Het grote succes van
Frankenstein (1931) riep natuurlijk om een vervolg. En zo geschiedde. Omdat het succes vrij onverwacht kwam, was een vervolg niet gepland. Altijd lastig. Hoe moet je in hemelsnaam een waardig vervolg fabriceren dat recht doet aan het wezenlijke monster en dat tevens de literaire waarde van het oorspronkelijke verhaal respecteert. Nou, dat doe je door de essentie van het ogenschijnlijke monster van Frankenstein te benadrukken en te verfijnen, zodat zijn ambivalente moralistische houding nog meer vermenselijkt en de strijd kan aangaan met de ethische waarden van de kijker.
In dit vervolg ontwikkelt het monster zich verder en wordt veel meer dan in de voorganger een wezen met sociale eigenschappen. Het monster ontroert. Het monster veroorzaakt afschuw. Het monster vertedert. Het monster beangstigt. De film maakt van het monster een complexere en indringender individu.
Het levert een goeie film op met veel diversiteit in de scènes en veel atmosferische spanning. Het monster krijgt beduidend meer screentijd. Zijn confrontaties met de mensen die hij ontmoet zijn spannend en intrigerend.
Zo heeft het monster een aantal gewelddadige confrontaties, maar heeft de film ook veel aandacht voor zijn individuele ontplooiing. De scènes waarin hij leert praten, wijn leert drinken en leert roken, vormen wat mij betreft het hart van de film. In die scènes, die soms wat komisch werken, ontwikkelt het monster zich en blijkt hij niet simpelweg de booswicht te zijn waar iedereen hem voor houdt.
Karloff Is weergaloos. Met blikken, mimiek, handgebaren en gebrekkige gespreksvoering verleent hij het monster een menselijk gezicht. Dezelfde technieken gebruikt hij om het monster te voorzien van een brute onbeschaafdheid. Met de beperkte uitingsmogelijkheden die het strakke masker en het harnas, waarin hij is vastgesnoerd, hem bieden, is het exposeren van een diversiteit aan monsterlijke expressie een behoorlijk knappe prestatie.
Elsa Lanchester is de bruid. Een eveneens kunstmatig gefabriceerde tegenhanger van het monster en bepaald geen schoonheid. Toch vond ik haar minder afschuwelijk dan tijdens mijn eerste visie van jaren geleden. Mijn smaak is blijkbaar veranderd. Beetje verontrustend is dat wel. Opmerkelijk is trouwens dat Elsa Lanchester in de film in een dubbelrol is te zien. In de openingsscène speelt zij de rol van de aantrekkelijke Mary Shelley, die in niets op de bruid lijkt. De metamorfose is frappant.
Het voorspel voor de eigenlijke film is verrassend. Bij een vervolg verwacht je in de opening een groots en lekker makend optreden van het monster als opmaat voor de angstaanjagende scènes die nog gaan volgen. Niets daarvan. De film begint met een rustige proloog waarin Mary Shelley getriggerd door Lord Byron een vervolg op haar boek begint te vertellen. Ondersteund door korte fragmenten uit de eerste film glijd je met deze inventieve voortzetting van die film heel gemakkelijk het vervolg in. Voelde goed.
In de meeste kritieken lees ik dat men Bride of Frankenstein verkiest boven de voorganger. Ik deel die mening, maar ik vergeet daarbij natuurlijk niet dat de eerste film de klassieke status absoluut verdient en tevens de film is die verantwoordelijk is voor het ontstaan van dit schitterende vervolg.