Meningen
Hier kun je zien welke berichten Halcyon als persoonlijke mening of recensie heeft gemarkeerd.
I Am Legend (2007)
Een medicijn tegen kanker blijkt al gauw van destructieve aard en roeit nagenoeg de hele samenleving uit. Neville, netjes vertolkt door Smith, blijft alleen achter met z'n hond en schuilt 's nachts in z'n goed beveiligde burcht voor bloeddorstige mutanten. In het lab onder zijn huis zoekt hij ondertussen naarstig naar een vaccin waarmee hij het mutatieproces kan omkeren.
Al in de eerste minuten word je overdonderd met veelzeggende shots van het desolate decor. Met z'n jachtgeweer en hond Samantha trekt Neville door de verlaten straten, op zoek naar voedsel en proefkonijnen voor z'n vaccin. Centraal hierbij staan de innige relatie tussen mens en dier, eenzaamheid en de obsessie om een remedie te vinden tegen het virus. De wederzijdse afhankelijkheid tussen Neville en Samantha wordt erg sterk overgebracht en is ook een uur lang de voornaamste sterkhouder in I Am Legend. Wanneer in een onvermijdelijk gevecht tussen mens en mutant Samantha droevig om het leven komt, sterft ook de film langzaam maar zeker uit. Het verhaal bloedt dood, mede dankzij de overbodige ontmoeting met nieuwe, oninteressante personages. Wanneer Bob Marley nog even bij de zaak betrokken wordt als filosoof van dienst zakt de film ineen als een pudding.
Verder heeft I Am Legend niet veel meer te bieden. Het laatste halfuur past perfect in het straatje van de cliché science-fiction film met een vleugje dramatiek. En na het meer dan degelijke eerste uur doet dat toch een beetje pijn.
I Am the Pretty Thing That Lives in the House (2016)
Moeilijk te beoordelen film omdat er een aparte visie schuilgaat achter de manier van filmen. Het tempo ligt opzettelijk laag waardoor de indruk wordt gewekt dat er een climax komt die alles ondersteboven gooit. De nadruk ligt op enkele zinnenprikkelende shots en scènes die verder gaan waar de meeste regisseurs al snijden naar een volgend shot. Men maakt gebruik van bepaalde cameratechnieken en montage om een bevreemdende sfeer te creëren. Helaas wil de film nooit losbarsten en dat heeft met het gebrek aan plot te maken, of alleszins de uitgebeende manier van vertellen. Een gevalletje style over substance dat zijn effect mist.
I Didn't Come Here to Die (2011)
Ook hier dienen de lovende commentaren met een flinke korrel zout genomen te worden, vrees ik. I Didn’t Come Here To Die film is een throwback naar de extreme lowbudgethorror uit de zeventiger en tachtiger jaren waarin een stel jonge kampeerders één voor één van de bühne verdwijnt wegens een opeenstapeling van incidenten. De tongue-in-cheek humor waarmee deze incidenten gebracht worden werkt aanvankelijk behoorlijk, maar wanneer het script na verloop van tijd teveel willekeurigheden vertoont, is de pret ver te zoeken. Het had bijvoorbeeld veel amusanter geweest als elk individu zichzelf om zeep zou helpen door een onnozel arbeidsongeval zoals in die scène met de kettingzaag, dan heb je meteen een origineel uitgangspunt voor een splatterkomedie. Nu is het zo’n beetje vis noch vlees, met enkele leuke momenten, maar in zijn geheel te wisselvallig en vaak uit de lucht gegrepen. De regisseur kiest bewust voor een audiovisuele stijl die aanleunt bij de ’70 en ’80 exploitation, waarvan de soundtrack nog het meest in positieve zin opvalt. De beelden daarentegen ogen flets en onderbelicht en ook de storingslijnen die sporadisch over het beeld dansen bieden nauwelijks een meerwaarde. Naarmate de ontknoping nadert wordt de film zelfs saai. De sequentie met die sheriff is bijvoorbeeld compleet overbodig. Het allerlaatste shot is dan weer erg geinig en misschien wel het beste wat deze prent te bieden heeft, tenminste, als je de tieten van Emmy Robbin even buiten beschouwing laat.
I Spit on Your Grave (2010)
Net zoals Last House on the Left een goede remake was, is I Spit on Your Grave dat ook. Beide films moeten het vooral van de finale hebben waarin de aanranders op creatieve wijze door hun slachtoffer worden teruggepakt. De opbouw naar die finale mist echter een beetje spanning, een beetje punch, waardoor je niet optimaal met het slachtoffer kan meeleven. In dit genre is dat nochtans een vereiste wil je genoeg voldoening halen uit de wraak. Dat lukt hier wel, maar is bijvoorbeeld niet zo intens als in Last House on the Left omdat het hoofdpersonage daar beter uitgetekend wordt. Desondanks een fijn genrefilmpje dat de verwachtingen inlost.
