiten, is er op de kostuums werkelijk niets aan te merken. De film ademt jaren '60-70-80 uit en het ziet er ook allemaal ontzettend getrouw uit.
De fouten waarover ik het hierboven heb zijn over het algemeen muziekfouten want Talk to Me gebruikt nogal vaak nummers die ten tijde van de film nog niet gereleased waren. Op zich kan mij dat nu niet zo heel hard schelen, hoewel ik niet zo'n grote Soul/ R&B liefhebber ben, want dit paste gewoon uitstekend in de film. Zelfs één van mijn all-time favoriete nummers komt erin, A Change Is Gonna Come, maar jammer genoeg niet in de versie van Baby Huey. Soit, dit kan de pret niet deren want de muziek past uitstekend in de film, of het nu klopt qua tijdsperiode of niet.
ik had redelijk hoge verwachtingen en ze worden perfect ingelost. De eerste helft van de film is geniaal, het einde is geniaal maar jammer genoeg zit daartussen een stukje dat redelijk saai is. De aankleding ziet er fantastisch uit en de cast acteert fenomenaal.
So grab your head and make a fist. Listen at me and remember this, that I’ll tell it to the hot, tell it to the cold, tell it to the young and tell it to the old. I don’t want no laughing, I don’t want no crying, and most of all, no signifying. This is Petey Greene's Washington
4*
Tall in the Saddle (1944)
I never feel sorry for anything that happens to a woman
Hoewel de lente ondertussen van start is gegaan, is daar momenteel weinig van te zien. De regen blijft op de ramen kletteren en ik had nog eens zin in zo'n ouderwetse John Wayne western. Het was al een tijd geleden dat ik er nog eens eentje zonder zijn partners in crime Ward Bond en Gabby Hayes had gezien en vandaar kwam ik uit bij deze Tall in the Saddle. Ik vreesde een beetje voor de kwaliteit van de DVD, maar de uitgave van Coolroom is wel van uitstekende kwaliteit.
Het is natuurlijk mooi meegenomen dat de film dat ook is. Aangenaam verrast dan ook dat dit meer dan 70 jaar later nog altijd goed overeind blijft staan. Hier en daar weliswaar voorspelbaar (dat Rocklin de neef van Red ging zijn zag je nogal van ver aankomen), maar het plot rond de moord op Red Cardell is boeiend genoeg om me anderhalf uur te vermaken. Tall in the Saddle bevat dan ook de beste elementen uit dit soort films en het is genieten van de vuistgevechten, de confrontaties en een nogal hobbelige koetsrit. Dat betekent ook wel dat er de nodige flauwe humor aan te pas komt, maar zelfs die valt echt wel goed te smaken. Het interessantste is misschien wel de toevoeging van Arleta 'Arly' Harolday. Kreeg in het begin het gevoel dat de film nogal vrouwonvriendelijk was, andere tijden natuurlijk, maar dan verschijnt er opeens zo'n heerlijke western gal die al dat mannelijk geweld begint op te fleuren.
John Wayne speelt hier misschien wel één van zijn stoerste rollen ooit. Het wegwandelen van Arly terwijl die op hem ligt te schieten, de pokerscène waar hij zijn pistool gaat halen, ... Blijf het toch een fantastische acteur vinden die werkelijk geknipt is voor dit soort rollen. Gabby Hayes neemt de hierboven genoemde ietwat verplichte humor voor zijn rekening, maar ook daar weinig op aan te merken. Al moet je wel van zijn manier van acteren houden vrees ik. Ward Bond is goed als de judge, maar het is toch Ella Raines die uiteindelijk de show weet te stelen. Vreemd dat ze een dikke 10 jaar later al in haar laatste film zou meespelen. Had volgens mij meer in gezeten.
In ieder geval één van de beste John Wayne westerns uit zijn vroegere jaren, zoveel is duidelijk. Tall in the Saddle is amusant, heeft een boeiend plot en bovenal een cast die naast John Wayne goed overeind blijft staan. Zeker Raines is een meerwaarde aan het geheel.
4*
Taming of the Shrew, The (1967)
Alternatieve titel: La Bisbetica Domata
Of all things living, a man's the worst!
Altijd mooi als een paar van je interesses samenkomen. Ik ben altijd wel te vinden voor een Shakespeare verfilming en ik ben ook al een tijd bezig om het oeuvre van Elizabeth Taylor te vervolledigen. Daar kwam dan nog eens bij dat deze verfilming van The Taming of the Shrew door niemand minder dan Franco Zeffirelli werd gemaakt, de regisseur die verantwoordelijk is voor een uitstekende Romeo and Juliet verfilming, dus de verwachtingen stonden hoog.
Ze komen weliswaar niet helemaal uit, maar het mag gezegd worden dat Zeffirelli's versie van The Taming of the Shrew het waard is om gezien te worden. De regisseur heeft sowieso al een streepje voor doordat hij getrouw blijft aan de originele tekst en de verloop van het verhaal, maar met Elizabeth Taylor en Richard Burton heeft hij ook gewoon een uitmuntende Katharina en Petruchio ter beschikking. Oorspronkelijk bedoeld als een film voor Sophia Loren en Marcello Mastroianni, maar Zeffirelli wou perse Taylor en Burton (hoewel de Fox executives na het falen van Cleopatra hier niet echt voor te vinden waren) en hield voet bij stuk. Burton, die al wat ervaring had met het spelen van Shakespeare, voelt zich goed in het plunje van Petruchio en Taylor, voor wie het de Shakespeare doop zou worden, is zijn perfecte klankbord. Dat de twee ten tijde van de film gehuwd waren zal misschien ook wel aan de authenticiteit geholpen hebben.
Waarom dan toch 'maar' 3.5*? Wel, ik moet zeggen dat ik op zich wel naar een halfje extra neig, maar de wat flauw ingevulde bijrollen konden me niet altijd even goed bekoren. Taylor en Burton zuigen als het ware de volledige film naar zich toe en de rest komt er dan ook een beetje bekaaid af. Soundtrack van Nino Rota daarentegen is zoals gewoonlijk sterk en ook de decors die Zaffirelli hier weer op het scherm tovert mogen er zijn, zeker ook omdat dit toch zijn debuut was. Ach, je kunt natuurlijk wel wat aan dit soort vormgeving spenderen als je hoofdrolspelers elk een miljoen dollar in de film spenderen en meteen ook hun loonbrief van gecombineerd meer dan 2 miljoen ruilen voor een percentage van de winst.
Zoals gezegd neig ik weliswaar naar 4*, maar echt overtuigd ben ik nog niet. Taylor is hier op haar mooist en de chemie met Burton is zoals te verwachten was erg goed. Hoewel ik Shakespeare zijn komedies graag lees, komen ze in filmvorm precies toch niet echt zo goed over als zijn tragedies. Soit, leuke zit toch weer.
Dikke 3.5*
Tang Lang Dou Ji Gong (1978)
Alternatieve titel: Death Duel of Mantis
Kippenkungfu
Death Duel of the Mantis is deel 35 in de onvolprezen (kuch kuch) Kung Fu Classics Collection Vol xx reeks die door één of ander shady bedrijfje op DVD is uitgebracht. Veel moeite hebben ze niet gedaan (de films hebben allemaal een soortgelijke hoes, de stills kloppen de helft van de tijd niet, het plot staat vol met spelfouten en de ondertiteling is van verschrikkelijke kwaliteit) maar ergens blijf ik de reeks wel een warm hart toedragen aangezien ze toch voor een stuk ook mee verantwoordelijk is voor mijn voorliefde voor het genre.
Zo af en toe zit er dan ook nog eens een kleine verrassing in de reeks en deze keer is dat kippenkungfu! Onvoorstelbaar dat er maar één Engelse titel is die van deze zeldzaamheid in het genre gebruik van maakt (die titel is dan wel Mantis Fights Cock, iets dat ik eerlijk gezegd niet goed durf te Googlen uit schrik voor wel erg foute foto's) maar dat de focus op de Mantis is komen te liggen. Ach, het had de film er alleszins niet beter op gemaakt want hoewel zo'n kippenkungfu iets is waar je wel even mee kunt lachen, is er voor de rest weinig lol te beleven aan deze Death Duel of Mantis. Een volstrekt standaard plot waar eventjes naar het einde toe nog een wraakmotief aan wordt toegevoegd (anders hadden we gewoon geen plot gehad) en met een bijzonder onsympathiek hoofdpersonage. Nog wel een ietwat redelijk eindgevecht trouwens, maar de voorgaande 80 minuten zijn te mager om daarop te wachten.
