'La Fille Inconnue' (2016) heeft op zichzelf een aardige premisse. Een jonge vrouwelijke huisarts (Adèle Haenel) staat op het punt van haar carrière dat ze een praktijk over kan nemen in een triestige Luikse buitenwijk, maar in een moment van professionele distantie weigert Jenny na sluitingstijd de deur te openen voor een cliënt. Het blijkt een kleine gebeurtenis met grote gevolgen, want de dag erna klopt de recherche aan omdat er een lichaam is gevonden. Op de camerabeelden van de praktijk is te zien dat een zwart meisje probeert weg te komen voor een onzichtbare belager. Jenny trekt zich haar eigen rol in het voorval aan en ziet opeens overal hoe de levens van haar patiënten worden geraakt door onthechting en het falen van instituties. Maar kan ze als individu iets beginnen tegen sociale misstanden, of moet ze daarvoor over haar eigen grenzen gaan? En wie is er verantwoordelijk voor de dood van een illegale minderjarige die niemand meer had om op terug te vallen?
Soms valt een acteur of actrice met ervaring uit de toon in een setting waarin ze worden geplaatst tegenover niet-acteurs. Het valt simpelweg meer op dat zij acteren en hun tegenspelers minder reikwijdte hebben, terwijl dat contrast breekt met een gevoel van rauwheid of authenticiteit. In 'La Fille Inconnue' (2016) werkt het wonderwel dat het personage van Adèle Haenel op verschillende manieren uit de toon valt. Jenny schippert als pas afgestudeerde arts tussen boekenwijsheid en praktijkervaring, die haar rol als autoriteit nog niet heeft gevonden of wanneer ze empathisch moet meedenken met haar patiënten. Ook is ze iemand uit een bepaald milieu met andere kansen en mogelijkheden dan de meeste van haar patiënten, wiens mistroostige levensomstandigheden niet de hare hoeven zijn. Haenel zet met subtiel en ingetogen acteerwerk een gelaagde vrouwenfiguur neer, die zo graag wat wil betekenen voor een groep mensen waar ze zelf moeilijk aansluiting tot vindt.
Waar de Dardennes wat mij betreft de plank misslaan is dat ze de zoektocht naar het verdwenen meisje expliciet op de voorgrond plaatsen. Te vaak bekruipt het gevoel dat ze voor de clichématige gemeenplaats gaan dat een niet-rechercheur datgene oppakt wat een politiedienst laat liggen. Of een ander thrillercliché: de zwijgzame gemeenschap waarvan iedereen weet dat er dingen niet helemaal lekker zitten, maar niemand het achterste van zijn of haar tong laat zien. Ik genoot enorm van de momenten waarop Haenel niet veel meer doet dan iemand met een zwakkere gezondheid bijstaan, of wanneer ze met haar sigaret demonstratief uit het raam van haar praktijk staart. Sowieso heb ik het idee dat het concept van zwijgplicht wel erg karikaturaal wordt opgerekt tot iets wat de arts ruimte geeft om te opereren als amateurdetective en de patiënten strafbare feiten mogen bekennen. Het maakt 'La Fille Inconnue' (2016) een wat vergezochte film waar het eigenlijke moordmysterie voelt als een geforceerde stijlbreuk.