
Singin' in the Rain (1952)
Verenigde Staten
Muziek / Komedie
103 minuten
geregisseerd door Stanley Donen en Gene Kelly
met Gene Kelly, Donald O'Connor en Debbie Reynolds
Hollywood, 1927. Een geestdriftige menigte verdringt zich rond het vermaarde Chinese Theater om haar idolen Don Lockwood en Lina Lamont toe te juichen, waar de twee de première van hun stomme film 'The Royal Rascal' bijwonen. Wanneer enige tijd later de geluidsfilm zijn intrede doet, blijkt dat de knappe, nogal domme en verwaande diva van de stomme film, Lamont, een enge en onaangename stem heeft. Spraaklessen helpen niet. Dons beste vriend Cosmo komt op het idee om een andere vrouw de teksten te laten inlezen en zingen, terwijl Linda gewoon maar moet 'lippen'. Die andere stem hoort toe aan het charmante revuezangeresje Kathy Shelden, op wie Don al snel verliefd wordt.
TRAILER
https://www.youtube.com/watch?v=p159J4j4GDU
Wanneer je deze, als ook andere ingevoegde media op de site wilt zien, dan moet je hier even toestemming voor geven.
Met het tonen hiervan wordt er mogelijk door een andere partij cookies geplaatst en/of wordt je ip-adres geregistreerd, zonder dat MovieMeter hier invloed op heeft. Lees ons privacybeleid voor meer informatie over hoe MovieMeter met je privacy omgaat.
Maar waarover de film zou gaan waar die legendarische scène uit komt, wist ik niet. En waarom Singin' in the Rain steevast hoog eindigt in (critici)lijstjes van beste films aller tijden, wist ik ook niet. Een kijkbeurt in mijn rondje klassiekers drong zich dus op.
En oh, wat een héérlijke film is dit. In tegenstelling tot veel musicals vertelt deze een verháál: dat van Hollywoods overgang van stomme film naar geluidscinema. Het scenario zit geweldig in elkaar en brengt dat brokje geschiedenis op een weergaloze manier. Singin' in the Rain is echt grappig: Lockwoods carrièreoverzicht, Lamonts vreselijke stemgeluid, de ontmoeting met Kathy, de hilarische testscreening van The Duelling Cavalier: alles druipt van de humor, zowel verbaal als visueel, en dat allemaal in een satirisch jasje. De wereld van de stomme film wordt hier schitterend geparodieerd, net als de pure kitsch en de melige liedjes van de musicals uit de prille geluidsperiode. De acteurs, en dan vooral Kelly en O'Connor, lijken zich rot te amuseren. Dikwijls duren de musicalnummers te lang, maar ze zijn wel stuk voor stuk voortreffelijk gechoreografeerd en gefilmd, vlot, fris en vol dynamiek. Een prachtverhaal dat prachtig gebracht wordt: de wereld is een mooiere plaats met Singin' in the Rain erop.
Het verhaal tegen de achtergrond van de filmindustrie en alles wat daarbij hoort is erg leuk. Het thema van de opkomst van de geluidsfilm eind jaren '20, en dat in een film uit 1952. Liefhebbers van (oude) films komen dus eigenlijk op 2 niveau's aan hun trekken.
De soms satirische en slimme humor die ermee gepaard ging viel me ook alles mee. Ik heb pas An American in Paris gezien, en daarin vond ik de grappen eigenlijk ook best geslaagd. Had verwacht dat ik dat allemaal een stuk minder zou vinden, gezien het feit dat het brave films zijn uit begin jaren 50.
De Make 'em Laugh scene is echt magistraal. Ik ken het nummer en verschillende uitvoeringen al langer, maar om hem dan ineens (onverwachts, wist niet eens dat hij uit deze film kwam, erg hè) in het origineel tegen te komen was wel heel erg bijzonder.
