Hun bestaan was reeds aangetoond : Santo swashbucklers spelend in de koloniale tijden...itt wat wordt gesuggereerd komt deze film niet uit 67, maar uit 64 of 65. De buffs ruziën over het precieze bouwjaar, maar aangezien de flashback is gesitueerd in 1765 ligt 1965 als productiejaar best voor de hand.
In den beginne zien we hoe Brakola-Oes in de verplichte gotische setting rises from his tomb, allicht wil hij wraak nemen op Santo die schijnbaar zijn geliefde Rebeca wier portret we boven haar graf zien van hem had afgepakt.
Dat poogt hij in de ring, wat mislukt. Een verbrouwereerde- maar verre van bange- Santo krijgt vervolgens van ene Don Luis te horen waarom die Brakola achter niet allen Santo aanzit, maar ook achter de dochter van Don Luis, Silvia- Robles. Het blijkt namelijk dat in 1765 de voorvaderen van Santo en Don Luis de boosaardige baron reeds met enig succes hadden bestreden.
Dan begint de flashback naar de koloniale tijd, waar we de voorvader van Santo ontmoeten die poogde de schone Rebeca te bevrijden uit de klauwen van Brakola,vampier. Dat lukt niet geheel, maar Santo geeft Rebeca wel de volgende goede raad mee :
je moet in god geloven !

Na de flashback die het grootste gedeelte van de film in beslag neemt zijn we weer terug in de tegenwoordige tijd, waarin Santo het werk van zijn voorvader zal mogen afmaken, hopen we...
Enfin, het moge duidelijk zijn dat deze film zeer gelijkt op el hacha diabolica die volgens de meeste geleerden iets later kwam en wat meer noodzakelijke historische uitdieping gaf. Verschil is wel dat Santo sr. de swashbuckler zo te zien door een andere acteur wordt gespeeld, langer en slanker. Zeer opmerkelijk was het optreden hier van Palma als moeder van Rebeca, bijna zo absurd als een cameo van Maria Felix.
Slechts voor de completisten, gewone stervelingen kunnen zich tot EHD beperken.