Wie bovenstaande samenvatting van de eerste helft van deze film leest, zal geen moeite hebben met voorspellen wat er in de tweede helft gaat gebeuren, en dat gebeurt er dan ook. De rol van opportunistische blaaskaak die tenslotte toch last van zijn geweten krijgt is Kirk Douglas op het lijf geschreven; hij kan die dan ook bijna in zijn slááp spelen, maar het leuke van Douglas is dat hij dat toch nooit doet en altijd al zijn energie in de strijd werpt, zodat de film alleen al dankzij hem het aankijken waard is (ook al vond hij dit een slechte film die hij alleen maar –gratis– maakte om onder zijn contract met Warner Brothers uit te komen, en ook al zat hij midden in een relatiecrisis). Naast Douglas en de gewiekste maar betrouwbare Edgar Buchanan zijn de sequoia's uit de titel de andere (en eigenlijk meest indrukwekkende) hoofdpersonen uit de film, en hun vervoer levert een zeer spectaculair laatste kwartier op. Mooie buitenopnames en fraaie kleuren completeren een film die qua plot een stuk onvoorspelbaarder en boeiender had moeten zijn om echt goed te mogen heten, maar voor anderhalf uur stevig en ongecompliceerd vermaak staat hij zeker garant. En hoe lang zou Patrice Wymore er over hebben gedaan om de volgende belediging soepel van de tong te laten rollen: "You sty on the eye of a flea on the thigh of a nit on the neck of a gnat!"
Overigens zit er in het begin een scène waarin Alicia Chadwick (Eve Miller) aan Jim Fallon (Douglas) een vraag over zo'n
big tree stelt, terwijl híj alleen maar oog voor háár heeft : "Total footage?" vraagt zij, waarop hij antwoordt: "Wonderfully proportioned." Mijn DVD vertaalt dat gelukkig vrij sober met "Totale inhoud?" – "Alle verhoudingen kloppen.", maar toen ik deze film voor het eerst op televisie zag kon de vertaler van díé versie zich niet bedwingen: "Totaal aan hout?" – "Een flinke bos."
