Garbo oogt in “Camille” meer ontspannen dan ooit in de titelrol, een bijnaam voor de Parijse courtesane Marguerite Gautier die een voorliefde heeft voor camelia’s, ook wel bekend als Japanse rozen. Als courtesane stelt ze haar ‘diensten’ beschikbaar aan rijke mannen, maar door haar kwistige financiële uitgaven werkt ze zich flink in de schulden en is ze voor een belangrijk deel afhankelijk van Nanine [Jessie Ralph], terwijl ze een concurrentiestrijd voert met de manipulatieve Nichette [Elizabeth Allan]. Tijdens een bezoek aan het theater valt Nichettes oog op de steenrijke Baron de Varville [Henry Daniell], maar wanneer ze Marguerite probeert duidelijk te maken wie dat is, valt Marguerites oog op Armand Duvall [Robert Taylor], die al snel oogcontact met haar maakt waardoor ze elkaar kort daarna voor het eerst ontmoeten.
Wanneer Marguerite ontdekt dat hij niet de baron is, vat Armand haar reactie op als een belediging. Maar de twee voelen zich zo tot elkaar aangetrokken, dat ze onvermijdelijk verliefd op elkaar worden. Marguerite blijkt echter ernstig ziek te zijn, bovendien weet Armands welgestelde vader [Lionel Barrymore] van haar schulden. In een confronterend gesprek weet Marguerite hem weliswaar te overtuigen van haar oprechte liefde voor Armand, maar ze beseft zich ook dat een eventueel huwelijk hem financieel zou ruïneren. Kiest Marguerite voor de liefde of offert ze haar geluk op om Armand voor rampspoed te behoeden?
Garbo straalt en schittert de hoofdrol als de charmante, geheimzinnige maar ook diepgevoelige heldin. Een rol die haar, meer dan welke rol ook, werkelijk op het lijf is geschreven. Ralph en Allan gaan heerlijk aan de haal met de knisperende dialogen, maar Garbo blijft ook zwijgend de aandacht van de kijker vast te houden. Henry Daniell is één van de ultieme, maar onterecht vergeten schurken uit de filmgeschiedenis. Liefhebbers van Sherlock Holmes herkennen hem ongetwijfeld als Moriarty in de serie Sherlock Holmes-films uit de periode 1939 – 1946 met Basil Rathbone en Nigel Bruce als Holmes en Watson. Taylor is wat stijfjes als Armand, die wat meer jeugdig elan en een bijpassende naïviteit had mogen uitstralen, maar dat is het enige smetje op deze weelderige productie die eindigt met één van de beroemdste sterfscènes uit de filmgeschiedenis. Eén hint: let op Garbo’s ogen!