Meningen
Hier kun je zien welke berichten jongki10 als persoonlijke mening of recensie heeft gemarkeerd.
2001: A Space Odyssey (1968)
Alternatieve titel: 2001: Een Zwerftocht in de Ruimte
2001: A Space Odyssey
De belofte van technologie
De film van regisseur Stanley Kubrick 2001: A Space Odyssey (1968) word
door vele recesenten geprijsd tot een van de beste science fiction
films aller tijden. De film verdient niet alleen waardering voor de
uitmuntende special effects, maar vooral door de diepere en diverse
betekenislagen die de productie biedt.
De filmproductie van Kubrick behandelt een aantal thema's die tot de
dag van vandaag actueel zijn, zoals; de menselijke evolutie,
kunstmatige intelligentie, buitenaards leven en reïncarnatie. In
relatie tot de hiervoor besproken thema's kunnen er nog enkele diepere
betekenislagen worden herkent, dit essay richt zich op het
technologisch imaginaire. In dit betoog wordt de film 2001: A Space
Odyssey van de regisseur Stanley Kubrick in combinatie met de term
technology imaginair uiteengezet. We kijken hoe Kubrick door het
concept van technology imaginair beïnvloed zou kunnen zijn, maar ook
hoe Kubrick met zijn film het concept technology imaginair heeft
beïnvloed. Dit heeft tot de volgende hoofdvraag geleid: ''Welke relatie
heeft Stanley Kubrick met de term technology imaginair en hoe komt dit
tot uiting in zijn film 2001: A Space Odyssey?''
Het concept van technologisch imaginair gaat in op de ontevredenheid
over de sociale realiteit en verlangen naar een betere maatschappij die
middels technologische vooruitgang gerealiseerd kan worden. Technologie
word gezien als het middel om de sociale en culturele mankementen op te
lossen (Lister et. al. 429). De psychoanalyse koppelt het imaginair aan
een totaal van afbeeldingen, representaties, ideeën en gedachten over
een ideale wereld, waar zo naar wordt verlangd. De gedachten over een
volmaakte wereld worden grotendeels geïntroduceerd door de media.
(Lister et. al. 67).
Stanley Kubrick heeft met zijn film productie 2001: A Space Odyssey
bijgedragen aan het technology imaginaire. Zoals William Boddy in zijn
artikel Archaeologies of electronic vision and the gendered spectator
te kennen geeft heeft radio broadcasting in de begin jaren twintig van
de twintigste eeuw een krachtige uitwerking op de populaire
verbeelding. Radio werd gezien als de eerste grote technologische
uitvinding, gevolgd door treinreizen, Telegraph, telefoon, elektrisch
licht en fotografie. Deze periode met zoveel technologische
ontwikkelingen heeft het technologisch imaginaire gevoed met
enthousiasme, welke uitvindingen zouden er nog komen? Hoe zal de
mensheid kunnen profiteren van deze uitvindingen? (Boddy, 1994) Jaron
Lanier geeft een andere verklaring voor fantasieën over toekomstige
technologie, in een interview zegt hij:
'The whole point of virtual reality is to make feel people powerful...
When you're a kid, you get the shocking realization that you're not
all-powerful. You learn that you can't bend the world to your own
wishes, and adulthood sets in. We never recover from that.' (Boddy,
p.117)
Volgens Lanier is de drijvende kracht achter het technology imaginair,
dat technologische vooruitgang volwassenen de hoop geeft terug te
kunnen keren naar de kinderjaren.
Stanley Kubrick die is opgegroeid in deze tijd waarin de ene uitvinding
na de ander de revue passeerde. Hij heeft het enthousiasme en de
verbeelding over de toekomstige mogelijkheden van wat technologie voor
de mensheid kan betekenen dus met de paplepel meegekregen. In de film
zien we dat de menselijke evolutie voornamelijk tot stand is gekomen
door de ontwikkeling van techniek. De door vele filmrecensenten
geprijsde overgangscène vat deze relatie tussen techniek en evolutie
pakkend samen.
Nadat een groep apen miljoenen jaren geleden in aanraking komt met een
monoliet, welke veel weg heeft van een artefact, lijkt de groep
betoverd met een hogere intelligentie. Niet snel hierna ontdekken de
apen dat ze stukken bot kunnen gebruiken als wapen om andere groepen
dieren de baas te zijn. De apen zijn nu de baas over de schaarse
voedselbronnen die aanwezig zijn. De aangekondigde overgang vindt
plaats zodra de gewapende groep apen een andere groep weet weg te jagen
van een stuk vruchtbare grond. Uit vreugde van de geboekte overwinning
gooit de aap zijn bot in de lucht, waarmee zojuist de leider van de
andere groep heeft uitgeschakeld. Het geworpen bot transformeert in
slow motion in een ruimteschip miljoenen jaren later. Het schip is
onderweg naar een zelfde soort monoliet waar de apen als hierboven
beschreven mee in aanraking zijn gekomen.