De liedjes komen op het juiste moment, net als je er aan toe bent (hoewel ik me voor kan stellen dat het voor de niet-liefhebbers allemaal teveel wordt, zoals het Good Mornin' nummer wat nogal random is).
Alles is geweldig gechoreografeerd, verzorgd, luchtig, met liefde gemaakt. Alleen de speelduur had wat korter gekund. Dat laatste Broadway-nummer is jammer.
Verder zie ik dit wel een nieuwe favoriet van me worden. Sowieso heel dit genre. Ik hou van Gene Kelly.
4,5*
Geweldig.
Verder zie ik dit wel een nieuwe favoriet van me worden. Sowieso heel dit genre. Ik hou van Gene Kelly.
4,5*
Gene's beste is Singin in the rain maar On the town en Anchors Aweigh zijn ook heel leuk en de moeite waard!

Goed, uiteindelijk viel het nog enigszins mee. Vooral in het begin van de film is er wat leuk dialoog en best scherp ook. Zoet is het al wel, maar de setting is best leuk dus storen doet het nog niet,
Dat wordt later wel anders als het plot steeds minder belangrijk wordt, men een paar koppen sterke espresso achterover heeft geslagen en opeens vreselijk veel zin krijgt om te dansen, in de regen nog wel. Wie verzint zoiets belachelijks!
Al dat getapdans, gedraai en geforceerde gegrijns, ik werd er een beetje draaierig van. Misselijk ook. Draaierig van al de chaos, drukte en positieve energie, misselijk van de positieve attitude, die iedereen zo nodig moest hebben. Plastic is een groot woord, maar ja, toch wel een beetje.
Had hier hoe dan ook veel minder van verwacht. Een aardig uitgangspunt, scherpe dialogen en de snelheid waarmee het geheel voorbij trekt zorgden ervoor dat ik me niet heb verveeld en er heel soms iets op mijn gezicht verscheen dat leek op een grijns, maar niet zo'n geforceerde hoor.


Erg drukke, vermoeiende musical, waar geen eind aan lijkt te komen. Hier is duidelijk het verschil te zien, met of je een cd-tje opzet met die nummers of dat je ze in de film ziet. Het kan ook aan het thema liggen, the roaring twenties en de overgang van stomme naar geluidsfilm. En het kan aan de manier van dansen liggen.
Erg mooie liedjes wel en veel. Bijna allemaal van oorsprong uit de jaren '30. En een film vol glamour gemaakt, maar niet opvallend anders. Reynolds ging wel, hoewel ik haar in andere films nu leuker heb gezien. Hetzelfde geldt voor O'Connor, die al een tijd bezig was. Reynolds heeft leren dansen door Astaire lees ik. Eén van de succesvolste musicals van MGM, geloof ik wel. Staat zelfs in de toplijst van IMDb. Hoop informatie over deze film geschreven. Dat kan ook een rol spelen. Lees zelf even na. Ben ook niet (meer) zo fan van Kelly. Ik hou het maar op. 2.0.
Dit is de derde film die ik zie in mijn filmmarathon van 1950-2015.
Wat een mooie vrouwen in die tijd ook. Ik begin langzamerhand te wennen aan het oude cultuurtje, de entourage, de decors en de knappe manier van entertainen.
Veel lof ook voor de acteur die Cosmo vertolkt, wat een alleskunner.
Tegen de rand van perfectie aan.
Een film die zoveel positiefs uitstraalt. En het werk zeer aanstekelijk.
Een tijd waarin veel acteurs alleskunners waren. Zingen, dansen, acteren. Gene Kelly is echt zo'n boegbeeld voor dat tijdperk. Maar ook O'Connor en Reynolds zijn zeer goed op dreef. Ze laten alles er zo makkelijk uitzien. In veel films waarin choreografie een grote rol speelt, zie je de acteurs erg vaak nadenken over de pasjes. Hier komt het zo naturel over dat je haast zou denken dat ze het op het moment bedenken. Erg fijn om te zien.
