
8½ (1963)
Alternatieve titels: Otto e Mezzo | Federico Fellini's 8½ | Eight and a Half
Italië / Frankrijk
Drama / Komedie
138 minuten
geregisseerd door Federico Fellini
met Marcello Mastroianni, Claudia Cardinale en Anouk Aimée
De regisseur Guido probeert te relaxen na zijn laatste hitfilm. Hij krijgt echter geen rust, aangezien de mensen met wie hij in het verleden gewerkt heeft constant op zoek zijn naar nieuw werk. Hij worstelt met zijn geweten, maar het lukt maar niet om een nieuw idee te verzinnen. Terwijl hij aan het nadenken is, begint hij herinneringen op te halen aan belangrijke gebeurtenissen in zijn leven. Autobiografische film van Fellini.
Trailer
https://www.youtube.com/watch?v=Fz8LdrDty7A
Wanneer je deze, als ook andere ingevoegde media op de site wilt zien, dan moet je hier even toestemming voor geven.
Met het tonen hiervan wordt er mogelijk door een andere partij cookies geplaatst en/of wordt je ip-adres geregistreerd, zonder dat MovieMeter hier invloed op heeft. Lees ons privacybeleid voor meer informatie over hoe MovieMeter met je privacy omgaat.
Links
Zoek naar deze film op dvd/blu-ray op AmazonIMDb (8,0 / 109377)trailer (YouTube, ondertiteld)filmscore (MusicMeter)Dit zal uiteraard wel nog gebeuren.
Daarom is het ontzettend lastig om een mening over deze film te geven.
Ik zal hem zeker nog eens bekijken, en vervolgens een stem uitbrengen.
Wordt vervolgd.
Ik probeer al maanden deze film af te kijken maar ik kom er niet doorheen
Ik snap wat je bedoelt.
Een magische scène is die met de geblinddoekte gedachtenlezeres. Ze is echt helderziend, en begrijpt zelf niet eens wat ze ziet: de raadselachtige formule "asa nisi masa". In een jeugdherinnering van Claudio komt deze spreuk voor als de magische formule die leidt naar een verborgen schat. De verklaring ligt in een oud taalspelletje voor kinderen: de p-taal, of in dit geval de s-taal. "Asa nisi masa" staat voor "a-ni-ma". De anima, een termuit de jungiaanse psychoanalyse, is de vrouwelijke kant van de man. Claudia (Claudia Cardinale) kan gezien worden als een projectie van Guido's anima, of als zijn fantastische voorstelling van de ideale vrouw. In elk geval bestaat ze enkel in zijn fantasie. Dit wordt duidelijk vanaf haar eerste verschijning, wanneer ze verandert in een lelijke verpleegster.
Guido worstelt met een patroon van aantrekking en afstoting tot de verschillende vrouwen in zijn leven, wat zich uit in de fantasiescène met de harem, waarin zijn vrouw Luisa met plezier het huishouden doet in aanwezigheid van zijn maitresses. Dit werkt echter verstikkend, dus slaat hij met een zweep in het rond.
Zijn eerste confrontatie met seksualiteit zien we in een jeugdherinnering aan de kloeke prostituee La Saraghina, die door de Kerk gelijkgesteld werd aan de Duivel.
Naast zijn amoureuze strubbelingen zijn er de professionele. Guido is een regisseur-scenarist met een writer's block. Fellini worstelde met het zoeken naar een waardige opvolger van La Dolce Vita. Hij brengt een satire op de bemoeienissen van critici en de Katholieke Kerk. De oplossing voor zijn writer's block vindt Guido in het vertellen van de waarheid. Dit wordt niet geapprecieerd door zijn vrouw, die zichzelf herkent in een van de personages.
Hij vergelijkt een filmregisseur met een magiër en met een circusdirecteur. (Fellini had als bijnaam De Magiër.) De muziek van Nino Rota onderstreept het circuskarakter van het leiden van een filmcrew, net als de slotscène.
Deze film moet je meer dan eens zien om hem te begrijpen. Het kan ook helpen om er wat over te lezen. Als je wat moeite doet om erin door te dringen, wordt hij heel erg de moeite waard.