Kippenkungfu en een onsympathiek hoofdpersonage dus. Dat klinkt al niet goed en dan moest het vreemdste nog komen. Xiao Hai is namelijk verliefd op de dochter van een of andere plaatselijke restauranteigenaar en die dochter ziet er nagenoeg hetzelfde uit als Xiao Hai! De mannelijke variant heeft een spleetje à la Guy Verhofstadt tussen zijn voortanden, de vrouwelijke variant haar gebit is gaver. Beide kunnen wel een aardig potje knokken maar niemand springt er echt tussenuit qua moves. Ting Wa-Chung heeft wel een aantal Shaw Brothers films op zijn naam staan maar heeft daar precies ook niet echt veel potten gebroken. De zogenaamde Chicken Fist is ook een stijl die niet zo bijzonder is en de Engelse dub is vooral lachen voor de vele dynamische geluidjes. Op een bepaald moment is Hai aan het trainen en hij weet dat hij zijn move verkeerd doet wanneer hij niet het juiste geluidje hoort..
Nee, dit was het toch niet. Hier en daar nog wel een leuk ideetje maar de uitwerking is te pover, te cliché en gewoon te geroutineerd. Misschien heb ik de laatste tijd teveel van dit soort films gezien, maar dit is echt compleet inwisselbaar. Taiwan heeft leukere titels op de markt gebracht in ieder geval.
1.5*
Tang Shan Da Xiong (1971)
Alternatieve titel: The Big Boss
Het begin van Lee's faam
Een tijd geleden maakte ik dankzij The Green Hornet voor het eerst kennis met het martial-arts fenomeen, Bruce Lee. Toch voelde ik dat ik iets miste en begon ik aan een zoektocht naar de overige Bruce Lee films. Omdat het er maar weinig zijn ben ik ze apart aan het verzamelen en af en toe kom ik er eens tegen. De recentste aankoop was deze The Big Boss en gisteravond na Suburban Girl maar eens opgezet.
Het begint een gewoonte te worden om elke Bruce Lee film (uitgezonderd The Green Hornet maar die beschouw ik niet helemaal als authentieke Bruce Lee films) met 4* te belonen en ook deze Big Boss is er geen uitzondering op. Het valt vooral op dat deze film meer diepgang heeft dan elke andere Bruce Lee die ik tot nu toe heb gezien, dat zijn The Green Hornet, Fury of the Dragon, Enter the Dragon en Fist of Fury. Cheng heeft aan zijn moeder beloofd om niet te vechten en laat zich de helft van de film dan ook in de luren leggen om, ongewild, de waarheid maar niet te hoeven zien. In dat opzicht kan ik wel begrijpen waarom dit als een mindere Lee film wordt gezien maar voor mij was het juist een extra puntje. Het plotje met de heroïne die verstopt zit in het ijs is op zich niet bijzonder veel waard maar de spanningsopbouw is goud waard. Lee laat zich altijd maar doen door eens naar het amulet te kijken (het bijhorende muziekje kwam op den duur wel mijn strot uit) maar je weet gewoon dat er een moment gaat komen dat Lee losbarst. En op dat moment barst de film dan ook los. De vele gevechten zijn goud waard en ik kan gewoon geen genoeg krijgen van de vele kreetjes die Lee uitstoot. De kreetjes en de close-ups blijven een geweldige combinatie. Jammer genoeg kent de film hier en daar wel een stommere scène. Op een bepaald moment slaagt Lee iemand door een houten muur en krijg je op een cartoonachtige manier de omtrek van het lichaam te zien. Een beeld dat totaal niet in de film past en ook kwamen sommige scènes iets te overdreven uit de hoek. Jammer, maar de film kent hier in ieder geval geen lagere waardering voor. Blijkbaar stoorde Lee zich hier ook erg hard aan maar lukte het hem niet om de regisseur op andere gedachten te brengen. Misschien nog een interessant feitje waarop je moet letten bij een herziening: in Japan is wit het symbool van de dood en hierdoor kun je zien of Lee iemand gaat vermoorden in de film. Is het een 'gewoon' gevecht dan is Lee gekleed in een bruine of blauwe broek, een gewoon t-shirt en een blauwe sjaal. Is het een gevecht waar iemand sterft dan is Lee gekleed in een zwarte broek, een witte longsleeve en een witte sjaal. Geen idee of het klopt maar het is het waard om eens op te letten.
Lee is niet de ster van de film, althans niet van de gehele film. Daarvoor kent James Tien, Hsu Chien, teveel vermakelijke scènes. Ook hij kon, net zoals Lee, een vermakelijk potje knokken en hierdoor heeft de eerste helft van de film een nog hoog genoeg vermakelijkheidsgehalte. Lee is normaal iemand die alleen maar knokt en met reden, hij is er ontzettend goed in. Toch was hij in dit debuut er nog niet helemaal uit precies want hij komt erg droog uit de hoek soms. Favoriete scène is sowieso wanneer hij tot voorman is gepromoveerd en al dansend thuiskomt met een paar neven. Ik weet nog altijd niet goed wie ik hier als hoofdrol moet bestempelen want zowel Lee als Tien kennen een paar erg goede scènes en hun rol is ongeveer even gelijk. De andere familieleden kennen een kleinere rol maar zijn daarom niet minder vermakelijk. Persoonlijk hou ik wel van deze massale knokpartijen maar het is vooral de moeite omdat het zo ontzettend goed gechoreografeerd is. Elke slag, elke stoot, elke shot is tot in de puntjes uitgewerkt en het ziet er dan ook fantastisch uit. Verbazende muziekkeuze trouwens. Had nooit gedacht Pink Floyd in een Bruce Lee film te horen.
Een uitstekend debuut dat net ietsje minder is dan het overige van Lee's werk (althans toch van hetgeen dat ik heb gezien) mede doordat er een paar idiote scènes in zitten. Lee blijft cool, vooral het eindgevecht met Big Boss met de zak chips is goud waard, maar ook de rest van de cast doet het erg goed. Het verhaal is flinterdun maar kent tegelijkertijd meer diepgang dan elke andere Bruce Lee film die ik tot nu toe heb gezien. Erg vermakelijk, kan niet wachten tot ik nog eens men handen kan leggen op een andere Lee film.
4*
Tangled (2010)
Alternatieve titel: Rapunzel
Did I ever tell you I've got a thing for brunettes?
Eén van mijn beste kameraden gebruikt blijkbaar altijd Tangled om tot rust te komen in de examens. Hij heeft hem ondertussen al zo'n 8 keer gezien en verschoot ervan dat ik me hier nog nooit aan gewaagd heb. Waarom ik dat nooit heb gedaan is mij ook een raadsel want ik ben op zich altijd wel te vinden voor een Disney film maar het was er dus nog niet van gekomen. Hoog tijd dus om daar eens verandering in te maken!
En erg aangenaam verrast door Tangled. Ik heb jarenlang volgehouden dat de oude tekenstijl van Disney superieur was aan al dat computergedoe dat we de laatste jaren voorgeschoteld kregen. Gelukkig komt daar nu eindelijk verandering in doordat dit op animatiegebied er erg geslaagd uitziet. Ik blijf natuurlijk nog altijd net iets meer fan van de oude stijl met de hand maar dat gaat toch nooit meer terugkomen volgens mij. Maar zeker Rapunzel zelf komt mooi tot haar recht en het magische haar ziet er goed uit. Vele visuele knipoogjes gecombineerd met een aantal geslaagde settings zorgen ervoor dat Tangled in ieder geval een film is geworden die gezien mag worden. Aangename stemmencast ook met Zachary Levi (freakin' Chuck Bartowski!) op kop. De manier waarop hij Flynn gestalte geeft is gewoon erg leuk en hij is zowaar één van de leukste personages uit het gehele Disney/Pixar universum. Voor de rest nog wat bekende koppen zoals Ron Perlman als één van de Stabbington broers maar het is vooral de onbekende (althans toch voor mij) Mandy Moore die me aangenaam verraste met haar invulling van Rapunzel. Ze is perfect gecast als de ietwat naïeve en wereldvreemde maar toch aandoenlijke prinses.
Disney houdt geen spaander meer over van het oorspronkelijke sprookje van Grimm. Is dat erg? Bwah, eigenlijk niet echt doordat ze dat nooit echt hebben gedaan dus ik was er al wat op voorbereid. Dit voelt eigenlijk op alle aspecten aan als een volbloed Disney. We krijgen weer twee sidekicks te zien die erg vermakelijk zijn, al vond ik Pascal wel beduidend leuker dan Maximus, maar er zitten hier ook weer veel muzikale intermezzo's tussen. Nummers die eigenlijk vrij goed in de film passen en niet geforceerd aanvoelen. Zeker de nummers van Mother Gothel (die wel erg hard op Cher lijkt) zijn vermakelijk. Toch ook wel opmerkelijk dat dit net iets volwassener oogt doordat onder andere de messteek (al is er geen bloed aan het mes, dat zal net een brug te ver zijn geweest) en de dreigende ophanging niet in de oude films had kunnen zitten. Voor de rest een ietwat standaard en voorspelbaar liefdesplot tussen Rapunzel en Flynn maar juist hierdoor krijgt het een zekere charme die zo typisch aanvoelt voor Disney. De relatie op zich wordt ook wel amusant in beeld gebracht doordat ze een leuk duo vormen (verbazingwekkend hoeveel jokes je met een pan kunt doen) en is het 100 minuten genieten.