Visueel is het erg druk. Veel kleuren die vaak ook wat enhanced overkomen om een wat vreemde en gemaakte sfeer over te brengen. Past helemaal in het punt dat de film wil maken waarin nogal vaak een sneer naar Hollywood wordt gemaakt. De satire werkt erg goed. Daarnaast staat de film bol van de leuke momenten. Ik heb werkelijk de gehele film met een big smile zitten kijken. Gewoon genieten.
De film draait verder natuurlijk om de liedjes/muziek en de dans. De liedjes, waarvan iedereen er wel 1 of 2 kent, zijn allen erg leuk en mooi gedaan. Een hoogtepunt was toch wel de surrealistische scene richting het einde, waarin Kelly al zijn kunnen in stopt. Gek genoeg is een ander toppunt voor mij niet een van de bekendere scenes/liedjes. Vond toch wel dat er in die bepaalde scene de kracht van de film schuilgaat. En dat is de fijne relatie tussen Don en Kathy. En dat is de "You Were Ment for Me" scene. Erg mooi gedaan. Ook de dans is erg fijn om te zien. Zeker ook hoe de interactie met props en de sets/omgevingen verloopt.
Singin in the Rain was eigenlijk alles wat ik niet had verwacht. Een saaie, oubollige musical. Wat ik kreeg was zoveel meer dan dat. Ik denk dat deze bij nog wel wat kan groeien en sluit een hoogste waardering in de toekomst zeker niet uit als deze mij zo kan blijven vermaken.
Verder moet het je echt liggen, want ik werd het al snel zat. Ondanks dat de film niet echt langzaam is, voelde het toch als een lange zit.
De ster van de film is echter Jean Hagen, die terecht genomineerd werd voor een Oscar. Zij heeft de beste scenes, en het uitgangspunt (ster van de stomme film heeft een afgrijselijke stem) is uitstekend uitgewerkt.
Eigenlijk weinig op de film aan te merken, hooguit dat er een vreemde cut zit in de dansscene met Cyd Charisse- terwijl de rest van de film zo vloeiend is ge-edit. En sommige liedjes duren net even te lang. Maar het zijn details, dikke 4 sterren.
Als ik puur naar het verhaal kijk, dan is de film ook heel behoorlijk, met een prima plot over de opkomst van films met geluid in de jaren 20. Wel apart dat de liedjes op zich niet echt in dienst van het verhaal staan, maar het als geheel wel goed passend maken. Het is overigens toeval dat ik de film zo enkele dagen na de dood van hoofdrolspeelster Debbie Reynolds bekijk, want ik was sowieso van plan de film eind het jaar te bekijken. Dat is me wel een tragisch verhaal, eerst haar dochter Carrie Fisher dood en uit verdriet sterft ze zelf ook. Tragisch, anderzijds wel weer mooi dat je zoveel liefde voor je kind hebt. Ze heeft in Singin' in the rail ieder geval een hele sterke rol neergezet.
3,5*
Het verhaal is lekker meta (een film over een film die ook nog eens over film gaat en laat zien dat in de film zelfs de acteur nep kan zijn c.q. gespeeld kan worden door een ander), de dialogen en de humor leuk en gevat en zelfs de liedjes zijn leuk.
Kortom, 103 minuten non stop top-entertainment!
Prachtig verhaal, uitstekend scenario en voortreffelijke vertolkingen, o.a. van de onlangs overleden Debbie Reynolds.
De film verveeld geen seconde, mede door de prachtige muziek, zelfs wie de film niet heeft gezien, wie kent de scène in de regen van Gene Kelly niet ?
Warm aanbevolen !!.
Blijft voor mij uiteindelijk de vraag over wat nu de beste musical is? La La Land of dit Singin' in the Rain. Ik ga toch voor de laatste hoewel beide films van mij de hoogste waardering hebben gekregen.
Waardering: 5,0* na herziening.