De film toont een ietwat biografisch beeld van de man over een regisseur met een gebrek aan inspiratie, terwijl de mensen om hem wel op volle toeren draaien en er alles voor over hebben om geld te verdienen, om in de film mee te spelen, of om een interview los te krijgen voor de krant. Dat drukke gedoe vat ik wel, maar komt als kijker na een tijd wel vervelend over. Misschien is de missie van Fellini daarmee geslaagd, maar dat is niet meteen het gevoel dat ik als kijker wil overhouden na het kijken van een film. Het gestalk van de entourage wordt afgewisseld met enkele creatieve dromen/ideeën van de regisseur. Helaas komen die net te weinig voor en ook daar zijn ze niet altijd even geslaagd.
8 1/2 is een wat opvallende film, maar ik had nog meer aandacht aan de creativiteit verwacht. De fim begon dan nog wel zo goed, waarom ging Fellini op die manier niet verder? De film duurt veel te lang, waardoor het met momenten niet alleen vervelend, maar ook wat te druk wordt en je er eerder zenuwachtig van wordt. Hij raakt het publiek dus, maar om de verkeerde redenen.
Zo zien we bijvoorbeeld Claudia Cardinale in een fantasie scene opdraven, die de kamer van Guido opruimt en zo structuur aanbrengt in zijn hoofd / fantasie. Later in de film komt zij opdraven in de bioscoopzaal en gaat zij met Guido op pad. Is dit nu werkelijkheid of fantasie? Zij lijkt mij een persoon die Guido aan het denken zet of de juiste richting probeert op te sturen. Zij zegt ook dat Guido een onsympathieke protagonist is (of iets van die strekking). Ik dacht: eindelijk iemand die daarop wijst, want ik vind Guido feitelijk erg onsympathiek. Op het einde lijkt hij toch op zijn leven te reflecteren en zijn vreemdgaan te betreuren. Om eerlijk te zijn weet ik niet wat dit vreemdgaan voor doel heeft binnen het verhaal; of het een symbolische betekenis heeft. Het levert in elk geval wel een erg komische scene op wanneer Guido fantaseert dat zijn vrouw en zijn minnares het goed met elkaar kunnen vinden. Ik vond de film sowieso veel humor bevatten dit itt La Dolce Vita. Deze humor doet de film erg veel goed.
Ik vind het een interessant verhaal. De manier waarop het wordt verteld en uitgebeeld geeft juist meer diepgang aan de situatie waarin Guido zich bevind. Ik zie het als een uitbeelding van inderdaad een creative-block met daarbij vooral de elementen en gedachtenstroom die Guido er doorheen helpen. Het zegt iets over kunst en commercialiteit en vooral over de arrogantie van intellectuelen (die criticus was hilarisch!). Fellini was geen denker, maar een fantast. Een intuitief persoon. Evenals Lynch. Dat is waarschijnlijk een verklaring voor de overeenkomsten tussen hun films.
Ja, zeer aangenaam verrast door deze herziening. Geen meesterwerk, maar toch een uiters bijzondere, sfeervolle en boeiende film. Een 4 vind ik net te weinig, dus vooruit...4,5.
Wel een film om vaker te zien deze '8½'. Een aantal scenes zullen me zeker bijblijven.
Ik denk wen dat ik je begrijp, HarmJanStegenga, maar vergeet niet dat deze film ondertussen meer dan 50 jaar oud is, en bovendien een typisch van de toenmalige Italiaanse cinema. Ik bedoel dat je "klaar" moet zijn om je te verplaatsen in een wereld die in feite ver van ons ligt...


Een film die uitblinkt in precisie, wat zich uit in de setting, costumering, de kijk op de mondaine, frivole maar ook cassante filmwereld, de symboliek...
De muziek van Nino Rota is prachtig en vertolkers als Mastroianni en Anouk Aimée staan garant voor goed acteerwerk.