I Spit on Your Grave 2 (2013)
Je moet wel degelijk over een ijzeren maag beschikken om de martelgang die Katie ondergaat te kunnen verteren. Ze zeggen wel eens dat dit soort films vrouwonvriendelijk zijn, maar eigenlijk is dit net een ode aan de mentale veekracht en fysieke weerbaarheid van de vrouw. Hoe uitzichtloos het genre rape&revenge ook is, er is altijd een happy ending om je aan op te trekken. De makers van dit vervolg (van de remake) doen er goed aan om de rurale setting in te ruilen voor een stedelijke, met veel grimmige, grijze beelden tot gevolg. Een groot stuk speelt zich bovendien ook nog eens ondergronds af, wat de film een vuil kantje bezorgt, bovenop de smeerlapperij die je al te zien krijgt. Een waardenvolle toevoeging aan het rape&revenge genre is dit zeker, al moet ik toegeven dat ik nooit echt vrolijk wordt van dit soort films.
I Walked with a Zombie (1943)
Nog voor Romero een meute rottende ondoden op het publiek losliet met Night of the Living Dead, was er I Walked With A Zombie van Jacques Tourneur. Voodoo, zwarte magie en een zombie in de hoofdrol met daarnaast een zoetsappige lovestory om een breder publiek aan te spreken. Nergens is er sprake van een iconische zombie, die eer komt Romero toe, maar op z'n eigen manier is I Walked With A Zombie een interessante horrorfilm. De aandacht gaat voornamelijk naar traditionele voodoorituelen waarvan het begrip "zombie" oorspronkelijk afkomstig is. Mensen die dachten dat zombies louter een hersenspinsel waren teneinde bloedstollend horrormateriaal te construeren in de seventies en eighties krijgen hier dus wat achtergrondinfo. Voor de rest oogt het toch allemaal wat gedateerd, want behalve met het personage Carrefour valt er weinig te griezelen in deze prent. Zo zie je maar hoe relatief de term "horror" is over een periode van 65 jaar. Een klassieker, dat wel, maar toch eentje met een laagje roest op.
I, Robot (2004)
Een film die al heel lang op mijn to see lijst stond, maar omwille van de relatief lage prioriteit pas gisteren aan de beurt was. Vooral het scenario maar ook de visuele stijl, waarvan ik sporadisch een glimp mocht opvangen zij het in reclames of trailers, waren voor mij de voornaamste aandachtstrekkers. Na afloop van de film moet ik dan ook beamen dat precies deze twee aspecten mijn verwachtingen meer dan ingelost hebben. I, Robot boogt op een filosofische materie die zeker niet nieuw is, maar me wel keer op keer blijft boeien. De technologische vooruitgang die ethische vraagstukken opwerpt: wat als robots, geschapen naar het evenbeeld van de mens, ook emoties, een ziel en een eigen wil krijgen? En wat als die wil een gevaar voor de mensheid impliceert? Persoonlijk vind ik het een sterk gegeven waar je erg veel kanten mee uit kunt.
Naast die filosofische context profileert I, Robot zich in de eerste plaats als actiefilm tegen een futuristische achtergrond. En ook hier vind ik I, Robot perfect z'n doelstelling bereiken: eersteklas entertainment in een visueel oogverblindend jasje. Ik heb vaak gebiologeerd en met open mond naar het scherm zitten staren. Al die prachtige decors, gaande van reusachtige stadspanaroma's tot vernuftige staaltjes moderne architectuur. Daarnaast vond ik de vormgeving van de robots en hologrammen erg aantrekkelijk, zowel dan van de menselijke NS-4 en NS-5, als van de meer abstracte beveiligingscentrale VIKI. Bij dit alles vond ik de cinematografie uitmuntend. De tijdsgeest wordt mooi weergegeven zonder hierin te overdrijven - het blijft ook vrij geloofwaardig allemaal - en het gebruik van klinische, futuristische kleuren en settings is echt ideaal voor dit soort SF-verhalen.
Dat het hier een Hollywoodfilm betreft met de gebruikelijke nevenplots, gimmicks en oneliners vond ik niet eens zo storend. Toegegeven, ik zie ze liever niet, maar er waren genoeg andere elementen waarop ik me kon concentreren zonder dat de typische Hollywoodstructuur me ging irriteren. Daar staat natuurlijk wel tegenover dat er in Hollywood veel geld en ja, ook, talent circuleert zodat deze kaskraker genoeg in huis heeft om dat typische Hollywoodgevoel te ontstijgen. Op één ding faalt I, Robot echter grandioos, namelijk de platte en inwisselbare score. Waar blijven ze het toch vandaan halen vraag ik me dan af. Dan hebben ze eens een geweldig scenario en visuals die alle voorgaande genrefilms overtreffen, plakken ze er weer zo'n oubollige rotmuziek tegenaan zodat een meesterwerk er helaas niet inzit. Aan zo'n ongelukkige keuzes merk je toch dat men in de grote studio's nog niet helemaal met z'n tijd is meegegaan. Ik heb moeite gedaan om het over me heen te laten gaan en te genieten van datgene dat me wel kon bekoren, al bleef ik uiteindelijk toch een klein beetje met een wrang gevoel zitten.