Schitterende musical klassieker. De energie, plezier en positiviteit straalt van Singin' in the Rain af. Vooral de energie van de acteurs valt op. Dat zie je tegenwoordig niet meer. Kelly, O'Connor (held) en Reynolds dansen, rennen en vliegen over het scherm alsof het niets is.
De film staat bekend om een aantal iconische scènes en muzieknummers, maar eigenlijk is de gehele film een unieke filmervaring en een feest voor je zintuigen. Spitsvondige en humoristische dialogen waarbij de lach nooit ver weg is, originele danschoreografie, prachtige kleuren en een sterk verhaal over de overgang van de stille film naar het tijdperk van de films met geluid. Kelly en Reynolds vormen het hart van de film, maar ook O'Connor heeft een aantal gedenkwaardige scènes en steelt de show. En vergeet Jean Hagen niet als de slechte en hilarische Lina Lamont. Lachen gegarandeerd. Dit soort films worden er inderdaad weinig meer gemaakt. Met Singin’ in the Rain ligt de lat dan ook erg hoog.
Nu was het dan zover, en ik moet zeggen dat de film prima aansluit op de positieve verwachtingen die zich voor het kijken opdrongen. Singin' in the Rain is meer dan een verzameling aanstekelijke zang-en dansnummers. Was dat alles geweest, dan hadden instant classics als het titelnummer en Make 'em Laugh in combinatie met de sterke choreografieën al een ruime voldoende opgeleverd. Donen en Kelly trakteren echter ook op een prettig tijdsbeeld, waarbinnen met de nodige humor aandacht wordt besteed aan de overgang naar het geluidssysteem (1927). Die context sterkt het scenario, en geeft deze klassieker net even iets extra's in verhouding tot een doorsnee musical.
Toch vond ik het laatste halfuur aanmerkelijk minder, met een soort droomsequentie die wat mij betreft achterwege had mogen blijven en een weinig memorabel Hollywood-einde. Gelukkig hebben Kelly en Reynolds zich tegen die tijd al lang bewezen met hun ongebreidelde enthousiasme.
Misschien wel hét bewijs dat overacting soms ook leuk en functioneel kan zijn.
Ruim 3.5*
Wie denkt aan Singin’ In The Rain ziet waarschijnlijk het beeld voor zich van Gene Kelly die, dol van geluk omdat hij de liefde van zijn leven heeft gevonden, in de stromende regen de titelsong zingt en danst. Mogelijk denk je ook nog aan ‘Good Morning’ , gezongen door Kelly, O’Connor en Reynolds die een spectaculaire dans vol afwisseling, actie en humor afsluiten met een knap staaltje acrobatiek. De meest spectaculaire sequentie is echter ‘The Broadway Melody’, waarin Kelly zich het verhaal inbeeldt van een nieuwe film die hij wil gaan maken. Hij speelt in deze fantasie een jonge, ambitieuze danser die na een flink aantal audities in sneltreinvaart via burlesque, vaudeville en theater een grote ster wordt, maar wiens liefde voor een gangstermeisje [een sensuele Cyd Charisse] hem uiteindelijk noodlottig wordt. Uiteraard is er een happy end in deze briljant geconstrueerde, prachtig ontworpen [qua sets én qua kleding] en perfect uitgevoerde mini-speelfilm, ook al valt de ballet-scène een beetje uit de toon. O’Connor doet absoluut niet onder voor Kelly in de hilarische ‘Fit As A Fiddle’-skit aan het begin van de film en hun gezamenlijke dans bij de spraakcoach die training geeft in de vorm van tongbrekers als ‘Sinful Caesar sipped his snifter, seized his knees and sneezed’. Indrukwekkend is ook een flitsende montage van enkele van de beroemdste musicalliedjes uit de pioniersdagen van deze kunstvorm, waaronder ‘The Wedding Of The Painted Doll’ en ‘Beautiful Girl’. Hoe vaker je dit ziet, hoe meer het je opvalt dat elk detail tot in de puntjes is uitgewerkt. Maar Singin’ In The Rain heeft zijn legendarische status evenzo te danken aan de onvergetelijke Jean Hagen, die een sleutelrol speelt in het prachtige scenario dat op liefdevolle wijze terugkijkt naar de tijden van de zwijgende film en een milde satire is op Hollywood ten tijde van de overgang naar geluidsfilms.
