
La Règle du Jeu (1939)
Alternatieve titel: The Rules of the Game
Frankrijk
Komedie / Drama
110 minuten
geregisseerd door Jean Renoir
met Nora Gregor, Marcel Dalio en Julien Carette
Een jonge piloot geeft op de landelijke radio toe een buitenechtelijke relatie te hebben. Om een schandaal te voorkomen nodigt de echtgenoot van zijn vriendin alle betrokkenen uit voor een jachtpartij in zijn landhuis.
Trailer
https://www.youtube.com/watch?v=qxs4P6u1EiI
Wanneer je deze, als ook andere ingevoegde media op de site wilt zien, dan moet je hier even toestemming voor geven.
Met het tonen hiervan wordt er mogelijk door een andere partij cookies geplaatst en/of wordt je ip-adres geregistreerd, zonder dat MovieMeter hier invloed op heeft. Lees ons privacybeleid voor meer informatie over hoe MovieMeter met je privacy omgaat.
Kluchterige film rond (buiten)echtelijke verhoudingen, waarin iedereen het met iedereen lijkt te doen en het er vooral om gaat daar op de juiste wijze mee om te gaan. Een groot aantal prominente lieden komt samen in een enorm landhuis, en na het afschieten van het nodige wild gaat de jachtpartij binnen verder, met ditmaal de andere sekse als gewilde prooi.
Niet altijd even boeiend, al ziet de film er gezien zijn leeftijd zeker niet slecht uit en zitten er wel een paar aardige karakters in. Desondanks niet een film die ik snel nog eens op zal zetten. Maar La Grande Illusion was ook al niet mijn kopje thee.
2,5*.
Verschrikkelijke klucht in optima forma dit, vreselijk saaie rommelige bedoening ook. De veelal geprezen dialogen zijn werkelijk een doorn in het oog: ze voelen erg flauw en gemaakt aan. Daarnaast is de dramatiek die van elke scène spat lachwekkend, tot het belachelijke aan toe. Helaas heb ik geen enkel keer moeten lachen.
Een aspect van Renoir's werk dat mij veelal irriteert is het slechte acteerwerk. De film bevat veel (vervelende) personages, maar ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat er hier maar weinig aandacht aan wordt geschonken. Overigens mis ik het wezenlijke in deze film. Want waar gaat deze film nou precies over? Is het een komedie? Een tragedie? Een liefdesverhaal? Of gewoon een chaotische, onsamenhangende satire. Ik wil jou, jij wilt mij, ik haat jou, Jij houdt van mij, ik haat jullie, ik hou van jou, wij houden van elkaar, hij houdt van jou, jullie houden van elkaar, hij haat jou, ik hou van iedereen en ik haat iedereen. He?
Wanneer komt dit eens op dvd? En dan graag eentje die goedkoper is dan 30 euro.
koop deze film op DVD vanaf € 7,99
Na twee films kan ik makkelijk concluderen dat Renoir niet m'n regisseur is. De klassieke status van z'n films ontgaat mij dan ook volledig.
Ken de film, en de regisseur, niet. Nr. 4 op de, deze maand opnieuw uitgekomen, 10-jaarlijkse lijst van beste films allertijden (van 'Sight & Sound')..... Ben toch wel benieuwd, mede gezien de toch wel erg uiteenlopende meningen over deze film...
je krijgt dan ook geen spatje rust. Het is een heerlijke ensemblefilm waar geoordeeld maar nergens VERoordeeld wordt. De kleine kantjes worden allemaal met de mantel der liefde bedekt, hoewel er allermisnt een fraai beeld geschetst wordt van alle karakters die de revue passeren. Heel au sérieux moeten we het allemaal niet nemen natuurlijk, want het is inderdaad behoorlijk kluchtig, zeker als de man die met het opzet te doden een nationale held overhoop knalt, zonder verpinken terug in dienst wordt genomen en wanneer over alles de spons geveegd wordt.
