
Night of the Demon (1957)
Alternatieve titels: Curse of the Demon | Haunted
Verenigd Koninkrijk
Horror
95 minuten
geregisseerd door Jacques Tourneur
met Dana Andrews, Peggy Cummins en Niall MacGinnis
Een Amerikaanse professor onderzoekt een mysterieuze, duivelaanbiddende sekte in Engeland. Het schijnt dat zij verantwoordelijk zijn voor enkele moorden die de afgelopen maanden hebben plaatsgevonden. Wanneer de professor op het spoor komt van de sekteleider, verstopt deze een aantal onheilspellende documenten tussen de professor zijn papieren.
TRAILER
https://www.youtube.com/watch?v=hCkufu8mc3Q
Wanneer je deze, als ook andere ingevoegde media op de site wilt zien, dan moet je hier even toestemming voor geven.
Met het tonen hiervan wordt er mogelijk door een andere partij cookies geplaatst en/of wordt je ip-adres geregistreerd, zonder dat MovieMeter hier invloed op heeft. Lees ons privacybeleid voor meer informatie over hoe MovieMeter met je privacy omgaat.
Het plot komt me trouwens heel bekend voor. Toevallig lees ik momenteel een boek met een plot dat er verdacht veel op lijkt.
Leuke filmposter trouwens. Tegelijk erg mooi en erg knullig.
Het verhaal is interessant en de verhaalopbouw is prima, en werkt goed toe naar een aardig einde. De film bevat een paar goede schrikmomenten maar is wel erg gedateerd wat betreft de special-effects. Om de scenes met de Demoon en de inbreek-scene met de kat, vooral die laatste scene, lag ik gewoon in een deuk.
Maar de knullige special-effects is het enige minpunt wat ik zou kunnen noemen aan de film. Verder is het gewoon een degelijke en zeer vermakelijke horrorklassieker. Hij is niet echt eng te noemen voor hedendaagse begrippen, maar in 1957 moet het een echt enge film zijn geweest.
3.5*

Toen ik hem de eerste keer zag - in 1972 op TV - was ik ontgoocheld. Maar ik heb hem ondertussen al een paar keer opnieuw bekeken en die oubollige zwart-wit prent kreeg me toch steeds meer in zijn greep.
Als je oog hebt voor het script en de vertolkingen en het zwakke punt van een paar gedateerde special effects achterwege laat is dit echt een klassieker. De versie "Night of the Demon" is aanzienlijk korter. Gelukkig bevat de Regio1 DVD release beide versies (en ondertitels)
http://www.axelmusic.com/productDetails/043396078604

Wat een tijd om deze film uit te zenden. In de U.K. mag het dan nog een uur vroeger zijn, maar dit is wel bizar! Ik ga deze film hoe dan ook kijken, want de laatste keer dat ik deze film zag was ik diep onder de indruk. Zo maken ze ze tegenwoordig niet meer. Het monster had voor velen niet in beeld hoeven komen, maar was toch behoorlijk effectief.

Dit oude griezelwerkje omtrent zwarte magie kent een stijlvolle visuele vormgeving en genoeg sfeer. Het is knap hoe de film de tand des tijds zo goed heeft doorstaan, want ondanks de gedateerde SFX blijft de film spannend. Met dank aan MacGinnis.
Zeer goed.
Must see
Dankzij Tourneur ademt de film ook sfeer uit dankzij enkele heerlijke zwart-witbeelden (bv. het eerste shot van de auto die richting Karswell's huis rijdt).
Ouderwets griezelen, en daarom een kleine 3,5*
3,5*
Want wat wil je ook met zo'n verhaal. Werkelijk een ratjetoe aan horrorclichés komt voorbij: een duivelse professor, een seance, hypnose, bijgelovige dorpelingen en uiteraard de almachtige demon. Op zich best leuk, maar de eindeloze dialogen over al die occulte onderwerpen doen wat mij betreft flink afbreuk aan de sfeer. De personages zijn al even karikaturaal: de hoofdpersoon is overdreven sceptisch, zijn vriendin juist vreselijk bijgelovig. Om nog maar te zwijgen over die Indiër of de moeder van de duivelse professor. Over de achterhaalde effecten zal ik maar niet beginnen, dat weet je van te voren.
Daarom kom ik tot een voor mij zeldzame conclusie: deze film had beter gekund, ook in die tijd. De zwart-wit cinematografie is namelijk helemaal niet verkeerd en hier en daar zijn best mooie shots te zien. Helaas doen het eindeloze occulte geleuter en de suffe typetjes de film de das om. Ik beschouw Night of the Demon dan ook vooral als historisch horrordocument uit de jaren '50; interessant om een keer gezien te hebben, maar meer ook niet. 3***
Eind jaren 80 zag ik deze film voor het eerst. Het kan niet later zijn geweest, want in 1989 verhuisde ik uit het huis waarin ik deze film zag, en het kan ook niet eerder zijn geweest, want ik herinner me nog dat ik rechtop ging zitten toen ik de kreet van het medium Mr Meek (Reginald Beckwith) "It's in the trees! It's coming!" uit het titelnummer van Kate Bush's album Hounds of love uit 1985 herkende.
