Professor Isak Borg reist af naar de Universiteit van Lund om zijn titel te ontvangen. Onderweg ontmoet hij vreemden en familie, en in zijn dromen wordt hij geconfronteerd met zijn eigen verleden en zijn angsten.
'Smultronstället' is de eerste volledig geslaagde Ingmar Bergman-film. Het is een a-typische roadmovie waarin een oude, beetje chagrijnige man de hoofdrol vervult. Er gebeurt geen moer onderweg, afgezien van het oppikken van een paar lifters en toch zorgen de gebeurtenissen ervoor dat hij tot nieuwe inzichten komt over zijn leven. Klinkt als een hoop bla-bla en dat is het misschien ook, maar toch: de film intrigeert en bewerkstelligt een optimistisch gevoel aan het einde.
Bijzonder. Net als bij Persona is het vooral dat de film na het kijken blijft intrigeren. De film zelf is een aaneenschakeling van losse scènes. Soms tegen het horror aan in die droom aan het begin met geweldig zwart-wit (letterlijk, want geen grijstint te vinden) maar vaker wat speelser onderweg waar Borg allerlei mensen ontmoet en hier een bepaalde nonchalance in zit. Het blijft wel een typische film van Bergman die vooral zijn ideeën kwijt wil en daardoor voelt het wat kil aan tijdens de film zelf, maar des te meer blijft die hangen daarna. 4,0*.
Op de dag die de bekroning van zijn leven had kunnen zijn, komt de oude dokter Borg tot de ontstellende ontdekking dat hij, op de drempel van de dood, terecht is gekomen op een bodemloze leegte waarin zijn zelfgenoegzaamheid en egoïsme hem van alle kanten als spoken aanstaren. Maar op dat kritieke moment kruist ook het liftende meisje Sara zijn weg.
Schitterend voorbeeld van groeiende genegenheid tussen oud en jong en van een lucied wederzijds begrip. Het jonge meisje voorvoelt wat de oude man, dankzij haar, plots heeft herkend en hij beseft op zijn beurt wat zij hem door het wonder van deze ontmoeting heeft geopenbaard: het is te laat voor de wilde aarbeiden van de jeugd, maar het is nooit te laat voor de goedheid en de liefde. Een onuitwisbaar moment dat de oude diep in zijn hart voor altijd bewaren zal.
Na Het Zevende Zegel kiest Bergman wederom voor een roadmovie. Ditmaal is het echter eentje die zich afspeelt in de hedendaagse tijd, zij het met een aantal uitstapjes naar het verleden van de fragiele Sjöström. Deze uitstapjes komen in de vorm van dromen, inbeeldingen en hallucinaties en worden naadloos verweven met de realiteit. Het moge duidelijk zijn dat Tarkovsky goed naar deze film heeft gekeken alvorens hij begon aan De Jeugd van Ivan. Doorheen de film wordt Sjöström opgejaagd door de dood, lijkt hij spijt te hebben van zijn sociale afzondering en wordt hij vooral erg nostalgisch naar het verleden. De droomsequenties behoren tot de sterkste scènes van de film, waaronder de Kafkaeske examinatie en de nachtmerrie uit de openingsscène. Die laatste is mooi wijds geschoten wat het nachtmerrie-effect versterkt. De dodenkoets was een terugkerende droom van Bergman maar je zou ‘m wellicht kunnen opvatten als een eerbetoon aan Sjöströms eigen klassieker, waardoor de cirkel uiteindelijk weer rond is.
Isak Borg ("IJzige Burcht") maakt letterlijk een reis naar Lund, maar belangrijker is de inwendige reis die hij maakt. Via gesprekken, dromen en herinneringen zal hij in z'n eigen ziel kijken en een verandering ondergaan. De droom- en herinneringscènes zijn extra fel belicht, met een overdreven contrast tussen licht en donker. Bergman zei dat z'n eigen jeugdherinneringen hem soms scherper voor het geestesoog stonden dan het heden.
In de eerste droom verschijnt een klok zonder wijzers maar met een paar ogen eronder. Dat kan symbool staan voor introspectie en het loskomen van de reële tijd, door in herinneringen te graven of via de dood. De koets met de doodskist is een knipoog naar Körkarlen (1921) van hoofdrolspeler Victor Sjöström. Dat professor Borg zichzelf als lijk ziet, kan wijzen op angst voor de dood, maar het kan ook betekenen dat hij nu al gedeeltelijk dood is, doordat hij z'n jeugdidealen en z'n menselijke warmte begraven heeft. Z'n schoondochter beschrijft hem aanvankelijk als kil en egoïstisch. Nochtans wordt dat tegengesproken door Max von Sydow in z'n nevenrolletje als pompbediende, die Borg in z'n jonge jaren als plaatselijke dokter gekend heeft. Wellicht is Borg later een soort intellectueel in een ivoren toren geworden.
De wilde aarbeien fungeren als het madeleinekoekje van Proust. Ze halen jeugdherinneringen naar boven. In de eerste herinneringsscène verschijnt Sara, Borgs verloren jeugdliefde. Bibi Andersson speelt een dubbelrol, wat erop duidt dat in de ervaring van Borg de liftster Sara zijn teruggekeerde jeugdliefde is, die jong gebleven is. Deze liftster luist hem erin door de indruk te wekken dat ze in haar eentje aan het liften is. De andere lifters zorgen voor humoristische scènes met hun geruzie en uitzichtloos, pseudofilosofisch gezwets.
