De Nederlandse presentatrice en actrice Chimène van Oosterhout nam in de ambulance naar het ziekenhuis al afscheid van Tanja Jess. Dat vertelt laatstgenoemde in de podcast Dit komt nooit meer goed. De presentatrice kreeg op vakantie met haar vriendin last van acuut hartfalen en moest met spoed worden afgevoerd naar het ziekenhuis. 

Presentatrice en actrice Chimène van Oosterhout, die je kunt kennen haar rol in de soap Goede Tijden, Slechte Tijden, had gedurende haar hartfalen dusdanig het gevoel dat ze ging overlijden, dat ze in de ambulance al afscheid nam van haar vriendin Tanja Jess. Dat laat laatstgenoemde weten in de podcast Dit komt nooit meer goed. Onderweg naar de enige cardioloog op het eiland ging het volgens Jess echt goed mis. "Ze kon niet meer, ik zag haar ogen opeens veranderen. Ze kreeg opeens van die holle ogen. Ze was echt aan het wegzakken, ik moest haar steeds wakker maken (...) Ze begon afscheid te nemen, zei dingen als: zeg tegen mijn zoon Lyam dat ik van hem hou. Ik dacht: no way, dit gaat niet gebeuren.”

Hele zak medicijnen

Begin deze maand kwam het bericht naar buiten dat Van Oosterhout onwel was geworden tijdens haar vakantie met vriendin Tanja Jess. Op Instagram lieten de twee een bericht achter waarin ze vertelden dat hun 'droomvakantie in een nachtmerrie was veranderd' en dat ze zich momenteel in het ziekenhuis in Athene bevonden omdat de actrice het slachtoffer was geworden van een acuut hartfalen. Dat zou zijn veroorzaakt door restschade van de chemotherapie die ze drie jaar eerder kreeg tegen haar borstkanker. Ook bedankten ze hun volgers voor hun steun en benadrukten ze dat Van Oosterhout zich ging richten op haar herstel. 

Hoewel de actrice na vijf dagen het ziekenhuis mocht verlaten, kreeg ze volgens Jess wel een 'hele zak medicijnen' mee naar huis. In Nederland werd kortgeleden door de artsen vastgesteld dat het weer goed met haar gaat. Iets waarvoor Jess nog altijd dankbaar is. "Voor hetzelfde geld was het mis gegaan en was ze in een kist naar huis gevlogen. Het is bizar hoe mis het had kunnen gaan.”