Aanvankelijk lijkt de buitenlandse Christine nog verheven en onbesproken boven alles te staan, maar dan wordt ook zij gecorrumpeerd door het hele zootje Fransen, waarna haar man er warempel nog het edelmoedigst uit komt.
Enige minpunt is dat er aan zo'n film ook een eind moet komen en dat was wel wat geforceerd, ja. Niet alleen Christine was het Noorden kwijt, ook de scenaristen een beetje, maar ik wil niet kniezen. Al bij al heb ik geregeld gelachen. Nee, geen schuddebuiken, want 'grappen' (met pointes) zitten er niet in, het is gewoon allemaal lekker licht en onnozel.
"Gewoon vriendschap? Met een man??? Dat is even zeldzaam als volle maan bij daglicht."
en een man die het huwelijk maar niets vindt: "ben ik getrouwd misschien?" maar wel overduidelijk gay is.
Zo vliegen de leuke momenten voorbij zonder dat je er bijna erg in hebt. De film is al een heel eind verder.
En tja, "4de plaats op de lijst van Beste Film aller tijden". Wat kan het mij iets schelen? Wat kan mij zo'n lijst schelen? Gewoon HEEL leuk om te zien en na 73 jaar nog geen sikkepit verouderd.
De openingsscène op het vliegveld, de gevatte dialogen waarin we de verschillende personages leren kennen, de aankomst op het landgoed... Alles in de eerste helft zit bijzonder goed ineen en is opvallend vlot gefilmd voor een film uit 1939. Afgaande op de beeldvoering in de eerste helft zou je hem met gemak tien tot twintig jaar jonger kunnen inschatten.
De tweede helft leek me één grote afronding van het verhaal. Revuenummertje één, die en die zitten tegen elkaar te roddelen, die lijkt nu voor die te vallen, revuenummertje twee, die lijkt nu voor die te vallen, slapstick met de stroper en de jachtopziener, die lijkt nu opeens tóch voor die te vallen... Geeuw. Het einde wordt zelfs ondraaglijk lang uitgesponnen. De vlotheid, de spontaniteit waarmee de acteurs op elkaar inspeelden, de vaart en de coherentie van de eerste helft zijn nu helemaal zoek. En wat is nu uiteindelijk het punt van deze film? Ik weet het niet. Jammer, want hadden ze de satirische ondertoon en het pure kijkplezier van de eerste helft heel de film aangehouden, dán had dit echt het meesterwerk kunnen zijn waarvoor oudere critici deze film maar al te graag verslijten.
In ieder geval had ik hier tot halverwege het gevoel dat ik dit niet ging trekken. Cinematografisch vakwerk, dat wel, maar het blijft wat toneelmatig. Niettemin, als het feest eenmaal aan de gang is, ontvouwt La Règle du Jeu zich toch als een sprankelend-cynische klucht van haast Shakespeariaanse allure, een operette waarin de 'spelers van het spel' lekker door elkaar heen gaan rennen, en zich in volle glorie laten kennen als een stelletje vrolijke opportunisten en theatrale aanstellers.
De chaos wordt vooral veroorzaakt door de figuren die de regels van het spel niet begrijpen: André ('Het valt niet mee om in deze tijd een held te zijn', zegt Octave over hem) gaat voor de Ware Liefde, en de jachtopziener Schumacher blijft achter zijn eigen lustige vrouwtje aanrennen, in plaats van pak 'm beet de keukenmeid eh... beet te pakken.
Mooi moment is de meewarige blik van Christine, als André er op staat haar man in te lichten, vóórdat zij er samen vandoor zullen gaan. Och jongen toch... Zij had zich al eerder over zijn 'oprechtheid' laten ontvallen dat het hem zo sáái maakt.
Zoals hier al eerder gememoreerd, is de link tussen de jachtpartij en het gesodemieter op het feest erg aardig. De markies wil geen konijnen op zijn land, maar hij wil ook geen afrastering plaatsen. Hij wil André liever niet in de buurt van zijn vrouw, maar om hem de toegang tot het feest te ontzeggen, tja, dat is ook weer zo suf. Schumacher trekt zijn eigen conclusies; en dat hij in plaats van zijn eigen 'konijn' die van de markies afknalt, is in deze klucht natuurlijk niet meer dan passend.