Maar wat was dat een teleurstelling: ik ging er toch een beetje van uit dat dit een ècht enge film zou zijn, met schrikeffecten en spookachtige verschijningen die me nog ècht angst zouden aanjagen – hetgeen helaas niet echt meer haalbaar is voor films van een dergelijke ouderdom, zoals me later duidelijk is geworden. (Nóg later werd me duidelijk dat er op die regel toch wel degelijk een paar uitzonderingen zijn, zoals bijvoorbeeld The haunting van Robert Wise uit 1963, maar dit terzijde.)
Ruim twintig jaar later was deze opnieuw op televisie, en omdat mijn smaak sindsdien toch wel behoorlijk veranderd is (en de invloed van Halliwell eigenlijk alleen maar groter is geworden) besloot ik de film een tweede kans te geven. Nu echter begreep ik dat dit het soort film was waarbij ik de plot (en de schrikmomenten) als ondergeschikt aan de sfeer, de setting, de "mood" moet beschouwen.
Essentieel voor het creëren van die sfeer zijn de fraaie zwart-wit-opnames. Let alleen al op dat begin, met de nog altijd imponerende mysterieuze Stonehenge-rotsblokken tegen die door de zwart-wit-fotografie zo onbegrijpelijk witte lucht, gevolgd door het sfeervolle middernachtelijke bos met de door de koplampen van de auto spookachtig-wit verlichte takken en stammen, contrasterend met de weelderig en warm ingerichte woonkamer waar Dr Karswell en zijn moeder zitten te kaarten… Zo brengt elk decor zijn eigen sfeer in: Holdens hotelkamer is eenvoudig maar ook warm en uitnodigend (zeker in contrast met de nachtelijke stad die we door de ramen zien), het British Museum is statig en uitnodigend, het Engelse platteland is warm en koesterend, en de romantische dinerzaal van Joanna wordt na verloop van tijd spookachtig of misschien door dat flakkerende haardvuur wel romantisch èn spookachtig tegelijkertijd. (Overigens vraag ik me af hoe Joanna zich haar stulpje kan veroorloven op het salaris van een “kindergarten teacher”. Of zat haar oom er warmpjes bij en heeft hij haar af en toe wat geld toegestopt?)
Dan weer het platteland, nu niet dat van het weelderige Lufford Hall maar een woestenij met de ongastvrije boerderij van de Hobarts, en daarna de sobere huiskamer van de rijtjeswoning waar de séance wordt gehouden… En dan de fraaie tocht van Holden door het bos – op de heenweg naar Lufford Hall nog gewoon een nachtelijke verzameling bomen, op de terugweg naar de auto een ontoegankelijke massa kreupelhout, struikgewas en laaghangende takken. Na het koude politiebureau vol ongeloof weer de vriendelijke hotelkamer met een lekker ontbijt in de ochtendzon… de schokkende zelfmoord van Rand Hobart in het klinische vergaderzaaltje… en tenslotte het briljante kat-en-muis-spel in de trein, met Karswell die begint als kat maar eindigt als muis, culminerend in het inzoomen op zijn gezicht wanneer hij zich realiseert dat Holden er in geslaagd is om het stuk perkament met de vloek aan hem terug te geven. Fantastische rol van Niall MacGinnis, met zijn uiterlijk (baardje, hoog voorhoofd, verveelde minzaamheid, prachtige stem) waar je al bijna de horentjes uit ziet groeien – hij slaagt erin om zelfs met een rode neus en een clownsgezicht nog eng te zijn, zelfs nog enger doordat hij dus kennelijk zelfs zonder enig uiterlijk vertoon nog indruk kan maken.
Maar centraal staat hier toch Dana Andrews. Halliwell signaleert zeer juist dat hij op middelbare leeftijd (hij is hier 48 jaar) enigszins harde en onbeweeglijke gelaatstrekken heeft gekregen, maar als sceptische wetenschapper c.q. ongelovige Thomas is hij hier toch zeer effectief. Naast hem glanst Peggy Cummins als de uiterlijk iet of wat hooghartige Joanna Harrington; of ze kan acteren weet ik niet, maar adembenemend mooi is ze zéker (met een vage echo van Tippi Hedren).