Ich Seh Ich Seh (2014)
Alternatieve titel: Goodnight Mommy
Onderhond heeft het hieronder al goed verwoord. Een Oostenrijkse horrorfilm die stilistisch erg aantrekkelijk is en een aantal vreemde/onderhuidse scènes met de nodige dosis (suggestieve) horror bevat. Langgerekte shots, ijzingwekkende stiltes, ongebruikelijke camerastandpunten en een geïsoleerde setting geven deze prent een geheel eigen smoelwerk. Maar de plot wordt nogal onhandig afgewikkeld. De makers hadden duidelijk een idee voor ogen, maar de wendingen om tot de ontknoping te komen, missen nu en dan daadkracht. Het lijkt alsof men soms teveel wil uitleggen en dan weer te weinig, waardoor de balans tussen het getoonde en het gezegde niet altijd "klopt". Toch hangt er van begin tot eind een onheilspellend waas over deze film en dat maakt dat je nagenoeg de ganse tijd op het puntje van je stoel blijft zitten. Bizar en verontrustend zijn termen die spontaan in mij opkomen, maar evengoed ontbeert het soms aan subtiliteit. Kortom, een aparte film die zeer sterke sequenties kent, maar op cruciale momenten, met name tijdens de ontknoping, net dat tikkeltje overtuiging mist.
Identity (2003)
Erg matig filmpje dat vooral te lijden heeft onder een slecht script. Door het noodweer gestrande reizigers zitten vast in een motel en worden een voor een afgeslacht door een moordenaar. De handelingen van de personages zijn hierbij zo irritant dat je de film werkelijk nergens serieus kan nemen. Hoewel dat heus wel de bedoeling was. Terwijl iedereen met gezond verstand weet dat met zijn allen samenblijven de meeste overlevingskansen biedt, doen de personages hier uiteraard net het tegenovergestelde. Van een slasher uit de jaren '70 kan ik dit soort oliedomme personages waarderen, aangezien ze louter in dienst staan van de fun, maar voor een "intelligente thriller" vind ik dit soort plotfouten behoorlijk beschamend.
Zoals gezegd verraden de makers dus intellectuele ambities, dat blijkt ook uit de plotwending op het einde. Helaas vond ik Identity net daardoor volledig de mist ingaan. Men tracht de complexe psyche van een seriemoordenaar neer te zetten, maar men doet dit zo kort door de bocht en zo ongenuanceerd, dat het de film zo mogelijk nog ongeloofwaardiger maakt. Derderangspsychologie die er alleen maar op uit is om onder het mom van genialiteit het publiek te vermaken. Gelukkig ben ik dit soort flauwekul al ontgroeid sinds mijn zestien.
Ides of March, The (2011)
Voortreffelijke film van Clooney die de hypocrisie van de politiek weer pijnlijk blootlegt. Als hij zelf werkelijk zo rechtschapen is als hij laat uitschijnen, moet hij misschien maar een politieke carrière overwegen? De antipode van zijn ideaalbeeld wordt vertolkt door Ryan Gosling in de rol van gladde spindoctor die op kap van anderen zijn opgang maakt binnen het wereldje. Maar dat gaat moeilijker dan gedacht als blijkt dat de politiek veel complexer is dan op het eerste zicht lijkt. Het is alsof niemand, hoe integer ook, ontkomt aan de vuile spelletjes die gespeeld worden.
Ils (2006)
Alternatieve titel: Them
Prachtig om te zien hoe met zo weining hulpmiddelen en zo'n sobere inhoud, zowel op visueel als narratief vlak, toch zo'n intense film kan gemaakt worden.
Ils mag dan wel enkele schoonheidsfoutjes bevatten, over het algemeen is dit toch een schoolvoorbeeld van een suspensvolle, straight forward horrorfilm. Geen tijd voor oeverloos gekakel of intelligente plottwists, in plaats daarvan meteen to the point en gedurende de relatief korte speeltijd toch enorm rijk aan vanalles en nog wat.
Het zijn eigenlijk vooral de goede geluidsband en het slim verplaatsen van de ene locatie naar de andere die Ils zo boeiend houden. Een beetje zoals Haute Tension, bogend op dezelfde soort spanning, opnieuw en opnieuw, maar dan telkens in een ander kleedje. En dan dat einde...
Mooi!
Ilsa: She Wolf of the SS (1975)
Alternatieve titel: Ilsa, la Louve des SS
Sexploitation van de bovenste plank! En daar kan ook het zichzelf verantwoordende voorwoord niets aan veranderen. Een oprechte impressie van de Nazistische gruweldaden om de kijker iets bij te brengen over WO II en te verhinderen dat zulke wanpraktijken ooit nog plaatsvinden? Yeah right… Gewoon een flauw excuus om schokkende en erotisch getinte beelden tot een filmpje te kneden en af te vuren op kijklustige fans van dit soort wansmakelijke producties. Maar dit hoeft niet persé een nadeel te zijn, want ondanks z’n kwalijke reputatie zit Ilsa She Wolf relatief goed in mekaar.
Het is zonder twijfel de combinatie tussen erotiek en geweld die de kijker zonder al te veel problemen naar de aftiteling loodst. Maar ook het vindingrijke plot, dat overigens te absurd is voor woorden, draagt hier toe bij: Een SS-commandante die er enerzijds van overtuigd is dat vrouwen een hogere pijngrens hebben dan mannen, en dit ook via experimenten wil aantonen, maar anderzijds elke avond met die mannen een wilde nacht beleeft, waarna steevast de castratie volgt… Hoe kom je erop?
