
Sånger från Andra Våningen (2000)
Alternatieve titel: Songs from the Second Floor
Zweden / Noorwegen / Denemarken
Drama / Komedie
98 minuten
geregisseerd door Roy Andersson
met Lars Nordh, Stefan Larsson en Tommy Johansson
De film bestaat uit een opeenvolging aan tableaus waarin vooral veel bleke mannen te zien zijn die de burn-out nabij lijken. Met een gedicht van César Vallejo ('Beloved the man who sits down') als rode draad, wisselen absurde en zwartgallige taferelen over een naargeestige tijdsgeest elkaar af.
Trailer
https://www.youtube.com/watch?v=FLMGQJATLEg
Wanneer je deze, als ook andere ingevoegde media op de site wilt zien, dan moet je hier even toestemming voor geven.
Met het tonen hiervan wordt er mogelijk door een andere partij cookies geplaatst en/of wordt je ip-adres geregistreerd, zonder dat MovieMeter hier invloed op heeft. Lees ons privacybeleid voor meer informatie over hoe MovieMeter met je privacy omgaat.
Aardig idee om het geheel statisch te schieten, maar dat kan een middelbare scholier ook bedenken. En om tot een grauwe kleurstelling te komen als je een deprimerend geheel wilt neerzetten, daar hoef je al helemaal geen professor voor te zijn.
Opvallend, ik vond het juist een werk van grote accuratesse. Zeker niet haalbaar voor een middelbare scholier. Zet de film op een willekeurige plaats op STOP, en je hebt hoe dan ook een prachtplaatje te pakken. Misschien had het idee inderdaad van een middelbare scholier kunnen komen, maar dat meneer Andersonn geen middelbare scholier meer is bleek wat mij betreft wel aan de uitwerking van dit idee.
Thematisch komt Sånger från Andra Våningen wat beter uit de verf, qua humor vond ik Du Levande beter werken. Wat minder absurdistisch en vooral ook wat minder debiel op bepaalde vlakken. Ook hier zitten er echter wel wat heerlijke momenten in. Maar het helpt natuurlijk wel al dat ik lusteloze en grijze mensen van zichzelf al grappig vind.
3.5*
Ik had hier eens een fragmentje van gezien (vliegveld) en dacht dat dit wel wat voor mij zou zijn (droog, absurd). Niet echt. Vond het erg saai en zelden grappig (kan me twee momentjes achter elkaar herinneren ('het offer' en de scène in de bar). Veel lijkwitte gezichten die me niet konden interesseren en weinig variatie in (opbouw van) scènes.
1*