De markies weet het incident dat voortvloeit uit de puberale gedragingen van de feestgangers, soepeltjes te framen als een freak accident, en weet zo en passant te voorkomen dat er gebeurtenissen in gang worden gezet waardoor mensen misschien bij zinnen komen, serieus worden.
Dat is misschien wel het sterkste punt van deze film: Renoir vertikt het om de toeschouwer te behagen met een relativering, hij biedt geen archimedisch punt van waaruit het mallotige gedoe be- of veroordeeld wordt; hij komt niet op de proppen met een normatieve meetlat, ook niet in de vorm van een sympathiek personage bijvoorbeeld die boven het geheel uitstijgt (die is er niet). Ik kan me er wel iets bij voorstellen dat men dat toendertijd aanvankelijk moeilijk te pruimen vond.
La situation est désespérée... mais pas sérieuse.
Dat schijnt een van oorsprong Weens gezegde te zijn. Ik vermoed uit het Fin du Siècle, of uit de tijd vlak voor de ineenstorting van de dubbelmonarchie. Het is die sfeer van decadentie, aan de vooravond van een Wereldoorlog, die ook deze film aardig kenmerkt.
Meh, het ligt bij nader inzien toch wel ietsje anders, of, er zit méér in. De verwarring over wat echt is, en wat spel, is er eigenlijk over de hele linie. Misschien typisch voor een maatschappij in verval.
Octave, de romanticus met een hang naar de vergane glorie van het verleden (een verleden dat nooit heeft bestaan), zegt op een gegeven moment iets als: 'De apothekers, de regering, de cinema, de kranten: ze liegen allemaal. Waarom zouden simpele zielen zoals wij dan ook niet mogen liegen?'
Renoir maakt personages elkaars afspiegeling, en hij zet de algehele situatie op verschillende niveaus in de verf met persoonsverwarringen: de huwelijken Robert-Christine en Schumacher-Lisette; Octave projecteert zijn verlangens op André; Lisette leent haar cape aan Christine, en Octave zijn jas aan André, waardoor Schumacher ze door elkaar haalt; de antagonisten André-Robert en Schumacher-Marceau; het onafscheidelijke koppel Christine / Lisette; en Schumacher lost het 'probleempje' van Robert op...zoals hij zelf misschien wel had willen doen.
En de verwarring geldt ook voor de toeschouwers, de overige feestgangers: De jacht van de met scherp schietende Schumacher op Marceau wordt door hen beschouwd als een nieuw theaterstukje, zoals er al eerder op het feest werden opgevoerd.
En misschien is Lisette dan de enige die wel het verschil tussen spel en ernst duidelijk voor ogen heeft...maar haar nuchterheid stelt alleen de werkelijke state of affairs van een samenleving die haar idealen (of illusies) heeft verloren, vast, ze overstijgt die niet.
Vooroorlogse ambachtelijkheid, in de beste traditie van Shakespeare.
We volgen een doorsnee van Franse samenleving, de rijken en de burgers die dienen, waarbij werkelijk iedereen op zoek is naar seks. Een flinke spiegel zet Renoir neer in deze klucht. Inhoudelijk schort er niet zo veel aan, jammer alleen dat ik niet echt van kluchten houd en dat deze film nogal lawaaierig en druk was uitgewerkt. Het kan aan de geluidsband liggen, maar constant draait er muziek, klinken geweren of lopen mensen door elkaar te schreeuwen. Veel tam tam maar uiteindelijk stelt het weinig voor. Neem dan enkele slechte acteerprestaties die dit effect versterken (en Renoir zelf kan dus echt niet acteren) en je hebt grotendeels een hondsvervelende film. Neemt niet weg dat zeker de rustige momenten best vermakelijk zijn, dat het camerawerk verzorgd is en vooral de jachtpartij een alleraardigst geschoten scène is.