Behalve het erotische aspect, verloopt Ilsa She Wolf redelijk analoog met Men Behind The Sun. Gevangenen worden naar een strafkamp getransporteerd alwaar ze worden blootgesteld aan allerlei uiteenlopende experimenten, waarvan de resultaten het in oorlog verkerende land moeten dienen. Hoewel laatstgenoemde deze materie eerder vanuit een historisch perspectief benadert, kan je je terecht afvragen of men niet is gaan spieken bij deze Europese variant. En het zal u uiteraard niet verbazen dat de experimenten waarvan sprake enkele, zeker voor die tijd, harde en verontrustende beelden opleveren. Destijds was het bloed nog rood-rood (als je begrijpt wat ik bedoel), maar voor de rest zien de effecten er overtuigend uit.
Ilsa She Wolf is weer zo’n typische film die groot is geworden omwille van z’n reputatie en daarom ook vroeg of laat op het menu zal staan van fans van dit genre. Wie wat research doet zal merken dat deze film vaak in één adem genoemd wordt met shockers als Cannibal Holocaust en Men Behind The Sun, maar het is de iets luchtigere aanpak in Ilsa She Wolf die ervoor zorgt dat die mythe slechts een mythe blijft.
Imprint (2006)
Alternatieve titel: Masters of Horror: Imprint
Had al enkele keren gelezen dat deze aflevering aanvankelijk niet op TV getoond mocht worden wegens te goor/schokkend. Zoiets wekt natuurlijk je interesse, maar zo'n commercieel doordachte statements moet je altijd met een korrel zout nemen. Zo overdreven was het dus niet, het zal waarschijnlijk wel te maken gehad hebben met die dode foetus die in een rivier werd gesmeten. Ik begrijp verder ook niet zo goed wat hier "horror" aan is; het lijkt me hoogstens een drama met enkele horrorachtige scènes. Een beetje spijtig wel, gezien je binnen het concept van Masters of Horror toch écht wel horror mag verwachten.
Maar goed, dat zegt natuurlijk niets over de kwaliteit van deze aflevering, en die was echt wel hoogstaand. Vooral op visueel vlak dan. Heel mooi kleurgebruik (rood-blauw) en schitterende belichting deden me meermaals met open mond naar het scherm kijken. Imprint bevat oneindig veel mooie shots die ik elk afzonderlijk als foto zou ophangen in m'n huis. Mooi gestileerd en een bijzonder oog voor esthetiek, iets wat ik niet meteen van Miike had verwacht.
Het in flashbacks vertelde verhaal, dat qua structuur wat deed denken aan Ying Xiong, was overigens best wel OK met af en toe enkele bizarre, zwartkomische uitspattingen.
Er is in feite maar één ding waar ik me enorm, maar dan ook enorm aan geërgerd heb, en dat is het irritant slechte acteerwerk dat de visuele kwaliteiten compleet overschaduwt. Zal wel alles te maken hebben met het feit dat men mooie, authentieke Japanse sfeerbeelden wil creëren, maar men tegelijkertijd met Engelstalige acteurs werkt. Ik had dan ook liever gezien dat men Miike de vrijheid had gegeven Japans sprekende acteurs te gebruiken, iets wat in een onafhankelijke productie hoogstwaarschijnlijk het geval zou geweest zijn; en wat dus de kwaliteit ten goede zou komen.
Heb dus een beetje gemengde gevoelens bij deze aflevering waar Masters of Horror Miike een beetje oneer aandoet om het Amerikaanse publiek niet te krenken in hun chauvinisme.[/quote]
In Fear (2013)
Een klassiek voorbeeld van hoe een film na een veelbelovend begin op het vlak van sfeer, spanning en plot, uiteindelijk toch weer in onbenulligheid verzandt. Je ziet het zo vaak, zogenaamd kleinere horrors waarin het mysterie zorgvuldig wordt opgebouwd, om daarna halverwege door toedoen van een mager verhaal alle punch te verliezen. Zoiets kan makkelijk vermeden worden als er wat langer over het script wordt nagedacht. Toch een symptoom dat eigen is aan een nieuwe generatie genrefilmers. Nochtans beschikt deze regisseur duidelijk over de nodige capaciteiten wat vormgeving betreft. De soundtrack is mysterieus en aanwezig op de juiste momenten en de beelden van de sombere Ierse plattelandsweggetjes versterken het claustrofobische gevoel in de wagen.
Toch zouden de makers ook mogen beseffen dat dit enkel tot het einde gedragen kan worden mits een beetje diepgang of context. Een vage confrontatie is eigenlijk de enige poging tot verhaal en dat is gewoonweg te weinig. Helaas. Een totale afwezigheid van script ware dan nog een betere keuze geweest.
In the Light of the Moon (2000)
Alternatieve titel: Ed Gein
Sober, maar degelijk. Verwacht geen horror in de stijl van Texas Chainsaw Massacre of dergelijke, dit is gewoon een realistisch portret van de man op wiens gruweldaden vele genretoppers (Psycho, Texas Chainsaw Massacre, Silence of the Lambs) gebaseerd zijn.
De aanpak is behoorlijk realistisch en laat Ed Gein van beide kanten zien, enerzijds een eenzaat en anderzijds een door een slechte opvoeding gevormde maniak. Aardig, maar niet meer dan dat.