Een jaar voordat Neil Armstrong voor het eerst voet op de maan zet, gaf
Kubrick met zijn film een visie weer over de toekomstige ruimtevaart.
Met de beschreven overgang laat Kubrick zien hoe techniek de mensheid
zal ondersteunen om te evalueren en uiteindelijk andere leefgebieden te
ontdekken. In wezen probeert Kubrick in deze film te verbeelden waar
toekomstige technologie de mensheid kan brengen.
De ruimteschepen in de film zijn tot in de kleinste details perfect
uitgevoerd en de samenwerking tussen mens en machine loopt uiterst
soepel. De ruimtereizigers hebben aan boord beschikking over vele luxe,
Kubrick geeft eigenlijk een perfecte leefomgeving weer die voornamelijk
gecreëerd wordt door de aanwezigheid van technologie. Dit is een
typisch voorbeeld van het technologisch imaginair.
William Boddy geeft in zijn artikel Archaeologies of electronic vision
and the gendered spectator aan dat media uitingen voor een groot deel
de populaire discour bepalen. We kunnen aannemen dat Kubrick in zijn
leven voor de film ook is beïnvloed door de populaire discour. Gestoeld
op deze gedachte beïnvloedt de film van Kubrick het technologisch
imaginair op zijn beurt ook weer. We kunnen zelfs stellen dat de film
van Kubrick de grondlegger is van de science fiction cinema. (Boddy,
1994).
In de film productie 2001: A Space Odyssey plaatst Kubrick ook enkele
kanttekening bij de technologische ontwikkelingen. Op de discovery, het
ruimteschip waar het tweede gedeelte van de film zich afspeelt, is het
de computer Hall die de eindverantwoordelijkheid over de missie heeft.
Het besturingssysteem is zo volmaakt dat het in de interactie met de
bemanning lijkt of deze beschikt over menselijke gevoelens. Aan deze
volmaaktheid komt abrupt een einde wanneer Hall opzettelijk drie van de
vier bemanningsleden om het leven brengt wanneer zij een bedreiging
voor de missie vormen.
Het lijkt of Kubrick in dit gedeelte van de film een kanttekening
plaatst bij een technologie die zich steeds sneller en verder
ontwikkelt. De tot nog toe utopische benadering van de ontwikkelingen
van technologie slaan om in een bedreiging van machines die
beslissingen maken over het welzijn van de mensheid. (Lister. et. al.)
Tom Gunning heeft in zijn analyse een parallel geconstateerd tussen de
denkpatronen over 'nieuwe' media uit eind negentiende eeuw en de nieuwe
media in 1994. Gunning noemt de parallel zelfs een déjà vu. De uitkomst
van zijn analyse laat zien dat eind negentiende eeuw mensen net zo
enthousiast en tegelijkertijd angstig waren over de toekomst van
technologie als in 1994. Kubrick laat deze parallel terugkomen in zijn
film. Kubrick behandeld zowel de utopische als dystopische kant van de
toekomstige technologie, waardoor de enthousiaste en angstige gevoelens
beiden op het doek terug te zien zijn. Een andere bijkomstigheid,
waardoor de film anno 2011 wellicht nog steeds wordt bewonderd, is de
tijdloosheid van deze utopische en dystopische gedachten over
technologische ontwikkelingen. (Boddy, 1994)
Uit de constateringen in bovenstaande paragraven kan worden opgemaakt
dat Kubrick een sterke relatie heeft met technology imaginair. We
hebben gezien dat Kubrick is opgegroeid in een periode van sterke
technologische vooruitgang. Het populaire discour in die tijd heeft
deze ontwikkelingen toegejuicht als verlosser van vele sociale en
culturele mankementen. Er kan worden aangenomen dat Kubrick is
beïnvloed door de gedachten van deze populaire discour. Met de kennis
van nu kunnen we ook duidelijk stellen dat Kubrick met zijn film 2001:
A Space Odyssey op zijn beurt het technology imaginair heeft gevoed met
een verbeelding van toekomstige technologie. Kubrick distantieert zich
in zijn film tegelijkertijd met het concept van technology imaginair,
hij laat zien dat technologie ook nadelen met zich mee kunnen brengen.
Het technology imaginair enthousiasmeert en laat ons geloven dat
toekomstige uitvindingen op technologische basis onvolmaaktheden op
sociaal en cultureel gebied zullen oplossen. Het volgende citaat van
Swartz (1992) uit The Next Revolution zet ons wellicht weer (even) met
de beide benen op de grond:
You remember the future, right? When we were kids, comic books and
'star trek' readied us for some kind of gleaming techno-paradise. So
far, the future hasn't delivered. Technology hasn't yet solved any of
the really big problems – you know, poverty, war and injustice. High-
tech industries we saw as our great hope have been mastered by
determined foreign rivals. We can't even control the technology in our
own homes, which is why our VCRs are still blinking 12:00... 12:00...
12:00...(p.42)