
Anna Christie (1930)
mijn stem
3,31
(32)
32 stemmen
Verenigde Staten
Drama
89 minuten
geregisseerd door Clarence Brown
met Greta Garbo, Charles Bickford en George F. Marion
Eerste sprekende film van Garbo. Jonge vrouw (Garbo) met een duister verleden wordt verliefd op zeeman (Bickford). Als ze willen trouwen komt de waarheid boven tafel.
Garbo's eerste sprekende film en om die reden was deze film destijds een gigantisch succes. Dat is nu niet meer voor te stellen want de meeste moderne kijkers zullen bij deze film in slaap vallen. De film is erg statisch en zonder enig spektakel en er wordt erg veel in gesproken, misschien wel te veel.
Maar de aanwezigheid van Garbo - ze ziet er weer erg mooi uit en met haar mysterieuze uitstraling - maakt de film fascinerend.
Maar de aanwezigheid van Garbo - ze ziet er weer erg mooi uit en met haar mysterieuze uitstraling - maakt de film fascinerend.
Na wat films met Marlene Dietrich bekeken te hebben, is het nu de beurt aan een paar rollen van Greta Garbo. Als eerste DVD uit haar verzamelbox Anne Karenina gedraaid. Garbo viel me als het Tolstoj personage ergens wat tegen. De film zelf niet, mooi verhaal over verschillende soorten liefde en de spanningsvelden die dat oplevert.
De tweede film is Anne Christa (1930) geworden. Wat een schattige film is dat met een paar zeer mooie scènes waarin twee prachtige vrouwenkarakters zeer gewaagd zijn aan elkaar. Af en toe effetjes de ruwe bolster tegenover elkaar uithangen om daarna weer innig aardig tegen elkaar te doen.
Mooi verhaal naar een toneelstuk van Eugene O’Neill over een goeiige vader die na 15 jaar geconfronteerd wordt met de harde feiten achter een gedroomde werkelijkheid over een door hem achter (in de steek) gelaten dochter. Soms uiterst komisch zonder dat het na driekwart eeuw lullig is geworden.
Een prachtige aardse rol van Garbo als de dochter zonder dat er TE veel nadruk valt op haar zogenaamde mysterieuze schoonheid.
De tweede film is Anne Christa (1930) geworden. Wat een schattige film is dat met een paar zeer mooie scènes waarin twee prachtige vrouwenkarakters zeer gewaagd zijn aan elkaar. Af en toe effetjes de ruwe bolster tegenover elkaar uithangen om daarna weer innig aardig tegen elkaar te doen.
Mooi verhaal naar een toneelstuk van Eugene O’Neill over een goeiige vader die na 15 jaar geconfronteerd wordt met de harde feiten achter een gedroomde werkelijkheid over een door hem achter (in de steek) gelaten dochter. Soms uiterst komisch zonder dat het na driekwart eeuw lullig is geworden.
Een prachtige aardse rol van Garbo als de dochter zonder dat er TE veel nadruk valt op haar zogenaamde mysterieuze schoonheid.
Héle vermakelijke film die heel simpel wegkijkt. Greta Garbo was leuk, maar Marie Dressler had ook een mooie bijrol. Het eerste half uur in het restaurant was het vermakelijkst. Toen er romance in de film kwam, zwakte het iets af.
Een aardig verhaal over een 'engel' die niet zo vroom blijkt te zijn. Gelukkig is dit een film uit de Pre-Code periode, waardoor Garbo's personage geen morele (onzichtbare) vinger naar haar gewezen krijgt. Het is de ellende van de wereld en het is haar overkomen. Een eerlijk conflict zonder verbloeming. Punt.
Ook Dressler's personage, een vrouw zonder woonplaats, die bij de mannen intrekt waar het kan. Die zouden ze, in de jaren opvolgend, zoveel veel mogelijk van de screenplays proberen te houden.
Grootste minpunt is de zwakke overgang van 'silent' naar 'sound'. Garbo heeft nog te veel van de 'grote gebaren' van de stomme film. Of het kan zijn dat de maniertjes van het type vrouw dat ze speelt, in de latere jaren perfectioneerd zijn door actrices zoals Mae West en Joan Blondell, waardoor de (ooit zo) 'goddelijke' Garbo plots zo 'ordinair' lijkt.
Ook Dressler's personage, een vrouw zonder woonplaats, die bij de mannen intrekt waar het kan. Die zouden ze, in de jaren opvolgend, zoveel veel mogelijk van de screenplays proberen te houden.
Grootste minpunt is de zwakke overgang van 'silent' naar 'sound'. Garbo heeft nog te veel van de 'grote gebaren' van de stomme film. Of het kan zijn dat de maniertjes van het type vrouw dat ze speelt, in de latere jaren perfectioneerd zijn door actrices zoals Mae West en Joan Blondell, waardoor de (ooit zo) 'goddelijke' Garbo plots zo 'ordinair' lijkt.
Het is duidelijk dat de acteurs uit de "stomme-film-periode" komen, want niet alleen Garbo molenwiekt er op los maar ook de twee oudere acteurs , George F.Marion en vooral Marie Dressler, leggen heel wat mimiek in hun act. Van deze laatste vond ik het wel grappig, in een film die nogal mager was in het plot en uiteraard een enscenering anno 1930 vertoont, wat uiteraard geen verwijt is maar toch een zekere wenning vraagt. Dialogen zijn wel best.
De tweede geluidsfilm van de regisseur, de eerste van de ster, en dan ook nog een verfilmd toneelstuk – het is eigenlijk een klein wonder dat deze versie van het stuk van Eugene O'Neill (Pulitzer Prize 1922) überhaupt nog genietbaar is vandaag-de-dag. Lange takes, theatraal acteren (vooral van George F. Marion als de vader, maar ook Garbo zelf slaat wat àl te vaak haar eigen armen troostend om zich heen) en weinig tot geen muziek (zoals gangbaar in films uit deze periode) om de vertelling wat "vloeiender" te maken, het is hier allemaal aanwezig, maar vanwege diezelfde ouderdom kan de film zo gelukkig ook expliciet zijn over de verkrachting en de prostitutie van het titelpersonage. Vanaf het opmerkelijk sfeervolle begin in het mistige Newyorkse havenkwartier compleet met desolate misthoorn blijft de film aangenaam onderkoeld, Charles Bickford is een geloofwaardige heetgebakerde Ierse stijfkop, en Brown en Garbo houden de glamour knap buiten de deur. Een oude en bijna zwijgende film (als er althans niet zoveel dialogen in zouden zitten – in het begin van het geluidstijdperk waren talking pictures helaas nog lang niet altijd ook moving pictures), maar dankzij de vertolkingen en de gelukkig niet opgeleuke troosteloosheid van de setting blijft deze film nog altijd redelijk overeind – en vanwege Garbo natuurlijk.
* denotes required fields.
* denotes required fields.