In the Mouth of Madness (1994)
Carpenter laat zich inspireren door 's werelds meest befaamde horrorauteurs waaronder King en Lovecraft voor deze film waarin de werkelijkheid slechts fictie blijkt zoals deze beschreven staat in een boek. Een handig truckje om de personages op de rand van waanzin te laten balanceren. Ik zag deze film een vijftal jaar geleden al een keertje, maar weet hem nu meer op waarde te schatten. Carpenter pakt het anders aan dan in zijn klassiekers Halloween en The Thing waar de angst zich op een primair niveau afspeelt. In the Mouth of Madness bevat een diepere laag: angst nestelt zich diep in de vezels van het hoofdpersonage dat langzaam afdaalt in een spiraal van paranoia. Bepaalde shots ademen een apocalyptische doemsfeer uit, zoals de opening in de psychiatrische instelling en de scènes in het fictieve dorpje, andere shots lijken dan weer zo weggerukt uit een nachtmerrie. Het monsterdesign is van degelijke kwaliteit, in tegenstelling tot wat sommige mensen hier beweren. Natuurlijk, wie liever disproportionele CGI-crap ziet dan ambachtelijke effecten, heeft altijd wel reden tot klagen. Of dit nu de beste film van Carpenter is laat ik in het midden. Hij is in elk geval anders dan de rest van zijn oeuvre en alleen daarom het kijken waard.
Inbred (2011)
Typische hillbilly-horror die mooi leentjebuur speelt bij films als Deliverance, Southern Comfort, Two Thousand Maniacs! en Calvaire. Klinkt veelbelovend, maar toch treedt Inbred nergens uit de schaduw van de grote voorbeelden, enkele bevreemdende en bizarre scènes daargelaten. Probleem is de zwartkomische ondertoon die iets te zwaar aangezet is, enerzijds, en het gebrek aan écht choquerende momenten anderzijds. Een beetje vis noch vlees, al spatten er genoeg ingewanden over het scherm en komt de liefhebber van rare snuiters beslist aan zijn trekken.
Inception (2010)
Blockbuster met een bovengemiddeld script dat behoorlijk wat zand in de ogen strooit om het gebrek aan visie op andere vlakken te verbergen. Hoewel het verhaal het prikkelendste element is, blijkt de symptomatische afwezigheid van diepgang of het teveel daaraan nefast. Zo blijven de meeste personages gespeend van achtergrond, behalve dat van DiCaprio wiens verleden essentieel is voor de ontwikkelingen in de plot, maar meer screentime opeist dan nodig.
Voor een film die vlijtig met concepten als droom vs realiteit speelt, mag je anno 2010 een creatievere audiovisuele invulling verwachten. Sommige scènes zijn visueel vernieuwend, maar het gros blijft erg braaf, ongeïnspireerd zelfs. Daarbij wekken dromen/nachtmerries over het algemeen bevreemding op, of in elk geval toch sterke emoties, iets wat de beelden in Inception zelden doen, de soundtrack helaas nog minder. De enige droomwereld die me echt de adem benam (spreekwoordelijk tenminste), was Doms limbo: glanzende wolkenkrabbers die uit een kolkende oceaan rijzen onder een vanillekleurige lucht, knap.
Wat eigenlijk nog het meest van al tegen de borst stoot is dat allerlaatste shot: een regelrechte belediging voor elke kijker die twee uur en half in de film investeert, en dan met zo’n lauw, voorspelbaar einde het bos wordt ingestuurd. Alsof de makers het zelf niet meer wisten en het cliché bij uitstek kozen om hun verhaal niet te hoeven afronden.
Incredible Shrinking Man, The (1957)
Er zijn niet veel films uit het gouden sci-fi tijdperk die je vandaag nog op het puntje van je stoel krijgen. Vaak is het leuk om te zien hoe men destijds grootse ideeën vormgaf, maar nog vaker is het lachen met de knulligheid van de special FX en het houterige acteerwerk. The Incredible Shrinking Man weet echter op beide vlakken nog steeds te verbazen. Het is lang geleden dat ik (letterlijk) op het puntje van mijn stoel ben gaan zitten, maar tijdens de scène met de kat en het poppenhuis was het van dat. Nog zo'n befaamde scène is die met de spin. Maar eigenlijk is heel deze film een aaneenschakeling van spectaculaire scènes, afgewisseld met momenten van reflectie. Drama, spanning en avontuur worden hier mooi met elkaar verweven. Dat is grotendeels te danken aan de makers, maar ook aan Matheson, die het oorspronkelijke boek schreef.
Incubo sulla Città Contaminata (1980)
Alternatieve titel: Nightmare City
Typische Italo-trash die uitsluitend voer is voor zij die zich al wat in de Italiaanse zombiefilm hebben ingewerkt. Nightmare City is verre van de beste film in z'n genre, maar hij blijft wel vermakelijk door de hoge graad aan actiescènes. Enkele daarvan bevatten, gezien het duidelijke amateurisme, best nog wel wat spanning.
Effecten en make-up zijn waardeloos, net zoals de acteerprestaties en de synchronisatie. Amateurisme van de bovenste plank met andere woorden, al heb ik de indruk dat het budget toch nog meeviel. Getuige de grootschalige settings en het grote aantal acteurs.
