Wie is de échte Arne Cheyenne Johnson uit 'The Conjuring 3'?
Vanaf aankomende donderdag is de derde film in de populaire horrorreeks The Conjuring op het witte doek te zien. De film, onder regie van Michael Chaves, behandelt net als de eerste twee films een waargebeurde zaak waarbij geestdrijvers Ed en Lorraine Warren betrokken waren. In deel drie van de franchise, genaamd The Devil Made Me Do It, is dat het proces tegen Arne Cheyenne Johnson. Maar wie was hij? (Waarschuwing: kan spoilers bevatten)
Voorgaande delen binnen The Conjuring-reeks waren haast schoolvoorbeelden van haunted-house films. Beide verhalen waren gesitueerd rondom een zaak van Ed en Lorraine Warren, twee geestuitdrijvers die gedurende de jaren zestig en zeventig verschillende bezeten huizen bezochten en deze ontdeden van kwade geesten. De films waren in zekere zin gebaseerd op de activiteiten van het stel, maar wel ernstig gedramatiseerd. Dat leverde in 2013 The Conjuring op, die erg goed werd ontvangen. Ook deel 2, dat in 2016 op het witte doek te zien was, kreeg overwegend goede cijfers, zeker voor een horrorfilm.
The Conjuring 3, een film die na uitstel van ruim een jaar vanaf 10 juni op het witte doek te aanschouwen is, draait om de waargebeurde moordzaak van Arne Cheyenne Johnson in 1981, ook wel bekend als 'The Devil Made Me Do It'-zaak. In deze zaak speelde de kwestie rondom een mogelijke duivelse bezetenheid een grote rol in het strafproces. Een situatie die meteen doet denken aan de eveneens relatief goed beoordeelde horrorfilm The Exorcism of Emily Rose, die op zijn beurt weer is afgeleid van de zaak omtrent de Duitse Anneliese Michel. Zij overleed uiteindelijk door het gebrek aan medische hulp bij haar psychische stoornis, terwijl haar zwaar gelovige ouders hun hoop enkel nog op geestuitdrijving hadden gevestigd.
David Glatzel
In de zaak tegen Arne Cheyenne Johnson was de vermoedelijke bezetene niet het slachtoffer, maar juist de dader. Op 16 februari 1981 stak Johnson in het dorpje Brookfield, Connecticut zijn huurbaas Alan Bono dood met een zakmes. Daarmee pleegde hij de eerste geregistreerde moord in het kleine Amerikaanse dorpje in 193 jaar tijd. Van wat aanvankelijk leek op een impulsieve moord door een doorsnee tiener, reikten de eerste signalen al terug naar enkele maanden eerder. De oorsprong zou liggen bij het elfjarige broertje van zijn verloofde Debbie Glatzel, die meldingen begon te maken van nare aanvaringen met een oude man uit de buurt. De beweringen van de jongen, genaamd David, zouden eerst worden afgedaan als smoesjes om onder zijn karweitjes uit te komen, maar toen deze steeds heftiger en frequenter voorkwamen, begon zijn familie het serieus te nemen.
De situatie van Glatzel nam echt ernstige vormen aan toen hij ook 's nachts hysterisch huilend wakker werd en visioenen beschreef van een satanisch figuur die hem steeds bleef lastigvallen. Toen ook de inspanningen van een ingehuurde priester tevergeefs bleken, werden geestuitdrijvers Ed en Lorraine Warren gebeld, die zich over de jongen ontfermden en vakkundig verslag deden van zijn ontwikkelingen. Glatzel zou schoppen, bijten, sissen en voortdurend epileptische aanvallen krijgen, waarbij hij delen uit John Miltons Paradise Lost en de Bijbel citeerde in vreemde lage stemmen. Johnson hielp ondertussen waar hij kon, uit medelijden met de elfjarige jongen, die hij als zijn broertje beschouwde.
Arne Cheyenne Johnson
Het zou uiteindelijk het medelijden en de liefde voor het jongetje zijn, die hem 'zijn bezetenheid zou opleveren.' In oktober 1980 had hij genoeg van de situatie en schreeuwde hij naar verluidt tegen de demoon in David om naar hem over te springen. 'Neem mij dan maar, maar laat mijn kleine vriend met rust,' waren zijn woorden geweest. Slechts een paar maanden later brak er tussen Johnson en zijn huurbaas Bono, waarmee hij normaal gesproken prima door één deur kon, een explosieve ruzie uit, waarbij Johnson hem maar liefst vijf keer stak met zijn zakmes en hem voor dood achterliet.
Johnson werd opgepakt en aangeklaagd voor doodslag, daar hij en zijn huurbaas ruzie hadden gehad over zijn verloofde Debbie. De Warrens, die zich al lange tijd met de zaak bemoeiden, waren er echter van overtuigd dat de demoon inderdaad was overgesprongen op de verdachte en hem had aangezet tot de vreselijke daad. Zelf zei hij dat een demoon in een put nabij zijn huis hem de opdracht tot de moord had gegeven. Johnson's advocaat, Martin Minnella, geloofde het verhaal van zijn cliënt en diende als eerste in de geschiedenis in een strafproces het pleidooi "niet schuldig wegens demonische bezetenheid" in.
Uiteindelijk besloot rechter Robert Callahan dat pleidooi te verwerpen, omdat hij een dergelijke verdediging onmogelijk te bewijzen achtte en de opgeroepen getuigen - priesters die de uitdrijvingen hadden bijgewoond - onwetenschappelijk en dus irrelevant waren. Johnson werd op 24 november 1981 schuldig bevonden aan doodslag in de eerste graad en veroordeeld tot 10 tot 20 jaar gevangenisstraf. Daarvan zat hij er uiteindelijk vijf uit.
Nasleep
Johnson leeft op dit moment nog altijd samen met zijn jeugdvriendin Debbie Glatzel, met wie hij trouwde terwijl hij achter de tralies zat. Hij werd in 1986, na ongeveer vijf jaar te hebben gezeten, op vrije voeten gesteld. Terwijl het stel de afgelopen decennia probeerde hun gewone leven weer op te pakken, verscheen een film genaamd The Demon Curse, waarvoor Johnsons zaak als de grootste inspiratiebron diende. The Conjuring: The Devil Made Me Do It is het tweede en meest recente project waarin voornamelijk de betrokkenheid van de Warrens bij de hele situatie wordt uitgelicht. De film is vanaf 10 juni te zien op het witte doek. Hieronder is de trailer te bekijken.
Gerelateerde film
Conjuring: The Devil Made Me Do It, The
Horror / Mystery
2021 • 112 minuten
Reacties (1)