
The Spiral Staircase (1946)
Alternatieve titel: De Wenteltrap
Verenigde Staten
Drama / Film noir
83 minuten
geregisseerd door Robert Siodmak
met Dorothy McGuire, George Brent en Ethel Barrymore
Een vrouw die in een landhuis werkzaam is wordt gewaarschuwd voor een maniak die mensen met handicaps vermoordt. Als ze niet op tijd vertrekt is het te laat. Het lijkt er namelijk op dat de man is binnengedrongen en op de loer ligt.
Trailer
https://www.youtube.com/watch?v=PkrCauHOGlE
Wanneer je deze, als ook andere ingevoegde media op de site wilt zien, dan moet je hier even toestemming voor geven.
Met het tonen hiervan wordt er mogelijk door een andere partij cookies geplaatst en/of wordt je ip-adres geregistreerd, zonder dat MovieMeter hier invloed op heeft. Lees ons privacybeleid voor meer informatie over hoe MovieMeter met je privacy omgaat.
Links
Zoek naar deze film op dvd/blu-ray op AmazonIMDb (7,4 / 9013)trailer (YouTube)boek (BoekMeter)Tussen met name 1945 en 1950 draaien veel films om de 'dark side'. De donkere kant van de samenleving (met name 'film noir') en de donkere kant van een individu. Bij dit laatste is er sprake van een opvallende rol voor Freuds psycho-analyse, die in deze periode eindelijk gemeengoed was geworden (wellicht omdat men de onwaarschijnlijke/onvoorstelbare zaken in die tijd wilde verklaren. Hoe was het in godsnaam mogelijk dat een gestoord iemand de hele wereld in een oorlog kon storten?).
In deze en andere films wordt getracht antwoorden te geven op de individuele acties, daarbij is veel aandacht voor gepsychologiseer en 'traumdeutung'. De meest aansprekende film hiervan is Spellbound van Hitchcock, waarbij Freud de eigenlijke hoofdpersoon is en een werkelijke prachtig gefilmde (en door Dali bedachte en vormgegeven) droomsequentie het hoogtepunt van de film is.
In The Spiral Staircase kan Dorothy McGuire niet praten sinds ze haar ouders in een brand zag omkomen (film begint dat ze zit te kijken naar een stomme film!). Haar geliefde is een dokter (bijna psycholoog) die de blokkade probeert te doorbreken. En dan loopt er ook nog een moordenaar rond die mensen afmaakt omdat ze imperfect zijn, niet vanwege geld, afgunst, een erfenis, om maar wat op te noemen.
De eerste minuten van de Spiral Staircase zijn werkelijk prachtig, zeg maar Hitchcock op zijn best. Er wordt schitterend gewerkt met licht en schaduwen. Met name de wurgscenes zijn subliem in beeld gebracht (met een prachtige choreografie van de handen). Er wordt iets te aangezet geacteerd (daardoor wat gedateerd), waardoor de film noir in dezelfde periode met zijn moraalloze eigentijdse toon vaak beter te pruimen is. Desalniettemin er valt afgezien daarvan nog genoeg heel goed te pruimen.
Naast Fritz Lang, was Robert Siodmak van grote invloed op de hele Noir stijl van de jaren '40. En dat is in The Spiral Staircase goed te zien. Hij gebruikt hier de schaduwen op efficiënte wijze en weet zo een sfeer te creëren die je naar de keel grijpt. Ook de setting werkt uitermate goed.
4*

Dikke 3,5*.
Het sterkste punt van de film is de setting. Een oud landhuis, ingesloten in het onweer en de constante regen. Het landhuis is bevolkt door verschillende karakters met elk een eigen achtergrond. Wat mij betreft zijn de karakters wel iets teveel karikaturen, maar dat zie je wel vaker bij films uit deze periode.
De locatie op zich is al genoeg om een horror scenario in te bedenken, nu het plot nog een beetje aankleden en vooral veel met schaduwen en onweer werken en je hebt een geslaagde thriller die zo van Hitchcock himself had kunnen zijn.
Het midden gedeelte is weliswaar een beetje trager maar daar hebben meer films van deze tijdsperiode last van, de speelduur van 1 uur en 20 minuten was daarom ook lang genoeg.
The Spiral Staircase is niet een hele bijzondere film maar ik hou wel van oude thrillers en horror films die in een eng groot huis zijn gefilmd.