Don Lockwood [Gene Kelly] en Lina Lamont [Jean Hagen] zijn filmsterren die zoveel succes hebben met hun romantische zwijgende films, dat de publiciteitsmagazine graag het beeld in stand houdt dat ze elkaars geliefden zijn. Maar er ontstaan problemen wanneer Don verliefd wordt op Kathy Selden [Debbie Reynolds] en de filmstudio’s na het succes van The Jazz Singer hals-over-kop overstappen op geluidsfilms... want Lina heeft op zijn zachtst gezegd geen geweldige stem. Na een rampzalige preview lijkt het erop dat het gedaan is met Lockwood en Lamont, maar een briljant idee van Cosmo Brown [Donald O’Connor] geeft hoop dat de film toch nog valt te redden! Hagen steelt de show wanneer ze in beeld is, maar ook de kleinere rolletjes, zoals die van Kathleen Freeman als Lina’s spraakcoach en Robert Fortier als de op George Raft gebaseerde gangster in de ‘Broadway Melody’-sequentie, komen helemaal tot hun recht.
Ik was wel minder weg van Kathy dan ik waarschijnlijk zou moeten zijn. Ik vond dat ze Lina een beetje hadden genaaid. Zij kon er ook niks aan doen dat d'r stem zo lelijk is en dat ze dan achter haar rug om haar stem gaan lopen inspreken, ik zou ook boos worden. Terecht. Dus eigenlijk vond ik ze maar pestkoppen. Ja, ze had er uiteindelijk anders mee kunnen omgaan maar ze moest ook d'r eigen carrière redden en Kathy had het ook wel kunnen zien aankomen dat iedereen haar stem voortaan met Lina zou associëren.
Voor mij waren Jean Hagen & Gene Kelly de sterren van de show. Debbie Reynolds was leuk aan het begin, maar daarna weer wat minder.
Het is een eerbetoon aan het genre, met liedjes die bijna allemaal gerecycleerd zijn uit een oudere MGM-musical. Aangezien het een musical is over het maken van een musical, viel zowat elk liedje erin te passen. Het is vooral de uitvoering die ze bijzonder maakt: de virtuoze danspasjes en de choreografie. Gene Kelly is acrobatischer dan z'n voorgangers en combineert tapdansen met allerlei sprongen en buitelingen. In de musical-in-de-musical Broadway Melody zien we een snelle opeenvolging van overdadige decors en kostuums, met de wulpse en technisch zeer goed dansende Cyd Charisse.
Twee onmisbare ingrediënten zijn humor en romantiek. Donald O'Connor zorgt voor de humor, door z'n viool tussen z'n knieën te bespelen en met z'n halsbrekende toeren in het knotsgekke Make 'Em Laugh, waarin hij een straat op loopt die als trompe-l'oeuil op de muur geschilderd is. Debbie Reynolds zorgt voor de romantiek.
De draak wordt gestoken met de Hollywoodcultuur met z'n roddelblaadjes en met de tegenstelling highbrow-lowbrow. Het speelt zich af ten tijde van de overgang naar talkies, met alle bijkomende moeilijkheden. Jean Hagen heeft een ondankbare rol als het domme blondje met de enerverende stem, maar wanneer ze zogenaamd staat te playbacken voor dat gordijn, horen we eigenlijk haar eigen, goede zangstem. Het verhaaltje is goed uitgewerkt, maar is vooral de rode draad waarin een opeenvolging van memorable tussendoortjes opgehangen wordt, met als boodschap: blijven lachen, ook wanneer het regent.