Een wanhopig leven is het in het stadje Mortville, waar koningin Carlotta boosaardig de scepter zwaait. De onderdanen hebben iets vreselijks op hun geweten en worden daarvoor gestraft, totdat ze in opstand tegen hun vorstin komen.
Eerste pre-Polyester-film van John waters die ik zie en het is inderdaad wat bizarder en viezer dan zijn latere werk, al is het met net zoveel humor gemaakt als latere succesnummers als "Hairspray" en "Cry-Baby".
We moeten het dit keer stellen zonder Divine, maar voor de rest is het allemaal lekker overtrokken en campy. En verder zitten we anderhalf uur geboeid en met veel lol te kijken naar het avontuur dat begint als Peggy, net terug uit de psychiatrische kliniek, weer een inzinking krijgt waarbij ze samen met haar huishoudster (de oorspronkelijke Divine-rol?) per ongeluk haar man vermoordt en vlucht naar Mortville, waar Edith Massey als gemene koningin regeert...ik moest wel wat denken aan onze voormalige vorstin.
De Koning van de Wansmaak komt opnieuw met een briljant staaltje smakeloze humor, vol met vertolkingen die net zo bizar zijn als de karakters in deze film. Nadat een volstrekt hysterische huisvrouw [Mink Stole] een 'moordaanslag' van een paar honkballende kinderen heeft overleefd,ervan overtuigd is dat haar 7-jarige dochter zwanger is van haar iets oudere zoontje en haar echtgenoot na een ruzie is vermoord nadat haar dikke huishoudster [Jean Hill] op zijn gezicht is gaan zitten, slaat ze met haar handlanger op de vlucht. Ze komen terecht in een koninkrijk waar Queen Carlotta [Edith Massey] met de scepter zwaait. Verder valt het verhaal niet na te vertellen, maar er is aardig wat vrouwelijk en mannelijk (en niet altijd even functioneel) naakt en thema's als transseksualiteit, zelfmutilatie en seks staan allemaal in dienst van de satirische boodschap rondom vrouwenemancipatie ... of zoiets. Onnavolgbaar, absoluut een typische love-it-or-hate-it-ervaring... maar dat is precies de bedoeling!