In 1974 waren de VS nog de traumatische jaren ’60 aan het verwerken, een decennium waarin één president [JFK] was doodgeschoten, diens opvolger Johnson de controversiële oorlog in Vietnam begon, de geliefde senator en presidentskandidaat Bobby Kennedy en mensenrechtenactivist Martin Luther King waren vermoord en de pas herkozen president Nixon met de Watergate-affaire zijn eigen graf aan het graven was. Het optimisme van begin jaren ’60 was vervangen door een diep ingebed pessimisme, dat gepaard ging met een enorm wantrouwen tegen de autoriteiten en het sterke vermoeden dat de VS onderhevig was aan allerlei samenzweringen. The Parallax View, naar het boek van Loren Singer, speelt in op deze gevoelens.
De film begint in een toren waar een klein gezelschap, inclusief journalist Joseph Frady [Warren Beatty] en zijn collega en ex-vrouw Lee [Paula Prentiss] getuige is van de gruwelijke moord op een senator door één van de obers. De vermoedelijke dader [we zien niet wie het schot lost] vlucht het dak op, verliest in een worsteling met zijn achtervolgers het evenwicht, valt van het dak en komt om het leven. Een politieke aanslag waarbij de dader om het leven komt voor hij verhoord kan worden... hmm, dat klinkt ons bekend in de oren! Maar wij hebben gezien dat er nog een gewapende ober rondloopt die in de chaos weet te ontkomen. Vervolgens horen we de uitspraak van een onderzoekscommissie die met zekerheid concludeert dat de moord een éénmansactie was. En de voorzitter noemt in zijn verklaring het feit dat er veel samenzweringstheorieën de ronde doen. Inderdaad, dat klinkt als The Warren Commission. Kort na de uitspraak staat Lee, aangeslagen en ontredderd, bij Joseph voor de deur in de overtuiging dat ze haar leven niet zeker is. Joseph is bepaald niet onder de indruk, ook al is een flink aantal van de mensen die aanwezig waren bij de aanslag sindsdien bij allerlei ‘ongelukken’ om het leven gekomen. Maar wanneer Lee kort daarna – let op de geniale overgang – omkomt bij een auto-ongeluk, gaat Joseph op onderzoek uit.
Regisseur Alan J Pakula zet de toon in de openingsscène, die ook nu nog direct herinneringen oproept aan de moord op Bobby Kennedy: dit is een film waarin je weet dat het gevaar op de loer ligt, maar niet wanneer die toeslaat. Het is gefilmd als een documentaire, veelal op locatie en er is bijna geen filmmuziek. Een keuze die filmmakers anno nu nooit maken, maar die hier het realisme enorm versterkt en je constant het gevoel geeft dat je in de film zit, dat je er zelf bij bent. Dat is bijzonder effectief in de scène waarin Joseph in een vliegtuig stapt waarvan hij weet dat er een bom aan boord is die elk moment af kan gaan. Om de passagiers te kunnen redden moet hij de bemanning anoniem waarschuwen en zijn pogingen om dat te doen zijn inventief maar voeren ook de spanning tot enorme hoogten op. De scène waarin hij de plaats onderzoekt waar een man bij een middagje vissen is omgekomen, nabij een gigantische dam, is uniek in zijn soort en een typisch geval van ‘zo maken ze die tegenwoordig niet meer’, omdat de makers hier geen CGI tot hun beschikking.hadden. Het is een onvergetelijke scène, net als het moment waarop Joseph, alleen in een enorme zaal, de Parallax-test doet, een waanzinnige montage van beeld en muziek bedoeld als persoonlijkheidstekst. Maar dan is het nog wachten op de ongemeen spannende, schokkende finale waarin Pakula de suspense enorm opbouwt en je als kijker achterlaat in de wetenschap dat je getuige bent geweest van een meesterwerk, een unieke filmervaring die nog lang, heel lang in je hoofd zal blijven rondspoken.