Had hier eigenlijk veel eerder werk van moeten maken. Tangled is een erg vermakelijke film die aanvoelt als een Disney van weleer. De animatie ziet er fantastisch uit maar het is vooral dankzij de personages en de leuke humor dat dit een interessante zit is. Waarschijnlijk wel een verhoging wanneer ik de film nog eens heb gezien.
4*
Tango & Cash (1989)
Rambo? Rambo's a pussy.
Sinds ik The Expendables heb gezien, ben ik wel geïnteresseerd in de films waar de hoofdrolspelers mee bekend zijn geworden. Het toeval wilt dan ook dat er een aantal Stallone films in de goedkope DVD bakken verschenen en dat er dan ook nog een aantal werden uitgezonden op televisie. Tango & Cash was er één van en ik was benieuwd naar de film want in een ver verleden had ik hem eens gezien maar vond ik hem niet zo denderend. Ik vroeg me dus af hoe een herziening zou uitdraaien.
En het is meer dan goed uitgedraaid. Eerlijk gezegd, ik kon me niet meer zo bijster veel van de film herinneren maar dat is misschien maar goed ook. Normaal gezien ben ik niet zo'n bijster grote fan van dit soort buddy-films. Het is niet dat het een slecht genre of iets dergelijks is, daar ken ik er ook te weinig van, maar meestal komt het allemaal nogal cliché op me over. Begrijp me niet verkeerd, Tango & Cash is op vele momenten ook ontzettend cliché maar het is zo over the top dat ik het eigenlijk wel kan waarderen. Stoere personages zijn er dan ook genoeg te vinden en de one-liners die over het scherm vliegen zijn bij wijlen erg hilarisch. Maar ook het verhaal zelf heeft wel genoeg om handen om te blijven boeien. Natuurlijk moet je hier geen hoogstaand verhaal van verwachten, dat was ook overduidelijk niet de bedoeling maar je krijgt wel een leuk plot met een hele hoop tongue in the cheek humor en een aantal leuke verwijzingen naar andere films in het genre. De film kent dan ook een goede vaart en verveelt nergens. Dit soort films moet het ook wel wat hebben van zijn effecten maar die zien er hier ook wel goed uit. Lekker veel ontploffingen en schietgeweld, het blijft toch leuk om naar te zien.
Oorspronkelijk was het de bedoeling dat Patrick Swayze de rol van Cash op zich ging nemen maar dat is uiteindelijk niet doorgegaan. Maar goed ook want de rol is Kurt Russel echt op het lijf geschreven. Ik ken hem vooral uit Escape From LA/New York als de coole Snake Plissken maar ook dit brengt hij erg goed. Hij weet een actieheld op een goede manier neer te zetten en de chemie tussen hem en Stallone is dan ook om de duimen en vingers van af te likken. Stallone is trouwens echt wel één van mijn favoriete acteurs aan het worden in dit genre. Ik heb nog altijd wel veel te ontdekken maar ik twijfel of er iemand is die dit kan overtreffen. Gewoon de manier waarop hij altijd rondloopt in films met zijn scheve mond en uitgespuwde one-liners, het is fantastisch om naar te kijken. Ik vraag me dan eigenlijk ook weer af waarom Tango & Cash hier weer zo'n lage score krijgt. Soit, misschien ben ik wel te snel tevreden. Ook leuk om Teri Hatcher nog eens in een film te zien voorbijkomen. Ik ken haar voornamelijk uit Lois & Clard en Tomorrow Never Dies maar ze heeft een zekere aantrekkingskracht die ik wel graag zie. Haar rol is wel serieus beperkt maar ze zorgt wel voor een leuke discussie tussen Tango en Cash.
Erg vermakelijke film. Stallone en Russel zijn erg goed op dreef en het plot is leuk genoeg om de hele speelduur te blijven boeien. De actie ziet er goed uit maar vooral de combinatie van 2 supercops tegen een heel leger van bad-guys is uitermate cool. Ik heb me, wederom, weer goed geamuseerd met een Stallone film.
4*
Tao Tie Gong (1979)
Alternatieve titel: Of Cooks and Kung Fu
Kungfu koken
Aangezien het niet altijd Shaw Brothers hoeven te zijn wanneer het om kungfu films gaat, probeer ik ook wel eens iets anders mee te pikken. Ik heb een tijd lang de Kung Fu Classics Vol xx Collection verzameld, maar Of Cooks and Kung Fu hoort daar niet bij. Een release van Dragon DVD (niet te verwarren met Dragon Dynasty die een aantal Shaw Brothers op de markt hebben gebracht) maar jammer genoeg enkel gedubte audio en geen enkele ondertiteling. De beeldkwaliteit laat ook wat te wensen over dus je kunt eigenlijk beter voor de versie op het Youtube kanaal van de Wu Tang Collection gaan. Er bestaat ook een English subbed versie maar die ondertiteling is amper te lezen..
De Wu Tang Collection hebben hun handen kunnen leggen op een Duitse release (Duits titelscherm maar wel met Engelse audio) en die beeldkwaliteit is toch wel heel wat beter. Of je kunt dit ook perfect aan je voorbij laten gaan, want Of Cooks and Kung Fu is niet meteen een meerwaarde aan het genre. Een standaardplotje waar een knul zijn ouders vermoord worden en hij op wraak zint. Hij wordt getraind door zijn grootvader in de ultieme vechtstijl en in de climax weet onze held de grote slechterik te verslaan. Het meest merkwaardige is dat de film dus gebruik maakt van een soort van kookvechtstijl maar dat klinkt leuker dan het in werkelijkheid is. Met uitzondering van een scène ergens aan het begin is er ook - met uitzondering van sommige namen - geen enkele verwijzing waarom juist deze stijl de naam kookkungfu heeft gekregen. In ieder geval ook een film die danig is geïnspireerd door soortgelijke films. De vergelijking met bijvoorbeeld Fearless Hyena met Jackie Chan (ook uit 1979) is snel gemaakt alleszins. Al is dat misschien ook wel omdat Jacky Chen Shao-Lung heeft geprobeerd om een soortgelijke acteur als Chan te zijn.
Zijn Engelse naam (Jacky Chen) is al een weggever van jewelste maar sowieso qua stijl en uiterlijk lijkt hij erg hard op zijn bijna naamgenoot. Er is echter maar één Jackie Chan en Jacky Chen is dat overduidelijk niet. Hij kan wel een lekker potje knokken maar is verder gewoon nogal een dertien-in-een-dozijn soort van acteur. De dramatische scènes (in een trouwens wel erg voorspelbaar plot, ik had verwacht dat de grote ontknoping van de geheimzinnige slechterik toch iets meer ging zijn dan een ex-collega met een wrok) gaan hem dan ook niet zo goed af. Hij is trouwens ook de martial arts director en dat doet hij dan wel goed. Of Cooks and Kung Fu verliest weinig tijd wanneer het op de eerste vechtpartij aankomt en sowieso is pakweg 90% van de film gewoon knokken. Op zich tof, maar iets meer afwisseling in verschillende stijlen had wel gemogen. Wat overblijft zijn nog een paar henchmen met geweldige namen als Chief of the Underworld (Cheng Sai-Gang) en Devil's Disciple (Mao Ching-Shun) maar uiteindelijk niet heel veel voorstellen.
Mjah, als fan van het genre kan ik best wel veel met een film die voor 90% uit vechten bestaat, daar kijk je dit soort films tenslotte toch voor, maar al bij al is dit gewoon erg standaard allemaal. Het verbaast me niet dat dit geen al te populaire film is qua stemmen. Let vooral ook nog op een sitar versie (?) van Blackbird van The Beatles, toch altijd wel lachen wanneer je dit soort soundtrack opeens in zo'n gedubte kungfu flick hoort. Ik vermoed niet dat het in de originele film is te horen.
2*
Tartassati, I (1959)
Alternatieve titel: Fripouillard et Cie
Louis de Funès en het fiscaal advies
Met Fripouillard et Compagnie ben ik ondertussen alweer aan de 4e film van mijn tweede (ondertussen is er ook al een derde) Louis de Funès box gekomen. De films die hierin zitten variëren van geweldig tot minder geweldig maar tot nu toe alleen nog maar een voldoende moeten uitdelen aan het slotstuk van de Fantômas trilogie. Ik hoopte gisteravond dan ook dat het alleen maar bij die film zou blijven maar dit is toch ook niet al te schitterend.