Dus krap aan een voldoende, 2,5*.
Dus dat de 'ernst' in feite ook een spel is. Dan is het dus niet zozeer dat men zich 'niet aan de spelregels houdt', maar dat er tegelijkertijd twee verschillende 'spellen' gespeeld worden. Dat is de verwarring, denk ik.
Achterliggende tragiek is dan dat er ergens het besef blijft, dat men dat 'ernstige' spel, om gelukkig te zijn, eigenlijk niet als spel zou moeten zien. Maar dat kan je niet meer terugdraaien. You can't unring a bell. Een soort zondeval dus; door dat bewustzijn van de ernst als zijnde (ook) een spel, is de weg terug naar het paradijs afgesloten.
Of zoiets

Het camerawerk mag dan aardig zijn bij sommige scenes, maar waar ik bij Ozu (of was het nou Mizoguchi?) of Welles de kans krijg om van dat soort deep focus shots te genieten, werd me daar hier de rust en ruimte (no pun intended) niet voor gegund. Het lukt me niet om de film te beoordelen in zijn historische context, wat hij maatschappelijk teweeg bracht of hoe baanbrekend hij was, wanneer ik continu denk: "fuck kerel, hoe eens op met schreeuwen"
Mijn tweede Renoir, maar ik vond La Grande Illusion een stuk beter! Ik sta er zelfs een beetje van de kijken dat deze zó verschrikkelijk hoog staat in de S&S toplijst.
5/10
3.5*
Ben al blij dat ik niet de enige ben die énorm veel moeite had met de bijna continue drukte van deze film. Ik sluit me dan ook aan bij Legan, "vermoeiend" is het kernwoord van deze film, maar dan wel op een vervelende manier.
"Druk" of "lawaaierig" kunnen best tof zijn, maar dan moet de stijl je vooral liggen. Het zijn op zich geen negatieve kwaliteiten, maar bij deze film werd ik er horendol van. De combinatie van luidruchtige, schreeuwerige Fransen, een opgeblazen geluidsband en immer doordravende muziek zorgen dat het grootste deel van de film rusteloos is. Enkel naar het einde toe begint de film gas terug te nemen. Daar liggen meteen ook de beste scenes.
De cynische kwaliteiten zijn ten tijde van het internet niet echt indrukwekkend te noemen. De gemiddelde forumposter met een mindere dag haalt harder uit dan eender welke dialoog in deze film. Het geharrewar rond wie met wie in bed wil duiken verveelt ook al snel en wist eigenlijk nooit te boeien.
Het visuele vond ik verder ook maar erg gewoontjes. Eerder functioneel dan esthetisch, enkel op het einde kwam er een klein beetje beterschap in. Die buitenscenes in het donker waren veruit het enige lichtpuntje (het) in deze film, de rest was vooral irritant en niet grappig. Beetje snel om te zeggen na twee films, maar Renoir is niet echt wat voor mij.
1.0*

Zoals eerder opgemerkt afgelopen 80 jaar niets veranderd aan de mens met al haar 'spelletjes'.
Mooie film voor in de kast en over 50 jaar nog eens kijken....
Ik vond het vooral een leuke komedie. Satire ja. Ook al zo’n vies woord, net als maatschappijkritiek. Maar serieus; ik heb vooral erg gelachen om de houding die personages aannemen, om de regels van het spel maar te volgen, tegenover elkaar. Ik hou van je, maar ik moet eerst met je man goede afspraken maken over de goede afwikkeling van deze driehoeksverhouding. Soms is de humor subtiel en merk je vooral dat de onderliggende toon (waarbij het erg jammer is dat ik de Franse taal amper spreek) belangrijker is dan hetgeen men niet kan zeggen omwille van de spelregels. Dat subtiele werkt dan weer goedin combinatie met het steeds verder ontsporen van allerlei situaties. Het meest in het oog springende daarbij is de klopjacht van die Schumacher op die nieuwe bediende.
