Nou, niet kunnen ontvluchten ... Wade zou het kunnen, maar hij laat op zich afkomen.
"Ik heb tandpijn", mompelt Wade al vijf minuten ver in de film. Wat doet een doordeweeks mens? Hij gaat naar een tandarts, hij ... niet. Wade wacht tot wanneer hij de pijn niet meer kan verdragen, en sloopt de tand eruit op een radicale wijze.
Mijn idee was: "Komaan, jongen, je had vroeger voor die kies kunnen zoeken"
En wat een opgekropte frustratie zit er in Wade
"Ik ken niet zo dom als ik eruit zie", antwoordt hij tegen zijn advocaat ... die hem suggereert allerhande onfrisse praktijken te ondernemen teneinde zijn dochter te recupereren ... En door akkoord te gaan met de handelswijze van de advocaat bewijst hij net het tegenovergestelde: dat hij zijn ratio op momenten volstrekt uitschakeld.
Wade is niet geïntresseerd in de moordzaak an sich, hij ziet enkel een opportuniteit om de rotzak in de BMW (die hem quasi omverreed aan de schoolpoort) een lesje te leren.
Zoals zijn broer (personage van William Dafoe) zei: "Hij laat zich nogal leiden door z'n emotionaliteit" - maar dan vraag ik me af:
als de broer dat weet, waarom schenkt hij hem dan brandstof voor zijn complottheorieën? Mocht je niet beter weten, zou ik denken: hij wil van z'n broer af. Hij speculeert op het feit dat Wade zich danig laat meeslepen in die zaak dat hem uiteindelijk fataal wordt. Op die manier is het personage van Dafoe eindelijk verlost van die ellenlange telefonerende broer met z'n steeds terugkerende sores ...
Een uiterst sterke karakterschets ... maar ja, het is dan ook Paul Schrader