3*
misschien heeft deze productie vol poëzie, beelden en filosofie net zo veel met het medium 'film' gemeen als een gedicht ten opzichte van een roman.
Met andere woorden : een beoordeling als 'film' zal altijd de plank misslaan, ondanks alle goed bedoelde adjectieven.
woorden schieten tekort, ook.
zie ook : Tarkovsky en veel films van voor 1927
Het bijzondere aan de composities is dat de structuur zowel de ruimte als de tijd van het shot weet te ordenen. Elk shot heeft meerdere vlakken: voorgrond, midden en achtergrond(vaak door een raam of deurpost), waardoor een diepte in het beeld ontstaat. Vaak spelen er op verschillende vlakken tegelijkertijd gebeurtenissen die elkaar om de aandacht bevechten.
De structuur van het shot geeft de kijker meteen verwachtingen in welke richting het shot grofweg gaat verlopen door de tijd heen. Een manier waarop Anderson dit doet, is door deuren vaak in het shot te centraliseren, op die manier stuurt hij je aandacht: je kunt erop wachten dat er iemand op kenmerkende laconische wijze binnen zal stommelen. Echter de verwachtingen worden niet altijd ingelost, daar er meestal wel onverwachtse gebeurtenissen volgen.
Als je al naar vergelijkingsmateriaal zoekt, dan kom je al gauw uit bij roemruchtige meesterwerken. Ik denk aan het staging-in-depth van Welles' Citizen Kane of Tati's komische magnum opus Play Time.
Thematisch gezien heeft dit werk ook voldoende lagen om de kijker uit te nodigen tot actieve betekenisgeving. Laat ik er hier mee volstaan dat ik dit een visionair werk vind, dat vooruit lijkt te projecteren op de huidige crisis die in 2008 zijn aanvang nam. De film toont een cultuur waarin een volstrekt hoogtij van defaitisme regeert. De mens is ten einde raad en doet alles wat maar in hem opkomt om dit tij te kunnen keren. Uiteindelijk rest er weinig dan ritueel offeren, je kapot zuipen of apathisch aan je bed gekluisterd, hangend in het verleden dat al evenmin soelaas kan bieden, je te ruste leggen. Het iconoclastische en blasfemische einde, waarin een beeltenis van Jezus op de schroothoop geworpen wordt, vleesgeworden metafoor van de drukkende last van het verleden en de traditie die afgeworpen wordt, had niet krachtiger kunnen zijn.
Dit werk behoort zeker tot de beste werken van dit decennium. In hoeverre het invloedrijk zal blijken, dat zal de geschiedenis ons leren.
Ik moet er wel aan toevoegen dat ik Andersson's grootste kwaliteit zijn humor vindt. Absurd, extreem troosteloos, zielig en hilarisch. Heb veel gelachen.
Voor nu 3 sterren, en ik blijf Andersson hoe dan ook volgen, zijn manier van werken is wel heel bijzonder filosofisch en dubbelzinnig en vooral: van groteske omvang.
Na een herziening een recensie.
Absurde surrealistische Zweedse film die al vast een vooruitblikje gunt op de crisis die nog zal volgen.
Hoofdpersoon is de man wiens meubelzaak net is afgefikt, daarnaast zien we ook nog een goochelaar wiens doorzaag-act bijna fataal afloopt, een handelaar in crucifixen en de medewerker die na 30 jaar trouwe dienst ontslagen wordt.
Lijkbleek en inktzwart beeld van onze maatschappij met onderkoelde humor.
niet ondenkbaar dat dit niet helemaal mijn ding is...

Grammar ain't got no shit on me, boyyyy...

Curieus zou ik zeggen!
Maar je mag mij altijd aanspreken op taalgebruik, dat wordt aangemoedigd, zolang het geen gezanik over een overduidelijke tikfout is! En dit was idd een bijzondere constructie.
Maar dit is een ongelooflijk intrigerend staaltje cinema. Gekluisterd aan het scherm, geboeid door alles wat ik voorgeschoteld kreeg. De scène in de metro, ik kon wel janken. Dat jezusbeeld dat er hangt te wiegelen aan het kruis. Zo triest allemaal dat ik amper kon lachen, maar toch grappiger dan eender welke film die zelfs maar probeert hetzelfde doel te bereiken.
Een van de grootsten van de 21ste eeuw. Ben benieuwd naar zijn volgende.
De eerste twintig minuten of zo kon deze film me nog wel bekoren, met scènes die heel compact, met een minimum aan tekst en beweging, en mede door een licht absurdistische toets, toch heel sprekend zijn. Echter, het ene na het andere tableau blijft maar volgen in ongeveer hetzelfde deprimerende register, en dat gaat gaandeweg toch behoorlijk vervelen.
Misschien wil Andersson wel iets té sprekend zijn; ik voel me steeds een beetje een bepaalde richting in geduwd, en het is denk ik vooral dát wat me irriteert.
De scènes hebben, zoals Vinokourov hierboven opmerkt, inderdaad een sketch-achtig karakter, en het geheel ademt ook een beetje de ietwat muffige sfeer uit van het bashen van kerk, kapitaal & kleinburger, een sport die in de jaren zeventig nogal populair was.
Nee, erg vrolijk word ik er niet van; maar dat is vermoedelijk ook niet de bedoeling.
Waardering: onveranderd 4,5*
Moeilijk te beoordelen vind ik. Inhoudelijk is het niets, maar de omschakelingen tussen drama, marginaliteit en subtiele humor is flinterdun en moeilijk te trekken. Gortdroog en satirisch bij momenten. Het helpt dan ook wanneer iedereen met een verbleekt gezicht opkomt. Deprimerend aan de andere kant van hoe saai en grijs het leven sommigen tegemoetkomt zonder enig perspectief op enig licht. Die bende die zichzelf kastijdde is wel erg toepasselijk inderdaad in coronatijden ...
Niet voor altijd en ook niet voor iedereen weggelegd. Eentje die je best nog eens oplegt als je niet bent afgeschrikt door het "eerste keer, nooit meer-principe".