Vooral omdat het verhaal op zich te weinig om handen heeft om de speelduur van zo'n 100 minuten te blijven boeien. Het proberen om te kopen van de belastinginspecteur en de kluchten er rond hebben nochtans wel hun charme maar tegen het einde toe heb je het echt wel gezien. Vooral omdat de rol van sjoemelaar en fiscaal adviseur, Ettore, minder en minder aan bod komt. Ondertussen wordt er nog wel geprobeerd om wat vaart in het verhaal te brengen door er nog een verboden relatie in te verwerken maar het voelt allemaal wat aan als vijgen na Pasen. Jammer eigenlijk want het eerste deel van de film was nochtans wel erg veelbelovend. Vreemd trouwens dat de film in Italië gesitueerd is maar dat iedereen er wel Frans spreekt.. Dat was in Taxi, Roulotte et Corrida van een jaar geleden ook wel (alleen was het daar Spanje en niet Italië) maar toen waren het nog Franse toeristen dus stoorde het me niet hard.
Ik kan trouwens toch echt niet de enige zijn die bij de introductie van Aldo Fabrizi als de inspecteur Topponi direct aan Jabba the Hut uit Star Wars moest denken? Lijkt er echt als twee druppels water op. Wel een goede acteur trouwens die de frustratie rondom de omkopingen vermakelijk weet te brengen. Toto is schijnbaar de ster van de film (wordt ook overal als eerste gecrediteerd) maar voor mij is hij een volslagen onbekende. Dat neemt gelukkig niet weg dat hij de rol van Pezzella wel vermakelijk weet te brengen. Hij heeft een geslaagde wisselwerking met Fabrizi en het zorgt voor een paar leuke scènes. Degene waar ik de film speciaal voor keek was Louis de Funès natuurlijk en dit soort louche rollen gaan hem wel erg goed af. Liegen, bedriegen en ondertussen nog andermans geld in zijn eigen zak steken, de Funès brengt het perfect. Jammer genoeg gaat het hier nog maar om een kleinere bijrol en verdwijnt hij halverwege uit de film om nog maar eens sporadisch op te duiken. Erg jammer in ieder geval.
Een handvol glimlachmomenten maar nergens iets memorabels zoals bijvoorbeeld het recept voor de aardappelpuree in Le Grand Restaurant en dat mis je toch overduidelijk. Nu heb je een film die eens leuk is om gezien te hebben maar die je na twee dagen alweer compleet bent vergeten. Het is dan volgens mij ook door de aanwezigheid van de Funès dat dit nog überhaupt op DVD is verschenen.
3*
Tarzan and His Mate (1934)
Alternatieve titel: Tarzan's Avonturen
The best weapon a woman has is a man's imagination
De eerste Tarzan was schijnbaar een heus succes en het duurde dan ook niet lang vooraleer er een sequel werd uitgebracht. Zo'n twee jaar na The Ape Man werden Weismuller en O'Sullivan herenigt en mochten Neil Hamilton (Harry Holt) en Forrester Harvey (Beamish) ook weer komen opdraven. Een sequel die langer duurde dan het origineel (dat eerlijk gezegd wat leed onder zijn speelduur,) dus ik hoopte dat dat maar goed ging komen.
Ja, al is het interessant om te zien hoe deze Tarzan film bepaalde aspecten beter aanpakt dan zijn voorganger en tegelijkertijd ook hier en daar een steek laat vallen. We spreken nog altijd over een pre-Hays code film (al was het een nipte aangezien de code sinds 1934 meer en meer werd geforceerd in films) en dat resulteert in een wel heel verleidelijk pakje van Jane. Vraag me af of ze dit in de sequels ook nog heeft mogen dragen of dat dit de eerste en laatste keer zal zijn geweest. Dat kan ook gezegd worden van een, weliswaar ietwat uit de lucht gevallen, zwemscène waarin een naakte stand-in voor O'Sullivan artistiek door het water dartelt. Kan me niet voorstellen dat dit na de Hays code ook nog zou mogen. Soit, verder is dit een film die best wel wat gelijkenissen kent met zijn voorganger. Opnieuw de zoektocht naar het olifantenkerkhof, alleen geraken ze er deze keer wel heel wat sneller, maar er zit overduidelijk meer actie (en gelukkig minder projections) in en dat doet de film wel deugd.
Weismuller heeft de twee jaar die tussen beide films zat blijkbaar goed gebruikt om aan wat fitness te gaan doen, hij ziet er namelijk heel wat gespierder uit dan in de vorige film. De meer indrukwekkende fysiek komt zijn rol ten goede en O'Sullivan moet niet veel meer extra doen in vergelijking met The Ape Man. Gelukkig zat de chemie daar al vanaf de eerste seconde goed en dat is hier ook nog altijd het geval. Blijft een erg mooi filmkoppel als je het mij vraagt. Hamilton krijgt een ietwat grotere rol als Holt en het kleine bijrolletje van Harvey als Beamish is verwaarloosbaar. Met Paul Cavanagh komt er een nieuwe speler op de proppen en hij vormt een goede combinatie met Hamilton. Verder weer de gebruikelijke mannen in (apen)pakken en dat blijft ook zijn charme hebben.
Zou niet meteen zeggen dat dit beter is dan het eerste deel, maar het moet er ook niet veel voor onderdoen. Beetje jammer dat het plot voor een groot stuk een herhaling van zetten is, maar daar staat gelukkig wel een beter tempo tegenover. Cast blijft degelijk en ik kijk nu al uit naar de overige vervolgen.
3.5*
Tarzan Escapes (1936)
Miss Jane, he's the finest gentleman I ever knew - trousers or no trousers
Het derde deel uit de Johnny Weismuller Tarzan franchise alweer. De eerste twee films waren vermakelijke nonsens en ik was wel benieuwd hoe de reeks ging verder gaan. Ik hoopte in ieder geval wel dat deze keer de film iets minder in herhaling ging vallen, maar doordat dit een op zichzelf staand verhaal ging zijn (Tarzan and His Mate vormde echt een geheel met Tarzan the Ape Man) leek dat me wel goed te komen.
Al had ik in het begin wel wat mijn twijfels, want er leek weer een zoektocht naar het Olifantenkerkhof aan te pas te komen. Gelukkig wordt die weg uiteindelijk niet ingeslagen en krijgen we een plot rond de terugkeer van Jane naar de bewoonde wereld. Een vlot verhaaltje in ieder geval, maar het geheel mist wat aantrekkingskracht. Net zoals de vorige delen duurt het ook hier weer een geruime tijd vooraleer Tarzan effectief in beeld komt (hij verschijnt pas na zo'n 25 minuten, wat toch lang is op een film van 85 minuten) en de pogingen van Captain Fry om Tarzan te pakken te krijgen heb je na een tijd ook wel gezien. Sowieso een wat wisselend geheel qua sfeer. Met een personage zoals Rawling wordt de kaart van de comedy getrokken, maar tegelijkertijd is het allemaal ook wat duisterder geworden. Zo vloekt de scène waar Tarzan Fry verplicht om terug te keren in de grot (waar hij dan ook sterft) met de rest van de film. Naar het schijnt was de eerste cut van de film dan ook veel gewelddadiger, maar test-screenings waren niet succesvol en er moesten re-shoots gebeuren.
Opnieuw Johnny Weismuller en Maureen O'Sullivan in de hoofdrollen dus. Blijft een charmant filmkoppel en de chemie blijft goed overeind staan. Beetje vreemd wel dat Tarzan nog niet echt veel vocabulaire heeft gekregen (maar er wel is in geslaagd om samen met Jane een heuse villa in de jungle te bouwen) maar de fysiek van Weismuller is indrukwekkend genoeg om zelfs zonder dialoog te overtuigen. De klederdracht van O'Sullivan heeft ook een serieuze update gekregen, hoogstwaarschijnlijk door de Hays code, en dat betekent dat ze niet meer het nauw aansluitende pakje uit de vorige film heeft aangetrokken. Zit nog wel een leuke knipoog in naar zijn voorganger trouwens in de vorm van eenzelfde artistieke zwemscène. John Buckler vormt nog een goede slechterik van dienst, maar krijgt op zich iets te weinig diepgang om echt indruk te maken.
Het blijft een vermakelijke reeks in ieder geval, maar ik hoop wel dat de overige delen eens iets anders gaan brengen. De films volgen tot nu toe eenzelfde stramien en ik vrees dat het op den duur teveel van hetzelfde gaat zijn. Lag het trouwens aan mij of bevatte de film wel erg weinig muziek? Kwam erg kaal op me over.
3*
Tarzan Finds a Son! (1939)
Alternatieve titel: Tarzan's Verbanning!
Later call Elephant. Now call Boy!
Tot nu toe vond ik de Tarzan franchise wel vermakelijk, maar ik had eerlijk gezegd toch op zijn minst 1 film met een 4* notering verwacht. Ik heb best nog wel wat films te gaan, maar het niveau van de voorganger (Tarzan Escapes) stemde me niet al te positief. Ik vreesde dan ook dat het verval was ingezet en het was afwachten wat Tarzan Finds a Son ging brengen. In ieder geval kwam er met de zoon van Tarzan nieuw bloed in de reeks en dat was wel wenselijk.