Sfeer verkies ik nog altijd boven de special effects waar veel films het vandaag de dag van moeten hebben.
3,5*

Het hele huishouden in dat landhuis is in rep en roer door een seriemoordenaar die het de laatste tijd gemunt heeft op gehandicapten. De jonge Helen kan niet praten en iedereen is bang dat zij het volgende slachtoffer wordt. De rest laat zich wel min of meer raden, maar dat deert niet. Het is hoe dan ook een erg geslaagde film noir.
De plot is verder niet zo heel spectaculair maar de film voelt door een aantal innovatieve scenes niet verouderd aan. Qua acteerwerk viel vooral Ethal Barrymore positief op.
Kleine klassieker die de tand des tijds goed heeft doorstaan.
Goed.
Maar dat ik me tijdens het kijken voortdurend dingen zat af te vragen, dat is geen goed teken.
1. Als ik niet zou kunnen spreken, zou ik ervoor zorgen te allen tijde schriftelijk te kunnen reageren, met een leitje om mijn nek, in plaats van maar domweg tegen me aan te laten lullen. Dat ze niet van zich af lijkt te bijten maakt Helen niet toegankelijker...
2. Wanneer Helen erop uit wordt gestuurd om Blanche te zoeken, kijkt ze eerst in dier kamer om direct daarna - en zonder een zweem van angst! - doelbewust af te dalen in die nare kelder, terwijl ze intussen geen enkele reden heeft om aan te nemen dat Blanche daar nog zou zijn: die ging er een hele tijd eerder alleen naar toe om een koffer te halen...
3. De scène waarin Helen wanhopig probeert de aandacht te trekken van de politieman die net aan de deur was, is weliswaar een dramatisch hoogtepuntje, maar niet logisch. Waarom ging de politieman in vredesnaam door dat ellendige noodweer, alleen maar om te melden dat dokter Parry had afgezegd. Ik zou hebben opgebeld...
4. Als Helen dan eindelijk besluit te schrijven wat ze te zeggen heeft, begint ze in het schrijfblok links onderaan op de bladzijde. Een curieuze vorm van motorische debiliteit waarvoor we verder in de film geen enkele bevestiging vinden...
Wat ik dan wel weer slim gedaan vind is dat de blonde kop en lichte kleding van Steve Warren zo tegen de rest en de sfeer afsteken dat ze niet lijken te passen en je vanzelf een wantrouwen jegens hem voelt...
Al met al en niettemin toch een mooie 7 voor deze onderhoudende productie. (Dat ik bij mijn eerste confrontatie met de dader ook meteen het onbestemde gevoel had dat hij 'het gedaan' had maakt me minder uit. Ik wist toen immers nog niet dat ik gelijk zou krijgen.)
En daarnaast is er natuurlijk ook nog een script dat zich ontplooit in de vorm van een suspensevolle whodunit met een flinke snuif Freud (aangaande het verleden van Mcguire). In haar stomme rol moet Dorothy Mcguire het hebben van een meer expressionistische acteerstijl, waarnaar ook letterlijk gerefereerd wordt met de silent movie vertoning in de openingsscene. Overtuigende rollen van de rest van het pak - George Brent, Ethel Barrymore, Kent Smith en Gordon Oliver als de narcistische stiefbroer) - waarbij de performance van Rhonda Fleming toch net een extraatje star quality aan de film geeft.
Verder ook nog een eervolle vermelding voor de muziekscore van Roy Webb. Let op het gebruik van de theremin bij het moordenaarsmotief, waarmee Webb op de kar sprong van Miklos Rozsa. Die had als pionier eerder dit bijzondere instrument gearrangeerd in zijn scores voor Spellbound en The Lost Weekend. De theremin geeft een wacky sound die perfect past bij het idee van de moordenaar.
Slotbedenking. Misschien heb ik deze film vooral bekeken vanuit bewondering voor de visuele hoogstandjes, eerder dan vanuit een empathie voor de lotgevallen van Dorothy Mcguire. Maar dat houdt me niet tegen om deze film hoog te waarderen.
Het landhuis in Vermont is een Hollywoodset met een gotisch karakter. In 1906 is het nog aannemelijk dat er alleen kaarslicht was. De belichting zorgt voor een griezelige sfeer, met donkere kamers, lichtcontrasten, silhouetten en de schaduw van trapstijlen. Het huis kan symbolistisch geïnterpreteerd worden als een persoon, met Mrs. Warren als het geweten op de bovenste verdieping, en de kelder als het onderbewustzijn met verdrongen angsten.
De wenteltrap bood gelegenheid voor spannende scènes waarin iemand met een kandelaar naar boven of beneden stapt, en voor een afwisseling tussen vogel- en kikvorsperspectief. De waarneming van de moordenaar wordt soms weergegeven. Het oog en de hand in de close-ups zijn die van regisseur Robert Siodmak. Helen is te zien als reflectie in een spiegel en in het kwade oog. Eén keer zit er een vlek op de plaats van haar mond. Ze heeft ook een dagdroom die overgaat in een nachtmerrie.
Geluidseffecten van onweer en dichtslaande deuren dragen bij aan de angstige sfeer. Roy Webb schreef symfonische achtergrondmuziek. Voor de scènes waarin de moordenaar toeslaat, gebruikte hij een theremin, een vroeg elektronisch instrument met een spookachtige klank. Het is een sfeervol, zorgvuldig opgebouwd misdaadverhaal over een kwetsbare vrouw met wie je gemakkelijk mee kunt leven.