Nightmare City vertoont trouwens wel wat gelijkenissen met Planet Terror, een van de twee films uit Grindhouse van Rodriguez en Tarantino. En blijkbaar was Tarantino stiekem een fan van hoofdacteur Hugo Stiglitz, daar hij in zijn nieuwste film (Inglourious Basterds) een personage naar hem vernoemd heeft.
Inferno (1980)
Alternatieve titel: Dario Argento's Inferno
Dario Argento's Inferno, het tweede deel van het nooit voltooide drieluik van "De Drie Moeders", verbleekt bij de schoonheid van voorganger Suspiria. Hoewel de kijker nog steeds getuige is van adembenemend kleurenspel en een goede soundtrack (let op de uitstekende afwisseling tussen klassieke muziek en elektronische deuntjes), weet Inferno niet echt uit de schaduw te treden van grote zus Suspiria. De decors zijn, hoewel nog steeds erg mooi, minder prominent aanwezig, de moordscènes zijn wat flauwer en minder origineel en ook de spanning is soms ver zoek.
Desalniettemin blijft Inferno een sfeervolle horrorfilm met enkele scènes om van te snoepen, zoals de onderwaterscène die naar verluid is geregisseerd door Mario Bava. Maar ik raad iedereen aan om niet de verwachtingen te koesteren die Suspiria overduidelijk wist in te lossen, want dan kan je wel eens van een kale reis thuiskomen.
Infested (2002)
Dat anno 2002 nog zulke gedrochten geproduceerd werden is werkelijk te gek voor woorden...een regelrechte schande is het!
Deze film gaat op wellicht elk vlak de mist in. De acteerprestaties zijn echt zielig en de gecomputeriseerde effecten zijn ronduit lachwekkend. Let vooral op de "ontploffingen", of wat daarvoor moet doorgaan. Het enige waar ik nog een goed woordje voor over heb zijn de enkele gore-momenten aan het begin van de film.
Ik vraag me echt af waar die 1 miljoen dollar voor de productie naartoe is gegaan...
Inglourious Basterds (2009)
Ben hem ook gaan zien. In Berlijn nota bene, een plaats met een geschiedenis om u tegen te zeggen. En een Duits publiek. Gelukkig was de film niet nagesynchroniseerd. Vermaakt heb ik me wel, al was het maar omdat ik na al die musea en fastfood eens zin had in iets wat ik in het dagelijkse leven ook wel eens doe. Iets "gewoons". Een filmpje zien.
Maar voor "gewoon" ben je bij Tarantino aan het verkeerde adres, want of je zijn films nu goed of slecht vindt, hij serveert vaak iets wat je nooit eerder zag.
Ook dit keer slaagde Tarantino erin mij te verrassen met iets totaal anders dan wat ik doorgaans zie; een nieuw genre als het ware. Veel woorden ga ik daar verder niet aan vuil maken, want dat Inglourious Basterds niet in één woord te omschrijven valt is inmiddels zo klaar als een klontje. Maar of ik hem goed vond? Niet echt.
De film opent sterk. Waltz acteert de pannen van het dak en er wordt een aardige spanningsboog opgebouwd, alsof je naar een normale oorlogsfilm zit te kijken. Daarna maakt de film een bocht van 180 graden en breekt de gekheid los. De typische Tarantino-stijlkenmerken verpesten het dan helaas. Zijn dialogen blijven langdradig en nietszeggend, de muziek kon me niet echt vermaken en het merendeel van de zogenaamd grappige momenten was gewoonweg erg flauw. Bovendien lopen de meeste subplots niet zoals ik het graag zie.
Maar toch heb ik me goed kunnen ontspannen, dat effect heeft Inglourious Basterds namelijk wel; en dat is op zich ook een kwaliteit. Een hilarische Brad Pitt, een voortreffelijke Waltz en een zeldzaam indrukwekkende scène zijn zowat de enige lichtbakens. Voor de rest mag de film dan wel vernieuwend, origineel of gedurfd zijn, mij kon het allemaal niet zo overtuigen. Wat mij betreft is Tarantino dan ook niet zozeer een goed, maar eerder een curieus regisseur. Was Pulp Fiction dan toch een toevalstreffer?
Inland Empire (2006)
Vandaag herzien en ik blijf grotendeels bij mijn eerste bevindingen. Al heb ik het dit keer iets makkelijker gehad om niet in slaap te vallen, wat ook wel met de setting te maken had waarin ik de film de eerste keer zag. Maar goed, dat terzijde.
Het eerste uur is sterk, zonder twijfel. Je leert de personages kennen en zonder dat er al te veel gebeurt heb je toch het gevoel dat er heel wat onder de oppervlakte zit te borrelen. Lynch werkt aan mysterie en doet dit aan de hand van losse scènes die ofwel iets beangstigend ofwel iets bevreemdend uitstralen. Zoals we dat van hem gewoon zijn eigenlijk.