Ik had alleen niet verwacht dat je de titel letterlijk moest nemen, want ik ging er eerlijk gezegd van uit dat Jane zwanger ging zijn. Blijkbaar mocht dat niet van de censuur omdat Tarzan en Jane wettelijk niet getrouwd waren... Het waren andere tijden in ieder geval, maar de vondst zorgt wel voor een aantal leuke scènes. Zeker de eerste kennismaking tussen onze slingerende held en zijn 'zoon' is erg leuk. De film maakt daarna een tijdssprong en dan blijkt er een leuke chemie te ontstaan tussen beide personages. Vanaf dan neemt de reeks een ietwat duistere wending met een breuk tussen Tarzan en Jane en natuurlijk Jane die dodelijk gewond lijkt te zijn. Het was dan ook de bedoeling dat Jane effectief het loodje ging leggen, O'Sullivan wou de reeks verlaten, maar wegens protest is het einde toch nog aangepast. Had voor mij niet gehoeven aangezien het nu wat slordig oogt. Verder is het in ieder geval wel fijn dat er op narratief vlak eens een andere kant wordt uitgegaan dan in de voorgangers.
O'Sullivan wou dus de reeks verlaten en dat merk je wel een beetje. Ze lijkt minder plezier te hebben in haar rol en de chemie tussen haar en Weismuller is wat minder. Langs de andere kant is dit ook wel de eerste film waar het strubbelt tussen de twee geliefden en in dat opzicht wordt dat wel goed gebracht. Weismuller blijft ideaal voor de rol en zoals eerder gezegd is de chemie met Johnny Sheffield ook erg goed. Sowieso wel een fijne kindacteur, die Sheffield. Hoop dat die in ieder geval in de reeks aanwezig blijft. Wel grappig trouwens dat het deze keer Weismuller is die een onderwater scène kreeg. De artistieke zwemscène van O'Sullivan (al was het toen een stand-in) zou in 1939 helemaal niet door de censuur worden toegestaan dus mogen vader en zoon deze keer een spelletje verstoppertje onder water spelen.
Tarzan's Secret Treasure is alweer de volgende in de reeks, hoop dat die terug van dit niveau is en dat Tarzan Escapes maar een eenmalige inzakking was. Zou helemaal mooi zijn mocht de reeks nog naar een hoger niveau dan nu worden getild, maar daar vrees ik een beetje voor. Vermakelijke franchise, dat wel.
3.5*
Tarzan the Ape Man (1932)
Darling, that's quite a sentence
Ik was al langer eens van plan om eens iets van de Tarzan cyclus te gaan zien. Ik had me als kind altijd vermaakt met de Disney versie en het was eigenlijk pas met de laatste nieuwe telg in het oeuvre van de in de jungle slingerende atleet, dat idee eindelijk eens een start kreeg. The Legend of Tarzan is voor mij, in tegenstelling tot de meesten blijkbaar, tot nu toe één van de beste films van 2016 en ik nam me voor om echt eens meer films rond dit personage te zien. Ik stootte een paar dagen geleden op de MGM box met de volledige Weismuller/O'Sullivan reeks en natuurlijk meegenomen.
En logischerwijs gestart met het eerste deel en dat is deze Tarzan the Ape Man. Een ietwat bevreemdend filmpje vanwege het dierengeweld en het overduidelijke racisme (ook nog geen Hays code dus de film krijgt bovendien ook nog een wat rare erotische ondertoon) maar wel eentje dat na al die jaren nog altijd vermakelijk is. Het helpt wel natuurlijk dat ik sowieso wel fan ben van dit soort films waar ze een acteur in een pak steken in de hoop dat het geloofwaardig lijkt en de climax met de dwergen is geweldig gewoon. Verder steken hier wel wat de gebruikelijke pijnpuntjes op (die projectie aan het begin met de verschillende stammen moet er zelfs in 1932 al enorm fake hebben uitgezien. Wel was het waarschijnlijk een goedkope zaak voor regisseur W.S. Van Dyke aangezien hij gewoon de beelden uit zijn eigen film, Trader Horn, kopieerde) en lijkt de film halverwege wat te gaan slepen. Gelukkig brengt de vele spielereien tussen Tarzan en Jane nog wel wat leven in de brouwerij.
Want Johnny Weissmuller doet dit wel erg leuk. Onvoorstelbaar eigenlijk hoe snel hij de rol zich eigen weet te maken, hij komt pas na een goed halfuur op de proppen maar direct weet je: dit is hem gewoon. Mooi meegenomen ook dat de chemie tussen hem en Maureen O'Sullivan ook vanaf de eerste seconde spettert. O'Sullivan is niet echt meteen de beste actrice (dat wordt zelfs pijnlijk duidelijk in de scène waar ze tranen met tuiten schreeuwt, je ziet gewoon niets) maar dit doet ze verder wel vermakelijk. Neil Hamilton is een vermakelijke Harry Holt die als mogelijke love-interest van Jane alles op alles zet en C. Aubrey Smith maakt het geheel af met een degelijke vertolking van Jane's vader.
Wat hekelpuntjes dus en toch heb ik me hier wel goed mee geamuseerd. Het nodigt in ieder geval wel uit voor de vervolgen, al is het wel even goed opletten dat ik het juiste deel kies aangezien deel 2 & 3 zijn omgewisseld in de volgorde op de schijfjes..
3.5*
Tarzan's New York Adventure (1942)
Your honesty and directness will only be handicaps
En zo zijn we weer aan het laatste deel in de Johnny Weissmuller en Maureen O'Sullivan Tarzan saga gekomen. Een reeks van 6 films die eigenlijk een redelijk stabiel niveau aanhield. De grote kracht van de MGM franchise was natuurlijk de combinatie van Weissmuller en O'Sullivan, maar je voelde aan dat het op narratief vlak wel wat teveel een herhaling begon te worden. Hoog tijd dus om het eens over een andere boeg te gooien!
En vandaar komt onze slingerende held in New York terecht. Een betonnen jungle als het ware en eentje waar hij zich overduidelijk niet op zijn gemak voelt. De film volgt in het begin nog wat het platgetreden pad van de voorgaande films (een aantal jagers waarvan er, minstens, één iemand toch een rechtvaardiger persoon dan de rest is) maar eenmaal Tarzan en Jane in New York aankomen is het genieten geblazen. Voor een stuk vanwege de vele fratsen van Cheetah, maar toch ook vanwege het feit dat het Jane is die eens wat meer op de voorgrond treedt. Bovendien maakt regisseur Richard Thorpe er een beknopte film van en is dit Tarzan verhaal voorbij vooraleer je het weet. Eigenlijk raar dat het circus in de loop der jaren zo'n negatieve naam heeft gekregen in films en andere media. Als klein ventje let je natuurlijk niet op de manier waarop de dieren behandelt worden, al denk ik wel dat er genoeg circussen waren waar het wel correct gebeurde, maar zo'n slechte circusdirecteur is blijkbaar een dankbaar onderwerp.
De laatste samenwerking dus tussen Weissmuller en O'Sullivan. Ik vind het jammer in ieder geval omdat ze een leuke chemie blijven hebben, al zat er precies wel wat sleur in hun huwelijk, maar ze hebben in ieder geval wel 6 leuke films afgeleverd. Weissmuller blijft 10 jaar na The Ape Man nog indrukwekkend (al is zijn fysiek wel wat achteruit gegaan) en O'Sullivan blijft een streling voor het oog. Zonder twijfel één van mijn favoriete Jane actrices. Verder blijft ook Johnny Sheffield een meerwaarde aan de reeks, blij om te lezen dat die niet samen met O'Sullivan uit de reeks vertrokken is. Verder nog een degelijke supporting cast met Charles Bickford en Cy Kendall als twee fijne slechteriken.
Moet maar eens op zoek gaan naar de RKO reeks, dat lijkt me precies de volgende Tarzan cyclus te zijn geworden. Jammer dat ze niet meer hebben gedaan rond de release van The Legend of Tarzan in de winkels, lijkt me dan toch het uitgelezen moment om wat zaken terug onder de aandacht te brengen. Gemiste kans als je het mij vraagt, iets wat niet geldt voor deze film. Een atypische Tarzan film in vergelijking met de andere 5 maar wel eentje die vlotjes overeind blijft staan.
3.5*
Tarzan's Secret Treasure (1941)
Alternatieve titel: Tarzans Verborgen Schat
Too much talk. Tarzan way better
Het was alweer ergens van december vorig jaar geleden dat ik me nog eens aan een Tarzan film had gewaagd. De reeks vond ik tot nu toe op zich wel vermakelijk, maar het echte wauw-gevoel bleef ontbreken. Ik vermoedde dat ik dat ook niet echt in de vele sequels moet gaan zoeken, maar je weet maar nooit natuurlijk. Daardoor gisteren eens gaan zitten voor deel 5 in de Johnny Weismuller reeks.