Otto e Mezzo is geen spannende of mooie film maar wel een intrigerende film omdat het net als Vivre Sa Vie: Film en Douze Tableaux (1962) - MovieMeter.nl van Godard uit 1962 de ultieme of volmaakte postmoderne film is (ik laat het postmodernisme vaak in 1968 beginnen maar deze films laten zien dat het in de film eigenlijk al rond 1962 begon). Beide films reflecteren op de film c.q. kunst zelf – is kunst een (noodzakelijke) leugen (omdat er bij het postmodernisme geen waarheid meer schuilgaat achter de schijn)? – maar waar echter bij Vivre sa Vie het postmodernisme daarnaast vooral in het fragmentarisme zit, zit dat bij Otto e Mezzo vooral in het metaniveau: de film is één grote reflectie op zichzelf. Met name de scenarioschrijver in de film reflecteert telkens op intellectuele wijze op de film en zegt al in het begin over de film (die nog moet worden gemaakt): de film heeft geen probleemstelling of filosofische premisse maar bestaat slechts uit een serie scenes waardoor de film slechts het slechte aspect van avantgardefilms heeft en waarbij de scenes hooguit amusant zijn wegens een dubbelzinnig realisme. In feite suggereert de film aldoor dat het een hele slechte film is (en dat regisseur Guido een charlatan is) en eigenlijk is het dat ook maar op een of andere ironische wijze tilt die zelfreflectie reeds de film naar een hoog kwaliteitsniveau. In de film wordt telkens de vraag opgeworpen waar de film over gaat maar Guido heeft nog niets bedacht: de film gaat dus nergens over hetgeen ook op metaniveau zo lijkt te zijn. Niet alleen wordt de film steeds meer meta – bij de screenshots zitten we te kijken naar een film in een film in een film – en steeds magisch-realistischer doordat iedereen steeds explicieter slechts het product is van de verbeelding van Guido die alle belangrijke mensen uit zijn 43-jarige leven tevoorschijn tovert en die als circusdieren de door hem opgedragen kunstjes opvoeren. Het geniale van de film is hoe dit uiteindelijk alleen maar paradoxen oplevert: op metaniveau wordt telkens alles ontkend waar het op reflecteert. Zo vragen de opgetrommelde acteurs telkens aan Guido welke rol ze krijgen in de film en tegen het einde zegt Guido tegen een actrice: ‘je hebt gelijk, er is geen rol, er is zelfs geen film’. In de film komt de film inderdaad niet tot stand – het geeft slechts het proces weer waar Fellini in zat toen hij probeerde een film te maken maar geen inspiratie had – maar de reflectieve film hierover is dus wel tot stand gekomen, want dat is de film Otto e Mezzo (en heeft iedereen een rol in die film).
De belangrijkste vader van het postmodernisme is denk ik Nietzsche en aldoor moest ik aan Nietzsche’s filosofie denken omdat de film zo goed die filosofie lijkt weer te geven in filmvorm. Zo is het belangrijkste thema van de film denk ik de liefde waarmee ook weer de paradox optreedt: in de film wordt aldoor aan Guido gevraagd waarom hij nooit een romantische film maakt en de kardinaal raadt ‘m af om een film over religieuze thematiek te maken omdat in de film de christelijke liefde vaak wordt verward met wereldse liefde. Op sterk Nietzscheaanse wijze reflecteert Guido hierop: hij is nu eenmaal niet een man die kan vasthouden aan iets of iemand waarvoor hij de rest opoffert (dat is de christelijke maar ook de romantische, wereldse liefde alsmede de metafysica die achter alle verschijningen een blijvend wezen – Plato’s Idee – postuleert) maar hij wil – als een echte man – alles grijpen en niets opofferen. Guido wil alles en deze film lijkt alles te willen tonen: ‘er gebeurt heel veel in mijn film’ zegt Guido, en waarschijnlijk is er geen film waarin zo veel gebeurt als in Otto e Mezzo (de film zit tjokvol personen en vaak volgen we meerdere gesprekken tegelijk). Maar in wezen gebeurt er niets in de film: er is ook geen wezen (geen metafysica). Alles komt en gaat. Er is geen vastigheid maar slechts verwarring. Er is geen liefde maar slechts de mensen die een rol in Guido’s c.q. Fellini’s leven hebben gespeeld en die nu een rol in de film krijgen (en de rol van de acteurs in de film is vragen welke rol ze spelen). De film is een ode – een liefdesverklaring – van Fellini aan het leven en de mensen die een rol erin hebben gespeeld. Dat is zijn romantiek. In de film zegt Guido dat hij geen symboliek in de film wil – niet de mooie Claudia Cardinale die de puurheid symboliseert– maar Claudia krijgt precies die rol in Fellini’s film: de witte engel die Guido redt van zijn Nietzscheaans uiteenvallen in een eindeloze veelheid van verlangens, indrukken en gebeurtenissen. ‘Buiten de kerk is geen heil, geen redding’ citeert de kardinaal Origines en de film lijkt dubbelzinnig over de waarheid ervan.