Na het eerste uur neemt het hoofdpersonage een diepere plons in het mysterie. Er passeren meer fragmentarische scènes die steeds meer afwijken van wat je aanvankelijk dacht dat de kern van de zaak was (wat die dan ook moge zijn...). Niks spectaculairs echter. Hier en daar wel een intrigerende scène, maar over het algemeen toch meer vulling dan wat anders, bijna schatplichtig eigenlijk.
Het derde uur is een ramp. Niet zozeer omdat aan "het verhaal" geen touw meer vast te knopen valt, maar wel omdat er qua sfeer zelden nog iets te beleven valt. Dat typische onheilszwangere mysterie waar Lynch een patent op heeft is nergens meer voelbaar en het is zwoegen om het einde te halen. Een gebrek aan bizarre personages is de doodsteek.
Dat einde is dan weer van hoog niveau, hoewel het ook aan dezelfde ziekte lijdt als de rest van de film: te lang uitgesponnen en daarom inboetend aan impact. Maar Inland Empire wordt tijdens het slot voor het eerst écht eng en ook qua muziek is het, op het begin na, eindelijk kwalitatief in orde. Ik vond het voor de rest maar een eenvoudige score. Veel dark ambient, maar niets dat een beginnend muzikant niet zomaar uit z'n synthesizer kan laten rollen. Beetje teleurstellend toch als je het naast pakweg een Blue Velvet of Mulholland Drive plaatst.
Maar goed, hoewel ik algemeen beschouwd dezelfde bevindingen blijf hebben als de eerste keer, is deze kijkbeurt me toch net wat beter bevallen dan de eerste. Ik blijf het vooralsnog een van Lynch' mindere films vinden, voornamelijk omdat de film te lang is en soms te gemakkelijk overkomt. Alsof Lynch op automatische piloot regisseert. Binnen een jaartje nog maar eens herzien, want de afkeer die ik na de eerste keer had is nu toch wel verdwenen.
Innkeepers, The (2011)
Ti West is een van de weinige hedendaagse horrorregisseurs die consequent teruggrijpt naar een klassieke cinematografie om zijn films in te kleden. Hij is hierin erg succesvol. Na het huiveringwekkende, aan de jaren '80 schatplichtige House of the Devil komt hij nu met een ouderwets spookverhaal dat door middel van een trage opbouw de kijker op het puntje van zijn stoel krijgt, om hem vervolgens met een resem enge scènes omver te blazen. Het zorgvuldig uitkiezen van de locatie - in dit geval een oud hotel met weelderige tapijten en een doolhof aan lange gangen waarin het kraken van de plankenvloer als een onheilspellende symfonie klinkt - en de muzikale ondersteuning met dreigende, snerpende strijkers, creëren een authentieke atmosfeer. Net zoals in zijn vorige film vormt dit de ideale toonzetting voor een avondje huiveren, met dit verschil dat het realistische scenario in House of the Devil een stuk meer angst inboezemt. Enig minpunt is de laatste akte die na de weergaloze climax een beetje overbodig aanvoelt.
Innocence (2004)
Opvallend stille, maar mooie film. De fotografie in Innocence is om van te snoepen, als was over elk afzonderlijk beeld urenlang nagedacht alvorens het op film werd vastgelegd. Het sfeertje is redelijk benauwend en zorgt in die zin voor een constant aanwezige dreiging, hoewel er in wezen niets is dat deze dreiging verantwoordt. Vele mensen zullen het vage einde als een domper zien, maar in essentie zorgt de onwetendheid ervoor dat je je deze film lang blijft herinneren. Ik heb hem gezien, genoten van de beelden, me vragen gesteld bij het langdradige verloop en me in eerste instantie geërgerd aan het nietszeggende einde. Het leuke is echter wel dat je zelf mag nadenken en de betekenis naar aanleiding van je eigen interpretatie mag invullen. En verder dan een metafoor voor "door pedofielen ontvoerde kinderen die aan hun situatie willen ontsnappen door op geestelijk niveau een andere (fantasie)wereld te creëren" kom ik niet...
Innocence (2004)
Alternatieve titel: Ghost in the Shell 2: Innocence
Me na enkele jaren nog eens aan een anime gewaagd en wat een meevaller! Had eerder Akira gezien, maar die viel me sterk tegen en om die reden had ik dit genre wat links laten liggen.
Heb sowieso al een zwak voor thema's als robotica, cyberstuff en het versmelten van werelden, maar dit is de eerste film die ook daadwerkelijk alle potentieel van zulke thema's in een passend narratief/audiovisueel kleedje weet te gieten. Anime lijkt me trouwens ook het beste medium om zulke thema's te vangen omdat de uitwerking van fantasie daarin zoveel verder reikt. Heel wat anders dan pakweg een Matrix of een Blade Runner. Hoewel het voor mij nog net iets futuristischer en technologischer mocht (zowel in beeld als in sound), heb ik enorm, maar dan ook enorm zitten genieten van de visuals. Uitstekend getekend (combinatie van computer en handgetekend als ik me niet vergis?) en met een perfect gevoel voor sfeer en detail weergegeven. Tientallen dromerige shots in de meest wonderlijke kleuren passeren de revue, prachtige locaties en om het af te maken een ijzersterke filosofische laag die wat mij betreft netjes gedoseerd doorheen de beeldenpracht wordt verweven. Nu al een van de beste films die ik in 2008 heb gezien en dat zal waarschijnlijk zo blijven. Verder ga ik er weinig woorden aan vuil maken. Er is hier al zoveel over geschreven en in plaats van er nog meer over te schrijven ga ik gewoon wat nagenieten.