Ik vond daarnaast de personages die door het beeld lopen en de cameraman die eigenlijk toevallig wat conversaties lijkt op te vangen en van het een naar het andere gesprek schuifelt in combinatie met het al genoemde dus erg goed werken. Ik kan een heel lang betoog houden; maar in het kort werkt deze film met name zo goed door het op komische manier illustreren van de ongemakkelijkheid van conversatie tijdens verschillende interactie, het belachelijke van sociale etiquette of de persoonlijke agenda’s die iedereen op doortrapte, maar als het even kan zo correct mogelijke wijze, nastreeft. Voor het gemak; FerdyDurke geeft enkele prima voorbeelden van scenes die ik heel goed vond werken (in een betoog waar ik het sowieso grotendeels mee eens ben).
Misschien had ik gezien de enorme status van de film nog iets meer verwacht, maar ben uiteindelijk zeker erg te spreken over de film. 4 sterren
De film kent een nogal lange aanloop voordat het echt begint, als de gasten aankomen bij het landhuis van de markies. Die organiseert daar een upperclass feestje, dat me deed denken aan een 19e eeuwse Russische roman: een jachtpartij, een feest, en een hoop passie. De Franse held André is een romantische ziel, en haast Russisch in zijn ernstige passie. Daar tegenover staan de frivole Fransen en de Oostenrijkse Christine, die in haar lichtvoetigheid de Fransen nog naar de kroon steekt. Zij heeft geen moeite om twee verschillende mannen op één avond de liefde te verklaren, nadat ze zich liet inpalmen door een derde, om uiteindelijk toch maar bij de vierde (haar echtgenoot) te blijven. Maar ook de rest van de cast zijn volop aan het flirten, en zonder al te veel geheimzinnig gedoe. Een nogal vrijgevochten seksuele moraal voor 1939.
Het personeel doet vrolijk mee, en daarom is het niet eens een veroordeling van de elite, die zich bezighoudt met feestjes en jachtpartijen, maar eerder een zedenschets van de mens in het algemeen. Ook is er overlap, het dienstmeisje wordt door niet minder dan 3 mannen begeerd, en ze laat dat zich welgevallen. De enige met een sterke moraal is haar man Schumacher, waarschijnlijk niet voor niets behept met een Duitse achternaam: hij moet niks hebben van het geflirt van zijn vrouw. De meest karakterloze is Marceau, die met alle winden meewaait, en flink loopt te stoken. De ruzies en achtervolgingen tussen hem en Schumacher hebben iets kluchtigs nu ik er over nadenk, maar daarvoor was het toch te ernstig.
Tussen het geflirt en geruzie wordt je getracteerd op enkele prachtige scenes. De jachtscene is een voorproefje voor wat Europa te wachten stond aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog. En de Danse Macabre was ook een voltreffer, niet alleen de dans zelf met die onheilspellende melodie, maar ook de camera die langs de toeschouwers glijdt.
Het wordt allemaal erg mooi in beeld gebracht. Lange zwierige bewegingen, een camera die niet zozeer zoekt naar waar de actie is maar die zich onder de mensen begeeft en dingen toevallig oppikt. Soms gaat een deur dicht en moet je maar raden wat er gebeurt, dan weer volg je Christine, dan weer André, of een van de personeelsleden. Het einde zag je al wel een beetje aankomen, maar vond het wel een treffend slot, zeker ook door de laconieke reactie van de markies op de dood van zijn rivaal.
Renoir wilde de film kennelijk in kleur opnemen maar dat werd (gelukkig) afgewezen- denk dat kleur, zeker de technicolor techniek a la The Wizard of Oz, de film geen goed had gedaan.
Absurditeit, zeker ook in de dialogen, zit verdeeld in deze bijzondere mise-en scène en het vaudeville-achtige gedoe bevat toch gevat acteerwerk.
Sluit mij aan bij de positievere beoordelingen.