‘Ik heb een eerlijke film willen maken (om de dingen die dood zijn te kunnen begraven maar ik lijk juist degene te zijn die niets kan begraven)’ zegt Guido in de film. De film van een regisseur over zichzelf die bezig is een film te maken lijkt inderdaad het eerlijkste te zijn wat een regisseur kan doen in een film. Maar de film laat op Nietzscheaanse wijze zien dat dat een leugen is: er is geen waarheid, alles is slechts onze constructie. Juist een regisseur – de man met macht op de filmset – construeert of schept de waarheid zoals elke herinnering slechts onze constructie is van wat er is gebeurd. Guido c.q. Fellini is een leugenaar en een charlatan: wat we zien is slechts zijn verbeelding. Maar anders dan de religieuzen en intellectuelen heeft Guido misschien met Nietzsche gelijk: er is geen waarheid anders dan onze verbeelding. Otto e Mezzo toont ons een geniale charlatan die in ieder geval eerlijk is over het feit dat hij niet eerlijk is of kan zijn. Als de film is mislukt is de scenarioschrijver daar blij om: ‘Vernielen is beter dan iets creëren wat niet noodzakelijk is. Maar is er iets eerlijks genoeg dat het verdient om te leven?’. Volgens deze intellectueel is het de taak van de kunstenaar om niet te scheppen maar om alles op te ruimen: kunst moet een ode aan de stilte zijn. Niets is de ware perfectie, want alles wat we zeggen is leugen (ik merk op dat Vivre sa Vie een filosoof aan het woord laat die hetzelfde zegt). Maar in de film wordt constant gesproken en liegt Guido alles bij elkaar. Maar dat is nu eenmaal wie we zijn. Deze film is die waarheid.
Surrealisme toont het on- of onderbewuste zoals dat optreedt in bv. dromen (en het verkent aldus de ziel). Magisch realisme heeft niets met dromen, het onbewuste of met welk psychisch proces dan ook te maken, maar voegt iets onbegrijpelijks toe aan de werkelijkheid: iets bovennatuurlijks of gewoon iets magisch. Magie is het opheffen van het verschil tussen (bewust) denken en handelen, zoals bij voodoo en tovenarij. Je zegt bv. ‘abracadabra’ en dan verschijnt er opeens een konijn uit de hoed. Sprookjes zijn magisch. Bij magisch realisme wordt ook het magische overigens realistisch en dus niet droomachtig weergegeven. Je zou wellicht kunnen zeggen: de goochelaar is de magisch realist, de hypnotiseur is de surrealist.
Lynch is de grote surrealistische filmmaker (zodat je in zijn films niet meer weet wat echt gebeurt en wat hallucinatie is); Fellini is de grote magisch realistische filmmaker. Het magisch realisme van Otto e Mezzo is mijns inziens dat de film de (bewuste!) verbeelding van de regisseur toont: diens wil is wet - hij is de God van zijn universum en beschikt aldus over bovennatuurlijke krachten - zodat als hij wil dat er een konijn uit de hoed komt dan komt er een konijn uit de hoed, ook al is dat onlogisch en begrijpen we niet hoe dat kan (en verlaat de film zo het strikt realistische). Film is bij uitstek een magische (en realistische) kunst.
Velen hier hebben het over droomscenes maar volgens mij komen er - afgezien van de eerste scene - geen dromen voor in de film en die ene droom is uitdrukkelijk een droom dus ook daar is niets surrealistisch aan. En bv. die nasychronisatie waardoor we de acteurs iets anders horen zeggen dan wat ze zeggen past weer uitstekend in het magisch realisme en bewijst de macht of 'bovennatuurlijke' kracht van de filmmaker.
Voor mij een absoluut meesterwerk en daarom ook 5*
Nu weet ik ook waar Cuarón zijn inspiratie vandaan heeft gehaald voor zijn film Roma (2018). Maar het is nu ook voor mij veel duidelijker geworden waarom ik Roma niet zo'n goede film vind. In 8½ sluit cinematografie, tempo en verhaal naadloos aan op elkaar, en dat is in Roma veel minder het geval, daar voelt het voor mij meer gemaakt aan.
Zwak 2,5
3,5* na herziening
Ik heb toch de indruk dat ik lang niet de enige ben die ditzelfde gevoel ervaart. Het zal ook voorlopig mijn laatste Fellini zijn. Bij momenten erg drukke film met veel personages die ik niet altijd kon plaatsen of kon zeggen wat ze nou eigenlijk als meerwaarde hadden. Al begon het allemaal prima met een uitstekende openingsscène, maar later naarmate de film vorderde viel het voor me als een pudding in elkaar.
Jammer ...