En dat is uiteraard deze Tarzan's Secret Treasure. Het valt op dat de reeks korter en korter begint te worden (het hierop volgende deel, Tarzan's New York Adventure, duurt alweer 10 minuten minder) en eigenlijk is dat nog niet zo slecht. Het verhaal dat ze tot nu toe weten te brengen heeft niet de draagkracht voor een film van anderhalf uur of meer en er wordt toch ook met de regelmaat van de klok gerecycleerd uit de vorige films. Stoort dat? Goh, ik kan er op zich nog wel mee leven. Wel fijn dat ze met Tarzan Finds a Son nieuw bloed hebben geïntroduceerd in de vorm van Boy en dat die lijn hier verder wordt opgezet. Boy krijgt hier evenveel screentime als zijn ouders en dat zorgt nog voor een nog vermakelijke verhaallijn waar hij vriendschap sluit met een ander jongetje en per ongeluk een paar mannen op het idee brengt om goud te gaan zoeken.
Hetzelfde trio als gewoonlijk dus. Johnny Weismuller blijft een erg leuke Tarzan en weet toch vooral te overtuigen in de scènes waar hij niet veel moet spreken. Die imposante fysiek, die smeulende blik, dat regelmatig kapotslaan van geweren, ... Blijft een erg leuk figuur. Maureen O'Sullivan mag uiteraard ook niet vergeten worden. Ten tijde van deze film kroop ze al bijna 10 jaar in het plunje van Jane en de chemie met Weismuller blijft overeind staan. Nog één film en dan hield ze er mee op, heb er nu al spijt van dat het duo binnenkort ten einde komt. Zoals daarnet al gezegd krijgt Johnny Sheffield een grotere rol en hij is één van de weinige kindsterren die ik niet van de eerste seconde haat in een film. Kudos dus voor Sheffield. Verder nog leuke bijrollen van Reginald Owen, al gaat die wat abrupt uit de film, en Barry Fitzgerald als de Ierse O'Doul.
Vooral de moeite ook voor een aantal erg leuke scènes met onder andere Cheeta en Timba. De volgende in de reeks lijkt me wel eens iets anders te zijn, afgaande op de titel komt onze slingerende vriend in New York terecht, en dat zou wel eens een goede ingreep kunnen zijn. Deze Tarzan's Secret Treasure heeft misschien wat veel herhaling met de voorgaande films, maar er zit een leuke vibe achter.
3.5*
Taste the Blood of Dracula (1970)
Alternatieve titel: Een Mis voor Dracula
I haven't beaten you since you were a little girl
Hammer is een productiehuis dat al geruime tijd mijn interesse wekt. Het begon ooit met een episode uit A History of Horror with Mark Gatiss (de tweede episode als ik me niet vergis) die compleet gewijd was aan Hammer. De Dracula reeks wordt als het absolute hoogtepunt van Hammer beschouwd maar met uitzondering van Dracula A.D. 1972 stelde de reeks vooral teleur. Niet echt slecht, tot nu toe nog geen onvoldoendes maar ik verwacht meer. Toch blijf ik de films maar kopen en hopen op een interessante film.
Taste the Blood of Dracula is dat jammer genoeg niet, meer zelfs het is de minste die ik tot nu toe heb gezien uit de Dracula cyclus. De film, die wel een heerlijke titel heeft maar dat terzijde, lijdt dan ook te hard onder een script dat te vaak is aangepast. Christopher Lee was de rol van Dracula al wat beu geraakt (al zou het nog tot '76 duren vooraleer hij zijn cape aan de kapstok hing want na de Hammer cyclus ging hij nog de komische toer op met de film: Dracula Père et Fils) waardoor het script eenzelfde stijl als The Brides of Dracula er op ging nahouden (lees: simpelweg geen Dracula) maar opeens sloegen de producers er toch in om Lee te overtuigen waardoor de übervampier terug in het script werd geschreven. Iets wat overduidelijk merkbaar is want het personage zelf komt enkel in de climax echt tot zijn recht en dat is toch wel jammer van Hammer. Temeer omdat de 'dood' van Dracula vrij knullig wordt uitgevoerd. Het plot heeft nochtans wel wat potentie maar echt spannend wordt het nergens.
Maar eerlijk is eerlijk, Christopher Lee blijft toch de ultieme incarnatie van 's werelds bekendste vampier. Mijn broer blijft zweren bij Bela Lugosi maar Lee straalt zo'n heerlijk charisma uit dat het genieten is wanneer hij in beeld komt. Zoals gezegd is dat echter niet zo frequent (en zijn dialoog bestaat bovendien enkel uit een handvol zinnen waarmee hij bewijst dat hij tot 3 kan tellen) waardoor het aan de rest van de cast ligt om dit geheel boeiend te houden. Qua Hammer vrouwen kan niets tippen aan Caroline Munro of Valerie Leon maar het moge gezegd worden dat Linda Hayden (Alice) en Isla Blair (Lucy) nog een verdienstelijke poging doen. Bij de heren moet Martin Jarvis, die de rol van Jeremy op zich neemt, overduidelijk onderdoen voor Anthony Higgins, die Paul speelt. Voor de rest qua sfeerbeeld wel geslaagd, al draait deze film wel iets te hard door in de schunnigheden zoals het hoerenhuis waardoor de gotische sfeer wat het onderspit moet delven.
Het zal waarschijnlijk niet helpen dat ik de gehele reeks in een willekeurige volgorde ben aan het zien maar toch is Taste the Blood of Dracula een mindere film in een al mindere reeks. Lee's charisma blijft uitstekend maar komt hier amper in voor en hij heeft daarbovenop redelijk belachelijke dialoog. Gelukkig kan de rest van de cast het nog enigszins recht trekken.
Nipte 2.5*
Tatoué, Le (1968)
Alternatieve titel: The Tattooed One
Louis de Funès en de tattoo
Een paar dagen geleden was ik Remorques gaan zien om de simpele reden dat ik nog niets gezien had van Jean Gabin, de acteur, en Jean Grémillon, de regisseur. En dat was me heel goed meegevallen en de dag erna had ik nog wel zin in een Franse film. Ik pakte de eerstvolgende Louis de Funès film die ik nog niet had gezien en wat bleek? Ik had al een Jean Gabin film in mijn collectie.. Hoog tijd dus om die ook te gaan kijken.
Al moest ik wel eens even twee keer kijken wie Gabin nu juist was aangezien er tussen Remorques (gedraaid in 1939, maar uitgebracht in 1941 wegens de oorlog) en Le Tatoué een serieuze tijdspanne zit. Gabin speelt Legrain, een man die een tatoeage van een bekende schilder op zijn rug heeft staan en die er niet al te happig op is om deze af te geven. Het is een nogal vreemd uitgangspunt als je het mij vraagt, maar het fungeert wel als een geslaagde kapstok voor de typische de Funès uitbarstingen. Het plot vliegt alle kanten uit, zeker wanneer blijkt dat Legrain een excentrieke graaf is die er zijn eigen regels wat betreft inbraken op nahoudt, en het is dan ook zonde dat de film naar het einde toe wat begint te kabbelen. Het lijkt alsof Denys de La Patellière niet goed weet hoe hij de film moet laten eindigen waardoor het met een sisser afloopt. Legrain en Mézeray worden dikke vriendjes, op zich niets mis mee, maar ik had toch iets meer 'afsluiting' verwacht dan enkel dit. Wat gebeurt er bijvoorbeeld met de Amerikanen? Het had gewoon iets minder afgeraffeld mogen worden, zeker als je bekijkt dat met zijn 85 minuten dit nu ook niet zo'n lange zit is.
Louis de Funès speelt hier de gluiperige kunsthandelaar die letterlijk het vel van Legrain wilt verkopen. Het zijn dit soort rollen waar ik de Funès het liefste in zie spelen en dit doet hij toch echt weer schitterend. Leukste scène is ongetwijfeld het gesprek met de Amerikaan waarin hij test of die hem eigenlijk wel deftig verstaat. Ook Gabin is hier overduidelijk op zijn plaats. Hij vormt een geslaagd duo met de Funès en de twee vullen elkander perfect aan. De film steunt dan ook vooral op de drukdoenerij van deze twee en laat het liggen om de bijrollen deftig in te vullen. Zo is Lyne Chardonnet als de vrouw van Mézeray gewoonweg vreselijk en was het bij elke scène waarin ze voorkwam hopen dat ze even snel terug zou verdwijnen.