Binnenkort het eerste deel maar eens checken. Verder nog iemand tips in dit genre?
edit: Lelijke poster hier trouwens, doet zwaar afbreuk aan de flair van de film.
Innocents, The (1961)
Dé klassieker onder de spookhuisklassiekers.
Al kan je je afvragen of dat wel helemaal terecht is. Quasi nooit, hetzij dan met de puike acteerprestaties, geeft The Innocents blijk deze klassiekerstatus te verdienen. Vermakelijk is het allemaal wel en voor een film uit '61 zit er wonderwel genoeg vaart in, maar daar blijft het dan ook bij. Wat nog het meest opvalt is, waar andere spookhuishorrors gothische sfeer uitademen, de decors in deze film betrekkelijk inspiratieloos blijven. Toegegeven, het landhuis met gigantische trappenhal en ontelbare kamers is indrukwekkend, maar deze kwaliteit wordt te weinig uitgespeeld op visueel vlak. Ook de talloze buitenopnames zijn zo kleurloos, zo grijs. Opnieuw hetzelfde verhaal hier, de immense bloementuin is werkelijk betoverend, maar weet door saaie fotografie en gebrek aan contrast de kijker niet echt te prikkelen. Pas wanneer naar het einde toe er meer nachtelijke scènes komen, wordt ook de belichting beter en schijnt de cameraman eindelijk door te hebben dat z'n kijkdoos hét middel is om de suggestieve waanzin richting publiek te katapulteren.
Visueel moddert deze prent maar wat aan en dus ben je al snel aangewezen op de narratieve kwaliteiten van dit griezelverhaal. Behalve de wat plotse en vage climax zit alles vrij strak in mekaar en wordt de spanning van begin tot einde traag maar gestaag opgebouwd. De eerste ontmoeting met de kleine Miles voorspelt niet veel goeds. De toon is meteen gezet en de regisseur weet die, samen met de acteurs die stuk voor stuk uitstekend (en dat is een understatement) werk afleveren, aan te houden tot de aftiteling. Verder niet spectaculair, maar gewoon oerdegelijk; zoals het hoort.
Kortom een film die wat te lijden heeft onder z'n status en daarmee wellicht niet alle verwachtingen kan inlossen maar die objectief gezien genoeg in huis heeft om de volledige speeltijd te boeien.
Insanitarium (2008)
Jeff Buhler gaat nog een grote meneer worden. Na het scenario van Midnight Meat Train nu zijn eerste langspeelfilm. En meteen een genrepareltje als je het mij vraagt.
Invloeden liggen bij onder andere One Flew Over The Cuckoo's nest en een reeks zombiefilms.
Het verhaal: een psychiatrische instelling wordt plots overspoeld door een ware zombieplaag. De reden? Een "mad scientist" - zo mogelijk nog gekker dan zijn patiënten - die met een revolutionair medicijn de psychiatrische problemen voorgoed uit de wereld wil helpen. Verwikkeld in het bloedbad doet Jack alsof hij gek is om zijn zus uit de dodelijk bizarre instelling te redden.
Het scenario mag dan niet overal uitblinken in originaliteit (hoewel, er zitten toch een aantal nooit eerder vertoonde elementen in verwerkt), de manier waarop de dynamiek tussen de verschillende personages wordt opgezet is erg slim en vooral geloofwaardig. Zo wordt de vriendschap tussen Jack en één van de "meer toegankelijke" patiënten een rode draad in de ontsnappingspoging. En het is pas bij de ontsnappingspoging dat alle remmen worden losgegooid en de film afstevent op een traditioneel zombiefestijn. Naar analogie met de traditionele zombiefilms iets té stereotiep en voorspelbaar met momenten, maar de stilering waarmee deze sequentie (en eigenlijk ook de rest van de film) wordt aangepakt tilt Insanitarium ver (!) boven de middelmaat uit.
Zoals eerder aangehaald was One Flew Over The Cuckoo's Nest een inspiratiebron, met name voor de visuele stijl. Veel strakke composities van de eindeloze gangen, gehuld in felle witte kleuren en groenige lichten, plus diagonale camerahoeken die perfect het gevoel van vervreemding, waanzin en desoriëntatie uitbeelden. Beslist een efficiënte keuze, want de wanhoop en onmacht die op de personages hun gezicht valt af te lezen wordt in diezelfde mate op de kijker geprojecteerd waardoor een intense filmervaring tot stand komt.
Eindbalans: De excellente visuals gecombineerd met een slim scenario en enkele bloederige impulsen maken van Insanitarium een waardevolle genreaanvulling die slechts sporadisch ten prooi valt aan enkele kinderziektes.
Insider, The (1999)
Een film die ik al verschillende keren heb gezien en die me telkens weer blijft intrigeren. Voor mij toch een van Manns beste. Uitstekende personages die voortreffelijk vertolkt worden + een ijzersterke aanklacht tegen de maatschappij. Voeg hier nog de typische Mann-cinematografie inclusief dromerige, zweverige muziek aan toe, en je hebt een topper.