De legendarische Amerikaanse zanger, acteur en activist Harry Belafonte is op 96-jarige leeftijd overleden, zo meldt The New York Times. Belafonte overleed vandaag in zijn woning in Manhattan aan de gevolgen van congestief hartfalen, zo bevestigde zijn woordvoerder Ken Sunshine.

Belafonte werd in de jaren vijftig wereldberoemd met zijn nummer Day-O (The Banana Boat Song) en groeide uit tot een van de grootste artiesten ter wereld in een tijd waarin segregatie nog wijdverbreid was en zwarte gezichten nog steeds een zeldzaamheid waren op grote en kleine schermen. Zijn klim naar de hogere echelons van de showbusiness was dan ook met recht historisch te noemen.

Harry Belafonte

Zijn succes als zanger zorgde ervoor dat hij filmrollen aangeboden kreeg en Belafonte werd al snel de eerste zwarte acteur die grote successen boekte in Hollywood als een hoofdrolspeler. Belafonte speelde in films als The World, the Flesh and the Devil en Carmen Jones in de jaren 50. Maar films maken was nooit de prioriteit van Belafonte, en na een tijdje was ook muziek maken dat niet meer. Zijn primaire focus vanaf het einde van de jaren vijftig was the civil rights movement in de Verenigde Staten, waar hij zich jarenlang voor inzette. Daarvoor kreeg hij in 2014 een ere-Oscar uitgereikt. Ook was hij een goede vriend van Martin Luther King en steunde hij de predikant in zijn strijd tegen de rassenscheiding.

In de jaren 70 keerde Belafonte terug naar het witte doek met films als Buck and the Preacher en Uptown Saturday Night en bleef tot op hoge leeftijd actief in Hollywood. Zo was hij in 2018 nog te zien in de film BlacKkKlansman van regisseur Spike Lee, hij was toen al 91 jaar oud. Belafonte trouwde drie keer en heeft vier kinderen. De laatste jaren van zijn leven bracht hij door met fotografe Pamela Frank, met wie hij in 2008 trouwde.