Vooral de moeite waard voor het ietwat bizarre plot en de aanwezigheid van twee iconische figuren uit de Franse cinema. Gabin en de Funès vullen elkander erg goed aan en het resulteert in een aantal geweldige confrontaties. Zonde dat de film met een sisser afloopt, want anders had er wel 4* ingezeten.
Dikke 3.5*
Tattooist, The (2007)
Evil in ink
Zelf had ik mijn twijfels of een film over tatoeages boeiend genoeg zou zijn voor anderhalf uur. Mijn broer daarentegen was er van overtuigd dus heb ik gisteren maar meegekeken. Kan niet zeggen dat het een teleurstelling was.
Het idee van The Tattooist is zonder meer origineel en wordt op zich wel goed uitgewerkt. Het is goed dat er werd gekozen om meer de vreemdere maar ouderwetse manier van tatoeëren voor ons Westerlingen te gebruiken in plaats van gewoon de hedendaagse stijl met machine en al te gebruiken. Dat had toch wel wat van de sfeer verneukt. Wat dan wel weer jammer is dat wanneer Jake een hedendaags tattoo machine gebruikt je overduidelijk kunt zien dat hij de kunst van het tatoeëren niet onder de knie heeft. Zo begint hij gewoon free hand te tatoeëren zonder maar iets van lijnen of aftekeningen te gebruiken... Gelukkig zijn dat maar kleinere foutjes die de film geen afbreuk doen. Heel de plotlijn is wel wat voorspelbaar en heeft duidelijk zijn inspiratie gehaald bij de hedendaagse Amerikaanse horrors zoals The Ring of The Grudge maar toch blijft het allemaal vermakelijk, al had de flashback over Jake's jeugd wel wat beter uitgewerkt gemogen.
Het probleem bij dit soort films is dat de acteurs vaak hun eerste echte hoofdrol spelen en eigenlijk amper kunnen acteren. Gelukkig is The Tattooist een uitzondering op die regel. Jason Behr, die mij trouwens vrij hard aan Paul Walker deed denken maar dan een betere versie, acteert sterk en komt geloofwaardig over (met uitzondering van bovengenoemde foutjes). Geen idee of Mia Blake een rasechte Nieuw-Zeelandse is maar in vergelijking met de rest van haar familie kwam ze te Westers over. Afgezien van dit acteert ze wel goed.
Al bij al een vermakelijke film. Het concept is origineel en menig tattoo fan zal hier dan ook wel plezier aan beleven.
3.5*
Tau Ming Chong (2007)
Alternatieve titel: The Warlords
Remember my face, so you can seek vengeance in the next life
Gisteravond had ik nog zin in een filmpje en vermits ik zo'n enorme kijkachterstand heb (zo'n 200 films) werd het dus een DVD. The Warlords was een film die ik een tijd geleden voor nog geen 3 euro in de 5 voor 10 euro actie had gekocht maar dus nog altijd niet aan was toe gekomen. Waarom weet ik eigenlijk niet want ik kan dit soort Aziatische epossen altijd wel waarderen (Shaw Brothers!) maar ik heb soms last met het ten volle ten begrijpen. Toch, The Warlords leek me een film die de poging wel waard was.
En toch had ik het hier weer zitten want het begin kwam weer erg onduidelijk op me over. Al die Aziatische types lijken op elkaar en ik had dan ook moeite om het verhaal ten volle mee te hebben. Gelukkig betert dit meestal wel na een tijd en kun je op den duur genieten van het boeiende verhaal. En dat is hier zeker het geval want The Warlords is een enorm boeiend verhaal over eer, moed en broederschap. Nu kan ik dit soort films waarin vriendschap en broederschap centraal staan altijd wel waarderen maar Chan weet het op een enorm meeslepende manier te brengen. De relatie tussen de drie broeders wordt interessant neergezet en vooral de manier waarop Pang Qingyun meer en meer corrupt geraakt is schrijnend. Dit zorgt dan ook voor een aantal indrukwekkende scènes (vooral wanneer de 4000 gevangenen beestig worden afgemaakt) die ervoor zorgen dat dit een waar spektakel wordt. De opbouw naar de climax wordt al erg sterk neergezet maar ook de climax zelf waar Er-Hu het tegen Qingjun opneemt is erg sterk. Chan weet op alle manieren de sfeer van de Shaw Brothers films van weleer terug op te roepen en doet dit dan ook op een betere manier dan Lee met Three Kingdoms die een jaar later gemaakt zou worden. Visueel ziet dit er trouwens ook erg sterk uit. De veldslagen worden bloederig overtuigend neergezet maar de man-op-man gevechten zien er mooi gemaakt uit. Geen al te hoog wuxia gehalte dus dat is sowieso een pluspunt.
Grotendeels onbekende cast voor mij, ik ben dan ook niet enorm goed mee met de Aziatische cinema maar Jet Li doet natuurlijk een belletje rinkelen. Nog niet zo enorm veel van hem gezien in de hoofdrol maar hier is hij wel erg goed. De evolutie die hij doormaakt als gebroken generaal gaat hem erg goed af. Moet dringend maar eens wat meer van hem gaan zien. Naast Jet Li kwam er een ander gezicht me ook bekend voor en dat is Andy Lau die de hoofdrol zou gaan spelen in bovenstaande Three Kingdoms. Daar was hij al erg sterk en dat is hier niet anders. De relatie tussen hem en Jet Li worden heerlijk neergezet en vooral de climax geeft dan ook kippenvel. Takeshi Kaneshiro komt minder in beeld dan zijn twee broeders maar dat betekent niet dat hij slecht is, verre van zelfs. Het uiteindelijke gevecht met Li is verbluffend maar het is vooral slikken wanneer hij zelfs zo ver gaat dat hij de vrouw vermoordt. Erg sterk gespeeld van de drie acteurs.
Een stuk beter dan ik had verwacht. Ik had gedacht dat dit wel een degelijk filmpje ging zijn maar niet dat dit zo goed ging zijn. Het verhaal is boeiend, de cast is erg sterk en visueel ziet dit er echt aantrekkelijk uit. Moet maar eens wat meer van Li en Chan gaan zien want dit spreekt me wel aan.
4*
Taxi (1998)
Fleurs! Pouvons-nous les fumer?
Ik had nog nooit iets van de Taxi trilogie (binnenkort klopt dit niet meer want er zou blijkbaar een 4e deel op komst zijn) gezien maar toen ik de eerste drie films in de vijf voor 5 euro actie vond in de Blokker kon ik het niet laten. Dat is ondertussen al weer een dikke maand geleden maar omdat ik eerst wat films van de decoder heb gezien (zat weer aan 3% resterend...) was het gisteravond dan toch tijd voor deel 1.
Op zich heb ik niets tegen Franse films (Truffaut, Catherine Deneuve of Brigitte Bardot zie ik altijd wel graag) maar om de één of andere reden stond dit me wat tegen. Geen idee waarom eigenlijk want op zich is Taxi wel vermakelijk voor een avondje. Nergens wordt het hoogstaand en diepgaand is het al zeker en vast niet maar de film kent een erg luchtige sfeer die het aangenaam maakt om naar te kijken. Het verhaal heeft op zich niet zo veel om handen, zelfs erg weinig en er zitten hier en daar ook wat fouten in, maar storen doet het eigenlijk niet. De film neemt zich duidelijk niet serieus wat af en toe voor een aantal leuke scènes zorgt. Toch zijn het vooral de achtervolgingen die tot het beste van de film behoren. Normaal gezien boeien dit soort scènes me niet echt, het ziet er toch allemaal hetzelfde uit en van auto's ken ik al helemaal niets, maar dit zag er wel gelikt uit. Ik zei daarjuist al dat de film zich niet serieus neemt maar het geeft net wel dat extra vermakelijke tintje aan de film. Scènes zoals Émilien die gekleed in een handdoek naar het kantoor van zijn vlam gaat, zijn hand op haar borst legt en haar dan vol op de mond kust om daarna een slag in zijn gezicht te krijgen en dan wegloopt alsof er niets is gebeurd zijn leuk vermaak. Eigenlijk zijn de meeste scènes tussen Émilien en Daniel wel geslaagd. Als de vervolgen van eenzelfde niveau zijn, en met dezelfde cast, dan staan me nog een paar leuke avondjes te wachten. Eigenlijk vreemd dat het script van de hand van Luc Besson is, ik had het er nooit achter gezocht dat de man die klassiekers zoals Léon heeft gemaakt dit soort scripts schreef. Ach, het is allemaal wel leuk en het verveelt gelukkig nergens.
