De synopsis bevat dus de inhoud van de gehele film,maar aangezien dit een Sovjet-propaganda werk is en we allemaal weten wie de burgeroorlog heeft gewonnen,zie ik het deze keer door de vingers.
Serieus nu:bijna een remake van Chapaev(1934),zowel qua inhoud als qua stijl,hoewel met een andere regisseur.Een mix dus van strontvervelende Stalinistische propaganda waarin de verheerlijking van volkscommissarissen wel heel walgelijke vormen aanneemt,en pure actie.
Technisch valt op dat de personages op de voorgrond duidelijk bezig zijn in de studio.terwijl op de achtergrond stock footage wordt getoond(dit is niet steeds het geval gelukkig,maar maakt vooral in het begin een bizarre indruk).Ook stelt het eerste deel het zonder achtergrondmuziek,die echter tegen het slot plots nadrukkelijk wordt.
De regisseur heeft goed naar het werk van Eisenstein gekeken,wat vooral blijkt uit enkele prima choreografieen en de vele close ups(om te zwijgen over de prominent aanwezige pantserkruisers,duh).Hoogtepunten zijn de 2 battlefield sequenties die zeer goed zijn voor die tijd en nog steeds de moeite van het aanzien waard.Ze lijken dus sterk op die in Chapaev,met dit verschil dat Dzigan de boel nog opleukt door een overvloedig gebruik van Hollandse hoeken en enkele flinke dolly shots.
Tenslotte is het duidelijk dat Jancsó deze film goed heeft bestudeerd,denk aan de executiescènes.