Deprimerende, maar zeer goed geregisseerde film over de laatste levensdagen van de legendarische jazztrompettist Chet Baker [Steve Wall], die op vrijdag 13 mei 1988 stierf na een val uit het raam van een Amsterdams hotel. Regisseur Rolf van Eijk, die samen met Roelof Jan Minneboo het scenario schreef, voegt een element van mysterie toe wanneer detective Lucas [Gijs Naber] de schaduw van een man in Chets hotelkamer ziet. Is Chet inderdaad ten onder gegaan aan de demonen die hem al jarenlang achtervolgden of is er meer aan de hand? De detective zoekt naar mensen in Amsterdam die veel met Chet omgingen in de laatste fase van zijn leven, waaronder Simon [Raymond Thiry] die hem een slaapplaats bood, en de geheimzinnige Doctor Feelgood [Arjan Ederveen], de man die Chet voorzag van drugs die hij nodig had om 'vanuit zijn ziel' te kunnen spelen.
Met zijn warme, haast fluisterende stem en ingevallen gezicht is Steve Wall perfect als de briljante muzikant die weet dat zijn drugsverslaving een deal met de duivel is die hem uiteindelijk naar de ondergang zal leiden. Martijn van Broekhuizen brengt de duistere kant van Amsterdam op prachtige wijze in beeld en de muziek (deels gespeeld door Ruud Breuls) gaat door merg en been. Absoluut geen film om vrolijk van te worden en een tikje traag, maar dit is een lust voor oor en oog.