"The shadow of a man can never stand up and walk on its own."
Al lange tijd wilde ik een keer een film van Akira Kurosawa gaan kijken en nu is het er dan eindelijk van gekomen.
Japan in de late Middeleeuwen. Het land wordt geteisterd door een burgeroorlog tussen de drie feodaliteiten. Shingen Takeda, de lijder van de onoverwinnelijke Takeda-clan, sterft aan de gevolgen van een kogelwond. Om aan zijn wens om zijn dood drie jaar lang geheim te houden te voldoen word hij door een dubbelvanger - een zogenaamde Schaduw krijger - vervangen. We volgen de ter dood veroordeelde dief in zijn rol als lijder.
Ik heb de iets kortere internationale versie gezien op Netflix, die door George Lucas van ondertitels is voorzien. Ik weet niet precies wat in de extra 20 minuten van de Japanse versie te zien is, maar ik heb niet het idee dat ik iets heb gemist. Tatsuya Nakadai speelde zowel Shingen als Kagemusha (ik weet niet of er in de openingsscène gebruik is gemaakt van special effects), erg goed gedaan want ik dacht echt dat het ging om twee acteurs die heel erg op elkaar leken. Overigens vond ik het wel moeilijk om personages uit elkaar te houden af en toe (en namen ook). Het acteerwerk leek in mijn ogen af en toe theatraal of over-the-top, maar dit valt waarschijnlijk toe te schrijven aan de Japanse manier van acteren. Het heeft ook wel wat moet ik zeggen. Naar het schijnt is de film vrijwel helemaal historisch correct, zelfs het verloop van de veldslagen.
Kagemusha was toentertijd de duurste Japanse film ooit en de eerste Japanse film die gelijk in het westen werd gedistribueerd. Toen Akira Kurosawa grote moeite had met de financiering van de film kreeg hij hulp van George Lucas en Francis Ford Coppola. Lucas, die zich voor Star Wars enorm had laten inspireren door Kurosawa, gaf hem een deel van de winst die hij gemaakt had. Later zou Lucas zich ook door Kagemusha laten inspireren voor het plot van Star Wars: Episode I - The Phantom Menace. De film werd opgenomen in verschillende locaties verspreid over heel Japan. Volgens George Lucas in een interview werden er meer als 5000 extra's gebruikt tijdens het filmen van de laatste veldslag. Voor de productie werden replica's vervaardigd van uitrustingen en kleding maar er zijn ook geleende museum-stukken gebruikt in de film.
Er is een scene waarin een van de lijders van een vijandige clan te zien is met drie Portugese missionarissen. In de late middeleeuwen waren er meerdere missies in Japan en al vrij snel werd het Christendom populair in de lagere klasse. Omdat de Europese handelaren veel respect hadden voor de missionarissen hadden de Japanse lijders dit ook en boden ze hun hulp bij hun missie. Ook sloten sommige Japanse lijders banden met de Christenen om het Boedisme in hun grondgebied tegen te gaan. Eind 1500 had de Kerk goede hoop om heel Japan binnen enkele jaren bekeerd te hebben. Rond 1600 werd het Christendom echter verboden in Japan en was contact met Europa verboden voor het gewone volk. De handel met de Nederlanders ging echter wel door. Tegenwoordig is ongeveer 1% van Japan Christelijk, voornamelijk de hoogste klasse. Japan heeft al meerdere Christenen met grote politieke titels gehad en vrijwel alle stromingen zijn vertegenwoordigd.
De film is best een lange zit en de rustigere scenes in het begin zijn niet altijd even interessant. Maar ergens is die rust en ongehaastheid juist erg mooi een keer. Wat de film het meer dan waard maakt zijn de ongelofelijk epische veldslagen met de duizenden figuranten en banieren (wat dat betreft deed de film me af en toe ook aan Kingdom of Heaven denken). Op meesterlijke wijze gefilmd met ijzersterke cinematografie. Soms heel statisch, zoals in het lange openingsshot dat me een beetje deed denken aan geïllustreerde oosterse sprookjes (zoals de Chinese nachtegaall van Andersen). En soms zo episch dat je er kippenvel van kreeg, zoals het shot van de soldaten voor een lage zon. Jammer trouwens dat de film in 1.85:1 (35mm) is opgenomen en niet in widescreen/panavision. De mooie orkestrale muziek van Shinichirô Ikebe (die niet heel vaak aanwezig is) geeft de scenes ook een mooie dramatiek.
Alles bij elkaar is dit een heel prettige kennismaking met Akira Kurosawa en kijk ik er erg naar uit om binnenkort Ran en Shichinin no Samurai te gaan kijken. De film mag dan niet altijd even vermakelijk zijn, het is een echte aanrader voor de filmliefhebber. Zelden zo'n briljante historische drama gezien.