Al deze elementen –de beelden, het aantrekken of juist afstoten van de al dan niet "warme" lokaties, de vertolkingen van de akteurs, het beperkte en effectieve gebruik van muziek (en van het thema van de demon en het bijbehorende "roestig-piepende" geluid)– dragen bij aan de impact van een film die ik meer onderga als een beklemmende sfeerschets dan als een volbloed (maar inmiddels qua gruwel achterhaalde) horrorfilm. En tegenover die kwaliteiten kan ik de evidente minpunten gemakkelijk door de vingers zien: het feit dat de Indiase professor Kumar wordt gespeeld door een zeer Engelse akteur (maar zelfs bijna dertig jaar liet David Lean Alec Guinness nog iets gelijksoortigs doen in A passage to India), het pseudo-schilderachtig-rustieke Engels van de Hobarts (“Sit you.” – “We know what it were!” – “What be it to us what they want?”) en later van het medium ("Bonnie weather we're havin'!"), de slechte achtergrondprojectie als Andrews en Cummins na de afgebroken séance door de nachtelijke straten van Londen rijden (en wat moet die auto slingeren als je ziet hoe Cummins steeds maar aan het stuur zit te draaien!), en natuurlijk de demon bij de dood van Professor Harrington – niet erg overtuigend, zeker niet in close-up (maar ingevoegd op last van de studio, en voor het niet erg verwende bioscooppubliek van 1957 vermoedelijk nog behoorlijk eng).
Lees ik teveel in deze film? Mogelijk. De staat van dienst van de regisseur (onder meer drie klassieke horrorfilms voor Val Lewton [1942-3] en de ultieme film noir Out of the past [1947]) geeft echter aan dat het geen toeval zou zijn als deze film nog altijd indruk maakt.
... en natuurlijk de demon bij de dood van Professor Harrington – niet erg overtuigend, zeker niet in close-up (maar ingevoegd op last van de studio, en voor het niet erg verwende bioscooppubliek van 1957 vermoedelijk nog behoorlijk eng).......
Dat is inderdaad een hele irritante. Ze hadden het beter bij de vage tekening en de vurige voetstappen kunnen houden, de rest aan de fantasie van de kijker overlatend. Daarmee was de film (nog) een slag stijlvoller geweest.
Voor de rest een fraai uitgevoerde Engelse klassieker op dit punt, met de daarbij behorende schrikmomenten.
En alsjeblieft geen remake.
Toch ook de andere Tourneur-klassiekers maar eens uit de kast halen binnenkort.
3*
Overigens vraag ik me af hoe Joanna zich haar stulpje kan veroorloven op het salaris van een “kindergarten teacher”. Of zat haar oom er warmpjes bij en heeft hij haar af en toe wat geld toegestopt?
Desondanks kent de film (los van de sfx) gelukkig heel veel onheilspellende sfeer. Veel daarvan ontstaat dankzij mooie shots en scènes die het zwart-wit aspect goed benutten. Een achtervolging in een bos, een woningbraak en een séance springen er uit en ademen dankzij het spel met schaduw en licht een verrukkelijke sinistere sfeer. Prachtscènes zijn het. Heerlijk suggestief. En dan blijkt maar weer eens dat opzichtige sfx soms overbodig zijn en voor verkeerde afleiding zorgen.
Door het weinige gebruik van sfx moeten verhaal, dialoog en acteerkunsten op peil zijn. Wat mij betreft waren ze dat ook. Wel is er een klein irritatiepuntje betreffende de acteurs. Zij overdrijven hun gebaartjes nogal. Misschien is de reden dat acteurs in die jaren theatrale gebaren moesten maken omdat het publiek anders bepaalde details zou ontgaan. Opvallend is het wel.
Het verhaal is spannend. Een mysterie rondom een gekke sekteleider wordt op een meeslepende manier verteld. Hier en daar een tikkeltje onlogisch, maar wel steeds met redelijke vaart. Vooral de snelheid waarmee het verhaal verglijdt viel me mee. Zelfs de vele dialogen voelden niet saai of vertragend aan.
Prachtige score ook. Heerlijk bombastische aanzetten bij de spannende scènes en spannende uitsmijters.
Fijne film. Smaakt naar meer uit deze periode.
Klasse-klassieker.
Dit oude griezelwerkje omtrent zwarte magie kent een stijlvolle visuele vormgeving en genoeg sfeer. Het is knap hoe de film de tand des tijds zo goed heeft doorstaan, want ondanks de gedateerde SFX blijft de film spannend. Met dank aan MacGinnis.
Zeer goed.
In ieder geval nog één klassiek meesterwerkje herkijken in de oktobermaand. Overall al fantastisch met cynische Dana Andrews, die naar de UK gaat om te bewijzen dat al dat bovennatuurlijke gedoe allemaal onzin is en het daardoor aan de stok krijgt met Dr. Karswell die hem voorspelt dat Andrews binnen drie dagen om 22:00 precies zal sterven. Climax katapulteert de film naar de meesterwerk-status.
Dana Andrews said Prunes gave him the runes
And passing them used lots of skills