De tweede droom is van een type dat bij veel mensen voorkomt: onvoorbereid op een examen zitten, wat duidt op faalangst. Ondanks zijn eredoctoraat heeft Borg het gevoel dat hij als mens gedeeltelijk gefaald heeft. Tegen het einde zal hij echter een positieve verandering ondergaan en z'n "warme ik" terugvinden. Het is een diepgravende analyse van de psyche van een man die in menig opzicht lijkt op Bergman zelf.
Toen ik een jaar of achttien was kwamen er nog regelmatig Ingmar Bergman films op tv. Maar ik moest er toen niets van hebben. Ik vond het helemaal niets. Waarschijnlijk omdat ik er nog niet rijp voor was. Inmiddels heb ik al heel veel films gezien en ben ik er nu wel rijp voor. Maar nu komen ze niet meer op tv.
En dat is ook weer logisch. Nu is de tijd er niet meer rijp voor. Dit zijn films voor oude mensen geworden. Maar het is wel een mooie film. Heel langzaam en een verhaal dat heel secuur wordt opgebouwd. Ook al kon je halverwege wel raden welke kant het op zou gaan. Films hadden in 1957 waarschijnlijk ook veel vaker een moralistische kant. Ik ben blij dat ik nu eindelijk toe ben aan Ingmar Bergman films. Ik ben benieuwd hoeveel ik er nog ga zien.
Isak Borg ("IJzige Burcht") maakt letterlijk een reis naar Lund, maar belangrijker is de inwendige reis die hij maakt. Via gesprekken, dromen en herinneringen zal hij in z'n eigen ziel kijken en een verandering ondergaan. De droom- en herinneringscènes zijn extra fel belicht, met een overdreven contrast tussen licht en donker. Bergman zei dat z'n eigen jeugdherinneringen hem soms scherper voor het geestesoog stonden dan het heden.
In de eerste droom verschijnt een klok zonder wijzers maar met een paar ogen eronder. Dat kan symbool staan voor introspectie en het loskomen van de reële tijd, door in herinneringen te graven of via de dood. De koets met de doodskist is een knipoog naar Körkarlen (1921) van hoofdrolspeler Victor Sjöström. Dat professor Borg zichzelf als lijk ziet, kan wijzen op angst voor de dood, maar het kan ook betekenen dat hij nu al gedeeltelijk dood is, doordat hij z'n jeugdidealen en z'n menselijke warmte begraven heeft. Z'n schoondochter beschrijft hem aanvankelijk als kil en egoïstisch. Nochtans wordt dat tegengesproken door Max von Sydow in z'n nevenrolletje als pompbediende, die Borg in z'n jonge jaren als plaatselijke dokter gekend heeft. Wellicht is Borg later een soort intellectueel in een ivoren toren geworden.
De wilde aarbeien fungeren als het madeleinekoekje van Proust. Ze halen jeugdherinneringen naar boven. In de eerste herinneringsscène verschijnt Sara, Borgs verloren jeugdliefde. Bibi Andersson speelt een dubbelrol, wat erop duidt dat in de ervaring van Borg de liftster Sara zijn teruggekeerde jeugdliefde is, die jong gebleven is. Deze liftster luist hem erin door de indruk te wekken dat ze in haar eentje aan het liften is. De andere lifters zorgen voor humoristische scènes met hun geruzie en uitzichtloos, pseudofilosofisch gezwets.
De tweede droom is van een type dat bij veel mensen voorkomt: onvoorbereid op een examen zitten, wat duidt op faalangst. Ondanks zijn eredoctoraat heeft Borg het gevoel dat hij als mens gedeeltelijk gefaald heeft. Tegen het einde zal hij echter een positieve verandering ondergaan en z'n "warme ik" terugvinden. Het is een diepgravende analyse van de psyche van een man die in menig opzicht lijkt op Bergman zelf.
Eigenlijk hoef je de film niet meer te zien als je jouw beschrijving gelezen hebt. Maar het is wel mooi beschreven allemaal en geeft ook goed weer hoe ik naar de film gekeken heb.
Toen ik een jaar of achttien was kwamen er nog regelmatig Ingmar Bergman films op tv. Maar ik moest er toen niets van hebben. Ik vond het helemaal niets. Waarschijnlijk omdat ik er nog niet rijp voor was. Inmiddels heb ik al heel veel films gezien en ben ik er nu wel rijp voor. Maar nu komen ze niet meer op tv.
Ik weet niet hoe goed of slecht het tv overzicht bijgehouden wordt (ik kijk sinds midden jaren 90 geen tv meer eigenlijk), maar zou wel erg zonde zijn als hij geen enkele keer uitgezonden is. Zelf ben ik meer van video on demand (geen reclame en kijken wanneer je wilt), maar daar staat hij zo te zien ook niet op.
Zonde, want het is een meesterwerk. Eentje die ik voor het eerst zag toen ik 33 was, bleek een prima leeftijd, al had ik deze jonger dan dat ook zeker wel kunnen waarderen. Hangt een beetje van je existentiële mijmeringen af, denk ik.
Maar dat het niet de meest toegankelijk kost is, ben ik volledig met je eens. En met de een kan ik meer dan met de ander
We volgen de oude Isak op weg naar een bekroning van zijn carrière. Een carrière die heel wat offers heeft gevraagd van zijn omgeving en naasten. Alles stond in het teken van en menselijke contacten waren hieraan ondergeschikt. Het maakte van hem een afstandelijke vader, echtgenoot of vriend en hij stond te boek als berekend, egocentrisch en kil. Althans, zo werd hij toch ervaren door zijn naasten.
Het zijn dan ook de overpeinzingen tijdens deze road trip die deze film een extra dimensie geeft. Het gesprek met zijn schoondochter werkte als een soort openbaring voor hem. De film intrigeert en doet het hoofdpersonage beseffen dat wat voorbij, voorbij en verloren is.