Dit is grotendeels ook wel te danken aan de cast. Ik haalde ze daarjuist al aan maar de rollen van Samy Naceri en Frédéric Diefenthal zijn het hoogtepunt van de film. De twee zijn lekker goed op elkaar ingespeeld en zorgen hierdoor voor een handvol leuke scènes. De making-off die als bonus op mijn dvd staat is op zich niet veel waard maar het stuk waar beide gasten vertellen hoe ze reageerden wanneer ze telefoon van Besson kregen voor de rol is wel amusant. Ook leuk om Marion Cotillard eens in een andere film dan Public Enemies tegen te komen. Waar ze daar compleet miscast leek te zijn, past ze hier perfect in de film en het is dan ook jammer dat ze niet zo'n bijster grote rol heeft. Ze ziet er hier ook een stuk aantrekkelijker uit trouwens. De rol van Emma Wiklund, Petra (de blonde vamp van Émilien), kent ook wel een vermakelijk rolletje, al komt dit natuurlijk door het tegenspel van Diefentahl. De muziek is trouwens compleet te verwaarlozen. Niets catchy en zeker niets memorabel. Het is raar, normaal gezien let ik niet zo hard op de muziek (James Bond is daar een uitzondering op) maar sinds ik Juno heb gezien, waar de muziek een waardevolle toevoeging was, let ik er meer op. Taxi heeft dus pech dat ik de film nu pas zie en niet eerder.
Leuke actervolgingsscènes maar het plot stelt niet bijster veel voor. Gelukkig wordt dit grotendeels goedgemaakt door het feit dat het de film niet veel kan schelen en dat de acteurs er duidelijk plezier in hebben. Het Frans gaf trouwens ook nog een extra tintje aan het overdreven gedoe in de film. Nergens hoogstaand maar voor een avondje vermakelijk genoeg.
3.5*
Taxi 2 (2000)
Ninja!
In een opwelling had ik de 5 voor 5 euro actie bij de Blokker de Taxi trilogie gekocht. Ik had nog nooit één van de films gezien dus het was wat een blinde gok. Het eerste deel heb ik een kleine maand geleden en die zorgde wel voor een vermakelijk avondje en ik kreeg het gevoel dat het vervolg, zoals vaker gebeurt, minder zou zijn. Een onterechte vrees dus.
Luc Besson staat weer garant voor het script maar de regisseursfakkel wordt overgedragen naar de assistent van de vorige film, au révoir Gérard Pirès en bonjour Gérard Krawczyk. Op zich een gevaarlijke zet want hierdoor kan een reeks wel eens definitief veranderen maar dit gebeurt gelukkig bij Taxi niet. De wisselwerking tussen Daniel en Émilien is minder aanwezig dan in het vorige deel maar over het algemeen kent de film nog wel leuke scènes, al is veel te danken aan bovengenoemde. Émilien is een perfecte combinatie met zijn grote geliefde Petra en voor Daniel geldt hetzelfde maar dan met zijn schoonvader. Het plot zelf is weer lekker overdreven en de relatief korte speelduur vliegt dan ook werkelijk voorbij. De achtervolgingen zijn van hetzelfde niveau als deel 1 met als enige uitzondering dat er hier meer technische snufjes zijn toegevoegd zoals de Taxi die ineens vleugels heeft. Verder kent de film wel een paar erg coole scènes (de meeste achtervolgingen) maar het moment dat ze uit een vliegtuig rijden met 3 parachutes is fantastisch. Ik vindt het alleen ergens jammer dat de scènes tussen Daniel en Émilien er zo weinig aan te pas komen. De eerste film werd hierdoor nogal gekenmerkt (op een goede manier) maar, hoewel ik het daarjuist al aanhaalde dat het alternatief ook te pruimen is, blijf ik het spijtig vinden dat er een nieuwe weg wordt ingeslagen. Ze zouden wel eens iets aan de muziek mogen doen. Zelden zo'n irritante muziek gehoord, oké Taxi 1 kon er ook wat van, maar dit is echt storend. Ik begrijp alleen niet goed waarom want ik heb al vaker films gehad waar ik de muziek niets vond maar toch zijn de 2 Taxi's, tot nu toe, de enige films waar dit een stoorfactor is.
Samy Naceri en Frédéric Diefenthal zijn weer van hetzelfde niveau als deel 1. Naceri blijft nog altijd bij vlagen irritant, ik miszie iets aan zijn kop en volgens mij is het die lelijke streep aan de zijkant, maar hij is bij vlagen erg leuk. De momenten waar hij op de flikken of het leger is aan het zagen zijn hilarisch maar de beste van de twee blijft toch Diefentahl. Die heeft soms zo'n droge uitdrukking en de film weet dit dan ook precies perfect uit te spelen. Op mijn hoes stond nergens de naam van Marion Cotillard vermeld dus ik dacht dat ze niet ging meespelen maar gelukkig doet ze dit wel. Beetje raar eigenlijk want ik zou denken dat ze een publiekstrekker is maar soit, ook zij heeft weer een leuk rolletje. Ik ben altijd wel blij als een vervolg dezelfde acteurs heeft als zijn voorganger en in dat opzicht is Taxi 2 meer dan geslaagd. Emma Wiklund is er weer bij als Petra maar ook Bernard Farcy is weer van de partij als de geweldige Gibert. Lijkt af en toe op die de Funes, al kan het eraan liggen dat ik volop in mijn Gendarme periode zit, maar het is in ieder geval wel een leuke toevoeging.
Vermakelijk vervolg dat van hetzelfde niveau is als zijn voorganger. Ben benieuwd of deel 3 en 4 dit ook zullen zijn, ik hoop het maar betwijfel het eerlijk gezegd. Soit, in ieder geval is Taxi 2 in zijn opzicht geslaagd en dat is mij een vermakelijke avond bezorgen.
3.5*
Taxi 3 (2003)
Operation Snow White
Ik had een paar dagen geleden zin in een luchtige, simpele film die leuk was om naar te kijken en niet verveelde. Doordat de eerste twee delen van Taxi voldeden aan deze criteria waagde ik mijn kans om dit derde deel op te zetten. Ik had mijn twijfels of het allemaal nog van hetzelfde niveau zou blijven, het is al eerder gebeurd dat een filmreeks per sequel slechter en slechter wordt, maar langs de andere kant zijn er ook genoeg goede vervolgen te vinden. Ik was in ieder geval benieuwd naar welke kant de balans zou hellen.
Taxi 3 begint met een Yamakasi-achtige achtervolging maar het wordt allemaal nogal saai gebracht. De vreselijke muziek die er onder is gemonteerd haalde het bloed onder mijn nagels maar gelukkig weet de film daarna wel genoeg te overtuigen, althans op elk vlak uitgezonderd de muziek. Het leukste was natuurlijk de cameo van Sylvester Stallone. Ik heb hem hier totaal niet in verwacht en ik ging er bijna aan toen ik ineens dat scheef bakkes zag verschijnen. Ik ben me de laatste tijd aan het verdiepen in het oeuvre van Stallone dus het was erg leuk om hem hier te zien verschijnen, het dubben in het Frans was natuurlijk geweldig droog. Luc Besson is nog altijd verantwoordelijk voor het scenario, net zoals bij de vorige delen, maar hij geraakt toch af en toe de draad wat kwijt. Dit derde deel kent op zich nog altijd wel de vermakelijke uitgangspunten die de voorgangers een succes maakte maar soms zitten er toch een paar saaie stukken in. En die muziek, die blijft toch verschrikkelijk. Ik ben nooit zo iemand geweest die elk deuntje van de soundtrack zit te ontleden maar eerlijk gezegd, dit is gewoon ronduit vervelend.
Gelukkig maakt de cast wel weer veel goed. Ik zei het daarjuist al, de cameo van Stallone was een hoogtepunt maar de combinatie van Émilien - Daniel blijft ook nog altijd even leuk. De Franse taal leent zich perfect voor hun druk conversaties en Samy Naceri en Frédéric Diefenthal doen het nog altijd even leuk. Ook Bernard Farcy is weer van de partij als Gibert en weet zijn personage ook nog altijd grappig neer te zetten. Alleen begint er wel duidelijk sleet te komen op de formule want op zich blijft het vermakelijk om naar te kijken maar het echt verfrissende uit de eerdere delen is soms nogal ver te zoeken. Zo vond ik heel de toevoeging van de Ling Bai maar wat zwakjes overkomen en ook het uitgangspunt met de kerstmannen wordt te weinig uitgewerkt. Taxi 1 en 2 staan bij mij ten boek als humoristische films met een aantal coole achtervolgingen maar, zoals ik hierboven al zei, de film kent teveel saaiere intermezzo's die de vaart wat uit de film halen. Gelukkig wordt dit grotendeels opgevangen door een groot aantal personages uit de vorige films op te laten draven. Een feest van herkenning en Cotillard en haar vader, de generaal, blijven leuke personages.
Wederom een goed deel in de Taxi reeks maar ik hou mijn hart vast voor deel 4. Taxi 3 is weer in dezelfde lijn als zijn voorgangers maar op sommige punten iets minder, al is de cast wel weer een dik pluspunt. Ik moet deel 4 maar eens op de kop gaan tikken want dat is de enige die nog ontbreekt.
3.5*